De kern van de moderniseringsproblematiek is dat er naar het Westen een uitgeklede, geromantiseerde en verwetenschappelijkte vorm van boeddhisme is getransplanteerd.
“Mindfulness,” schrijft iemand naar aanleiding van mijn vorige artikel in het Boeddhistisch Dagblad, “is die variant van meditatie die het beste past bij de levenswijze van de westerling en biedt derhalve veel meer perspectief om tot het punt van compassie te komen: waar meditatie toch voor bedoeld is.”
En ook: “Ik begrijp juist heel goed dat de Dalai Lama mindfulness promoot hier in het westen.”
Dit alles naar aanleiding van een discussie over de voors en tegens van modernisering van ‘het’ boeddhisme.
Persoonlijke zuivering
De kern van de moderniseringsproblematiek is dat er naar het Westen een uitgeklede, geromantiseerde en verwetenschappelijkte vorm van boeddhisme is getransplanteerd. Dit beschrijft David McMahan in zijn boek The Making of Buddhist Modernism, dat ik in mijn vorige artikel bespreek.
Mensen hier hebben vaak onrealistische verwachtingen van mindfulness of ze onderschatten de mogelijk negatieve uitwerking ervan.
De component ‘persoonlijke zuivering’ is er in het overplantingsproces van Oost naar West als het ware grotendeels uit gefilterd.
In de geschiedenis van het boeddhisme (een woord dat is uitgevonden door het Britse koloniaal bestuur) was meditatie om de zwaarte ervan specialistenwerk voor een selecte groep monniken.
De meeste boeddhisten mediteerden en mediteren niet. Ze proberen een ethisch leven te leiden, vrijgevig te zijn voor monniken en behoeftigen, en de nagedachtenis van hun voorouders te eren door een kaars of wierook te branden bij een bodhisattvabeeld. Al dat gemediteer in het Westen, ze vinden het maar vreemd.
Inwisselbaar
De manier waarop boeddhisme naar onze streken is overgeplant, kan ons het zicht benemen op de volheid van oude tradities. Op het feit dat je meditatie eigenlijk alleen hoort te beoefenen als je weet waaraan je begint en dit doet onder leiding van een ervaren leraar. Op het feit dat je heel goed boeddhist kunt zijn zonder aan meditatie te doen. Op het feit dat meditatie, ritueel en devotie heel goed kunnen samengaan en tot op zekere hoogte inwisselbaar zijn.
Zijn er mensen die iets aan mindfulness hebben? Zeker weten! Zijn er mensen die erdoor op een dwaalspoor terechtkomen? Eveneens: zeker weten!
Er is het nodige kaf onder het koren van de mindfulnessaanbieders. Zeker nu de ziektekostenverzekeraars de vergoeding van psychologische behandelingen terugschroeven, zie je een verschuiving van ‘dure’ therapie naar ‘goedkope’ mindfulness. En mindfulnessleraar mag je je zonder enige beperking noemen.
Ik sta bij voorbaat kritisch tegenover iedereen die op enigerlei wijze geld verdient met mindfulness. Mijd zulke mensen liever als het kan. Wees kritisch wanneer mensen mindfulness in verband brengen met snel geluk of ‘wellness’. Bestaat het risico dat mindfulness beoefend zonder voldoende gekwalificeerde leraar en buiten de context van Boeddha, dharma en sangha leidt tot een versterking van iemands individualisme? Zeker weten.
Volksreligie
Als de Dalai Lama in zijn boek Vrij van religie mindfulness aan de massa’s aanprijst, dan komt dit volgens mij omdat hij mensen tot een vorm van ‘Zivilreligion’ wil brengen: laagdrempelige ‘seculiere’ volksreligie opgebouwd rond compassie en andere gedeelde waarden.
Baat het niet, dan schaadt het ook niet, zou je kunnen redeneren. Mogelijk. Maar het uitglijrisico blijft bestaan. Het risico dat je je ‘spiritual anxiety’ in de bovenste regionen van de piramide van Maslow adresseert zonder de transformatie aan de basis door te maken die Gautama Boeddha de mensheid in het vooruitzicht stelde.
De Dalai Lama is de enige niet die deze richting uitgaat. In zekere zin doet bijvoorbeeld Thich Nhat Hanh hetzelfde wanneer hij mensen opwekt om met eenvoudige aandachtsoefeningen in het moment en bij elkaar te blijven. Het is niet zonder zin, maar het gevaar bestaat dat het een druppel op de gloeiende plaat blijft.
Als meer traditioneel georiënteerde boeddhist kom ik graag op voor de volheid aan te weinig bekende mogelijkheden die oude boeddhistische tradities te bieden hebben. En ik laat af en toe een kritisch tegengeluid horen over meditatie en mindfulness zonder Boeddha, Dharma en Sangha.
En ik ben de enige niet. In het jongste themanummer van Boeddha Magazine, ‘De dharma als medicijn’ staan lezenswaardige artikelen van André van der Braak (over de volheid van de traditie) en Edel Maex (over de schaduwzijde van mindfulness).
Maar als iemand de weg van de compassie wil uitgaan, op boeddhistische of niet-boeddhistische wijze, zal ik deze niet tegenhouden. Want daar draait het uiteindelijk wel om. Dat heb ik opgestoken van de discussie over de Dalai Lama die ontstond naar aanleiding van mijn vorige artikel. Als je er werkelijk in slaagt om ondanks de woelige baren van het leven vast te navigeren op het kompas van de compassie, dan volgt de diepe transformatie vanzelf.
Nic zegt
“De kern van de moderniseringsproblematiek is dat er naar het Westen een uitgeklede, geromantiseerde en verwetenschappelijkte vorm van boeddhisme is getransplanteerd.”
Wiens problematiek is dat die van de modernisering ?
Ik denk niet dat Shunryu Suzuki een uitgeklede versie naar het Westen heeft gebracht.
Ik denk niet dat in het zen-klooster de Noorderpoort een uitgeklede versie van het Boeddhisme wordt geleefd.
Uiteraard kan de Dalai Lama met een bezoekje niet de hele Boeddhistische traditie uiteenzetten of laten beleven aan de toehoorders.
Natuurlijk kleven er risico’s aan alles dat je onderneemt met als gevolg dat je mogelijk gaat lijden.
Natuurlijk staat in de Happinez ( magazine) niet de volle traditie van het Boeddhisme beschreven.
Vergeet ook niet de mogelijkheden te exploreren die het ‘moderne’ leven heeft te bieden.
Door internet is er een global village ontstaan. Via internet kun je in contact komen met mensen overal ter wereld en de overeenkomsten zien die er overal ter wereld voor een mens gelden.
( Iedereen wil gelukkig zijn en zo min mogelijk lijden)
Die een financiele crisis heeft te bieden. Mensen die van de sky is the limit ineens aan de grond zitten hebben ook een mogelijkheid tot transformatie en inzicht
Natuurlijk zijn er met de transplantatie van het Boeddhisme van Oost naar West oppervlakkigheden overgewaaid maar zijn er ook mensen intenstiever mee aan de slag gegaan.
Ik vind dat er een te eenzijdig beeld van oppervlakkigheid wordt geschetst.
Met vriendelijke groet,
Nic
Nic zegt
Het is wel mooi dat je op het einde van het artikel op compassie komt als uiteindelijk destilaat.
Compassie, compassie, compassie met alle levende wezens.
Is dat niet de kern van de boodschap die de Dalai Lama verkondigd.
Een korte samenvatting van zijn inzicht maar geen oppervlakkige !
Jules Prast zegt
Adaptatie = transmissie + receptie
Natuurlijk is adaptatie onvermijdelijk en kan het welkome vernieuwing opleveren.
Modernisering is een duiding van een historisch proces. Shunryu Suzuki maakt evenzeer onderdeel uit van dit proces als bijvoorbeeld Thich Nhat Hanh.
Twee vragen zijn echter belangrijk die we ons allemaal zouden kunnen stellen:
– Gaat er in de transmissie iets waardevols verloren?
– Wordt er in de receptie iets toegevoegd wat wezensvreemd is voor de boeddhistische traditie?
Verloren:
Zen in het Westen is meestal zen die geschoond is van de verstrengeling met andere boeddhistische tradities. Om een voorbeeld te noemen dat mij persoonlijk na aan het hart ligt: in de geschiedenis van Oost-Azië is Zen vaak in combinatie met vormen van Reine Land-boeddhisme beoefend. In het Westen is zen ‘clean’ geïntroduceerd. Reine Land-boeddhisme komt hier weinig voor en is in voorkomende gevallen een gescheiden kanaal, terwijl beide in hoge mate complementair zijn. Dit bedoel ik wanneer ik zeg dat modernisering je het zicht kan benemen op de weelde aan mogelijkheden die de boeddhistische traditie biedt.
Wezensvreemd:
– Het isoleren van meditatie uit de context van het boeddhistische pad.
– De aanname dat meditatief inzicht boven cognitie gaat.
– Het interpreteren van ‘Mind’ als grond van alle bestaan.
– De versmelting van boeddhisme met universele waarden.
– Boeddhisme voorstellen als een wetenschap (in de westerse zin van het woord).
Ujukarin zegt
Hoi Jules,
Op zichzelf mee eens, maar niet persé met je voorbeelden. Dat komt natuurlijk mede omdat ik vanuit een ander paradigma kom: we moeten eerst de kern van het Boeddhisme definieeren, strippen van alle Aziatisch-Oosterse niet-waardevolle en geregeld zelfs wezensvreemde elementen, en dán dat zien toepasbaar te maken in de moderne wereld.
Gebruikmakend van alle elementen uit diens cultuur en achtergrond die als vertaling van die Kern-Dharma gebruikt kunnen worden en alle wezensvreemde bedreigingen (zoals gelijkstellen met, i.p.v. gebruik maken van, Wetenschap) vermijden.
Voorbeeld van die kern, waarmee je ook valkuilen als eenzijdige nadruk op meditatie vermijdt: de vijf spirituele vermogens (Indriyas) oftewel Geloof/Devotie, Energie, Concentratie, Wijsheid en Achtzaamheid/gewaarzijn. Veel scholen hebben een ‘neiging’ naar één van die vijf: Puur Land naar devotie, Tantra/Vajrayana naar Energie, Zen en Vipassana-Theravada naar Concentratie, en Wijsheidsscholen (o.a. Madhyamaka van Nagarjuna en Gelugpa maar ook Abidhamma-Theravada) naar het concept dat hun naam verraadt. Gewaarzijn kent niet echt een eigen school maar dient bij allevier de basis te zijn. Dus ja je zou mensen kunnen verwijten dat ze te eenzijdig meditatie-zen beoefenen, maar de compenserende kracht kan van ‘buitenaf’ komen (Puur Land) maar ook van ‘binnenuit’ – denk aan Zentuinen aanleggen en tot Kannon (Kanzeon) bidden. En in bijvoorbeeld onze Indiase beweging zie je echt het zoeken naar de balans zonder gebruik te maken van ‘Westerse’ inzichten, maar wel van ‘moderne’ inzichten zoals gelijkwaardigheid van man en vrouw.
Voorbeelden van dat strippen heb ik recentelijk al met o.a. Edel bediscussieerd; die monniken in Sri Lanka die een stuk meer aan eigenbelang dachten dan aan compassie waren slechts een voorbeeldje. Voorbeelden van “alle elementen uit diens cultuur en achtergrond die als vertaling gebruikt kunnen worden” gaat verder dan modern-wetenschappelijke elementen, hoewel bijvoorbeeld uit Darwin’s evolutietheorie paralellen te halen zijn met het Spirituele Pad. Collega-leraren van me in Angelsaksische landen bijvoorbeeld halen oude pre-Christelijke Keltische kennis en rituelen erbij als expressie van Dharma, en dat kan uitstekend zonder je te verliezen in ofwel krachteloze ofwel egobevestigende New-Age blabla. Netzo bijvoorbeeld mijn omwerking vorig jaar van een Lord of the Rings verhaaltje naar Dharma.
Ergo conclusio: als wat o.a. HHDL en TNH doen afzwakken en verdunnen is dan is het geen verbetering, maar als het vertalen-naar-het-moderne-met-behoud-van-de-kern is prima toch? Maar zoeken naar die kern staat dus geheel los van andere stukken traditie erbij halen, heel veel traditie moet juist weggegooid worden…
With folded palms,
Jules Prast zegt
In Tricycle (Engelstalig) staat een recent interview van Linda Heuman met Thupten Jinpa Langri, die voor de Dalai Lama tolkt en in de VS doceert over boeddhisme. Hij gaat uitgebreid in op de moderniseringsproblematiek: http://www.tricycle.com/feature/under-one-umbrella
Edel Maex zegt
McMahan is helemaal niet zo negatief over de modernisering, eerder geïntrigeerd en nieuwsgierig.
Wat hij beschrijft is niet zozeer een een ‘uitgekleed’ boeddhisme, maar eerder een ‘aangekleed’, zij het in een nieuw jasje. En van dat soort nieuwe jasjes weten Chinezen en Tibetanen natuurlijk ook alles af.
Moeten we ons zorgen maken? Op lokaal niveau hier en daar wel, denk ik. Op het globale niveau en op lange termijn sluit ik mij aan bij Gil Fronsdal:’People can complain about “Buddhism lite,” but I trust the practice. I have faith in people’s hearts.’