Op je pad vanuit nitwit-qua-beoefening naar (hopelijk) verlicht wezen, beginnen velen van ons met enige introspectie en meditatie. Zodra daarin wat beweging zit, en je enige ‘interne integratie’ doorleefd hebt, is het makkelijker om andere stukken van het dharmische pad op te pakken. De volgende stap wordt wel eens in de vergaarbak ‘ethiek’ geschoven, maar die term is voor velen niet al te bemoedigend, ik zou het eerder vaardig (of positief) handelen of Kusala karma noemen, ‘handelen zoals je de inspiratie van de verlichten begrepen hebt’.
En in dit kleine drieluik –vandaag deel twee de spraak- wil ik je meenemen naar drie voorbeelden van zeer concreet toegepast vaardig handelen conform de eeuwenoude indeling lichaam, spraak en geest. Beginnend met de geest, omdat die weliswaar het moeilijkst te doorgronden en bij te sturen is, maar toch de bron van handelen. Uiteindelijk is niet-vaardig handelen en niet-vaardig spreken namelijk altijd verbonden met de onzuivere stukjes in je eigen geest.
Nadat meditatie je enige zelfkennis heeft gebracht is de volgende stap op het pad het thema vaardig handelen, onder andere door het zuiveren van je spraak. En dat gaat veel verder dan het ‘Geen onwaarheden spreken’ in de vijf voorschriften, een verlicht mens handelt op geheel spontane wijze volgens een vrij strikte set aan wetmatigheden. Zie ook: ‘De dwaas acht zich een overwinnaar, als hij met ruwe woorden spreekt’ voor wat meer uitleg hieromheen. Wat daarin genoemd wordt is onder andere dat de Boeddha zelf, in de Abhaya soetra (MN 58), aan ene prins Abhaya uitlegde dat fysiek handelen voor een kind-in-gevaar altijd vanuit metta (liefdevolle vriendelijkheid) moet gebeuren, en vervolgt daarna:
“Op dezelfde wijze, oh prins,
[1] Als er woorden in hem opkomen waarvan de Tathagata weet dat die niet in overeenstemming met de feiten zijn, onjuist, onhulpvaardig (of: niet gerelateerd aan het doel), onaangenaam en onwelgevallig voor anderen, dan spreekt hij ze niet uit.
[2] In het geval van woorden die in overeenstemming met de feiten zijn, juist, onhulpvaardig, onaangenaam en onwelgevallig voor anderen, dan zwijgt hij.
[3] In het geval van woorden die in overeenstemming met de feiten zijn, juist, hulpvaardig; maar onaangenaam en onwelgevallig voor anderen, dan voelt hij het juiste moment aan om ze uit te spreken.
[4] In het geval van woorden die niet in overeenstemming met de feiten zijn, onjuist, onhulpvaardig, maar aangenaam en welgevallig voor anderen, dan zwijgt hij.
[5] In het geval van woorden die in overeenstemming met de feiten zijn, juist, onhulpvaardig, maar aangenaam en welgevallig voor anderen, dan zwijgt hij.
[6] In het geval van woorden die in overeenstemming met de feiten zijn, juist, hulpvaardig, en aangenaam en welgevallig voor anderen, dan voelt hij het juiste moment aan om ze uit te spreken. Waarom is dat? Omdat de Tathagata Metta voor levende wezens bezit.”
Nu zou ik natuurlijk deze hele tekst kunnen gaan uiteen peuteren en stuk voor stuk naar de moderne tijd omzetten, maar dat zou het doel nogal voorbij schieten: de kernwaarde is namelijk simpelweg om alleen te spreken (en schrijven, mailen, chatten) als je zeker weet dat je handelen vanuit metta plaatsvindt en de andere partij er op dat moment ontvankelijk voor is. Kun je die hoog gelegde lat even niet halen, zwijg dan. En hoe compacter deze boodschap gebracht wordt hoe krachtiger.
Henk zegt
Zou het juist niet zo kunnen zijn dat de Boeddha deze woorden sprak die pasten in de context van zijn tijd?
In deze tijd zijn therapeuten eindeloos bezig om mensen te leren om niet te denken voor anderen. Om de ander serieus te nemen en niet voor hem/haar in te vullen wat wel of niet welgevallig is. Dat je beter dicht bij jezelf te blijven als je iets communiceert.
ujukarin zegt
Vind _ik_ erg onwaarschijnlijk, maar ieder zijn eigen mening. Welgevallig is voor mij iets objectiefs, het past wel of niet in hun door mij waargenomen perceptie (die zelf weer subjectief is). Dus die therapeuten mogen roepen wat ze willen maar het is simpelweg niet in lijn met het advies van Boeddha, en dat laatste werkt voor mij…
With folded palms,
Henk zegt
Ja, dat laatste begrijp ik. Maar heeft de Boeddha ook niet gezegd nooit iets (simpelweg) aan te nemen omdat hij het zei? M.a.w. de tijdscontext kan wel degelijk een rol hebben gespeeld. Tenslotte heeft Boeddha wel degelijk ontwikkelingen van zijn leer voorzien. Het Mahayana en het Vajrayana zijn hier voorbeelden van.
Maxim zegt
In plaats van welgevallig gebruiken sommige auteurs de term ‘vriendelijk’. (Bijv Toni Bernard. “Speak only when what you have to say is true, kind and helpful.”) Zo kun je het bij je eigen intenties houden, ipv te gedachtenlezen.
Ujukarin zegt
Natuurlijk, Ehipassiko – probeer en zie voor jezelf. Maar wél rekening houdend met de context zoals Boeddha het uitsprak, niet a priori met Westerse inzichten ;-)
With folded palms,
Henk zegt
Nog even nuanzeuren::-)Wat ik mij afvraag is, of Boeddha’s woorden altijd letterlijk genomen moeten worden. In b.v. het vajrayana kan een leraar met een oprecht mededogend hart een leerling keiharde, en de leerling onwelgevallige woorden toevoegen. ‘vriendelijk’is trouwens geen synoniem voor ‘welgevallig.’ Je kunt iemand in principe natuurlijk altijd vriendelijk toespreken, en waarom ook niet. Maar op de meest vriendelijke wijze kun je iemand toch een volstrekt onwelgevallige boodschap brengen. Maar ik zal er verder geen taalkundige discussie van maken.
Ujukarin zegt
Ik geloof dat de deeplink naar de soetra-bespreking niet meer klopt. Is nu denk ik
https://boeddhistischdagblad.nl/achtergronden/24592-de-dwaas-acht-zich-een-overwinnaar-als-hij-met-ruwe-woorden-spreekt/
WFP Ujukarin
G.J. Smeets zegt
“…de kernwaarde is namelijk simpelweg om alleen te spreken (en schrijven, mailen, chatten) als je zeker weet dat je handelen vanuit metta plaatsvindt en de andere partij er op dat moment ontvankelijk voor is.”
Het valt te betwijfelen of er zoiets als ‘kernwaarde’ bestaat. Los daarvan, gezien je eigen woorden hierboven had je ze niet moeten publiceren omdat je gewoon niet weet of de lezer er “ontvankelijk” voor is. En evenmin weet ik of jij ontvankelijk bent voor de woorden die ik nu schrijf. ‘Ontvankelijkheid’ is een psychologische stoplap van de koude grond als we het over intermenselijke communicatie hebben. Ben eens concreet: wat is er niet-metta aan als klimaatontkenners of Covid 19 ontkenners onaangenaam en onwelgevallig en onbehulpzaam op de vingers worden getikt?
Ujukarin zegt
Lees de tekst nu eens, Goff ;-)
Dat op de vingers tikken kan alleen vanuit Metta zijn als het “juiste moment om ze uit te spreken” aangevoeld wordt door de spreker. En die dus zijn/haar mond houdt totdat het juiste moment gevonden wordt. Bijvoorbeeld eerst pogingen in klein comité alvorens dezelfde schreeuw-media gebruikt worden als deze ontkenners uitzoeken…
With folded palms,
Gerry Verbeek zegt
Vraagje: hoe kan ik ooit zeker weten of ikke vanuit enkel metta liefde spreek?
Weet iemand hierop het antwoord, dan hoor ik dat graag.
Ujukarin zegt
@Gerry, nooit 100% voor ons nog-niet-Verlichten. Maar het hebben van een klankbord, oftewel een groep vrienden/innen die je zo af en toe gevraagd en later zelfs ongevraagd advies geven, helpt. Dat klankbord benadert jou vanuit Metta (zoveel mogelijk dan), en helpt je de motivatie te toetsen.
With folded palms,
Gerry Verbeek zegt
Beste Ujukarin, wat een stelligheid en aannames. Ik weet eigenlijk niks 100% zeker, en daar valt goed mee te leven. Hoe weet jij overigens zo zeker dat ik niet – zonder het te zeker weten dan natuurlijk- wel 100 % verlicht ben. Overigens word ik liever niet door ‘een klankbord’ benaderd en ongevraagd advies sla ik altijd meteen in de wind.