“Recht is recht, krom is krom, gelieve wat te geven voor de fiere Pinksterblom, want de fiere Pinksterblom moet leven.”
Dat liedje is mijn eerste spontane associatie bij Pinksteren.
De tweede stamt uit mijn studententijd. De studentenpredikant legde uit: Pinksteren betekent dat de Geest, uitgestort op het Joodse Feest van de Wet, die wet in ons hart schrijft. Anders gezegd: dode letters en rituelen, bewaakt door een priesterstand, worden zinvolle levensstijl als de Geest de beweegreden is van ieders hart.
Opmerkelijk: de op Pinksteren uitgestorte Geest zweefde in het scheppingsverhaal al over de wateren, als hoeder van de schepping en de aarde. Een klimaatbewuste Geest dus, een overtuigde globalist.
Folklore en theologie komen bij elkaar als het ‘recht is recht’ uit het liedje klinkt als ‘recht doen vanuit de geest van de wet die in je hart is geschreven’. Die geest van de wet treedt op tegen krom geschreven of eigenmachtig gelezen wetsteksten. Hoe hanteert een regering wetten en hoe spreekt een rechter recht? Naar de letter of naar de geest van de wet? Ziet men alleen de wet of ook de mens?
Fundamenteel voor de geest van de wet is zo gezien de waarde van de medemenselijkheid en de zorg voor de aarde en haar bewoners. Dat bepaalt wat recht is en wat krom. Klein probleempje: de wet moet bijna per definitie eenduidig zijn. Dat bevoordeelt een letterlijke lezing. Voor machthebbers, zowel in de religie als in de politiek, komt dat goed uit wanneer ze hun versie van orde willen handhaven.
Heel actueel: Hoe zit het in het nieuwe regeerakkoord met de medemenselijkheid en de zorg voor de aarde en haar bewoners?
Hopelijk blijven duizend bloemen bloeien, zonder verwelken. ‘Gelieve wat te geven voor de fiere Pinksterblom, want de fiere Pinksterblom moet leven.’
Goed Pinksterweekend!