In de vorige VZ introduceerde ik de Reli-driehoek, met het heilige, het sociale en de verbeelding als hoekpunten. Die driehoek is in alle religies speelgoed voor homo ludens, de zingevende, spelende mens. De zo vormgegeven visie helpt om te overleven, ondanks een hele rij overstijgende verschijnselen die het mensenleven ingewikkeld maken, zoals dood, ziekte, tijd, natuur, heelal, kwaad, samenleving, zelf.
Goede Vrijdag is een goed moment om de Reli-driehoek te toetsen aan het christelijke lijdensverhaal. Welke rol spelen daarin het heilige, het sociale en de verbeelding? En hoe biedt deze specifieke invulling van de driehoek een visie op de problematische overstijgende verschijnselen waar mensen onder te lijden hebben?
Het sociale krijgt vorm in de profetische beweging rond de timmermanszoon Jezus, uit Nazareth in Galilea. Zijn verbeelding brengt hem volgens de overlevering bij een nieuw perspectief op het heilige. Hij komt met een eigen Reli-driehoek. Voor een eerste invulling van het sociale hoekpunt nodigt de nieuwe profeet een dozijn discipelen uit. Met hen trekt hij door het land om de nieuwe boodschap in woord en daad te verspreiden.
Hij heeft aandacht voor de verschillende overstijgende verschijnselen waar zijn toehoorders onder lijden. Zo haalt hij doden terug naar het leven, geneest zieken, en benadrukt de eeuwigheid voorbij de tijd. Hij verwijst naar zijn hemelse vader, veroordeelt het kwaad, leeft een ander soort samenleving voor, rehabiliteert gemarginaliseerden, en maant de mensen voor hun ziel te zorgen. Zijn beweging groeit.
Deze eigen verbeelding van het heilige en het sociale botst al snel met de gevestigde Reli-driehoeken van die tijd. Het religieuze establishment in Judea besluit deze concurrerende nieuwkomer uit Galilea uit de weg ruimen, zeker nadat het volk hem toejuicht bij zijn aankomst in de hoofdstad. In een laatste broodmaaltijd viert de profeet met zijn discipelen de vreugde van het samenzijn. Later is die maaltijd voor de volgelingen een belangrijke metafoor en een dankbaar element voor hun rituele verbeelding van het heilige en het sociale.
Een van de discipelen, de enige uit Judea, heult tegen betaling met de religieuze elite. De profeet wordt gearresteerd en, na aarzelende instemming van de Romeinse bezetter, ter dood gebracht aan het kruis. Met zijn eigen opstanding voert de profeet zichzelf uit de dood naar het leven. Hij verschijnt aan zijn volgelingen en stijgt vervolgens ten hemel. Uiteindelijk ontvangen zijn discipelen een heilige geest die hem vervangt.
Decennia na het gebeurde schrijven evangelisten, ieder een betekenis toekennende homo ludens met een eigen verbeelding, een biografie van de profeet. Op basis van de mondeling doorgegeven verhalen dragen ze daarmee bij aan de verdere en gevarieerde uitwerking van de Reli-driehoek voor de Jezus-beweging. Ze maken veel werk van de manier waarop de profeet de overstijgende gehelen tegemoet trad, en ook van zijn lijden, dood en opstanding.
Al voordat de evangelisten aan het schrijven gaan, ontwerpt een andere homo ludens in de beweging, Paulus van Tarsus, zijn eigen Reli-driehoek. In zijn brieven aan plaatselijke groepen volgelingen formuleert hij de eerste leerstukken van de beweging. Het lijdensverhaal speelt daarin een cruciale rol. In het lijden en de opstanding van de profeet herkennen volgelingen hun eigen lijden en een manier om de overstijgende gehelen te overstijgen.
De beweging groeit binnen korte tijd uit tot een institutie, feitelijk een nieuwe religie, met het kruis als logo. Deze institutie noemt haar sociale vorm ‘kerk’. De volgelingen noemen zich ‘christenen’, omdat zij hun profeet zien als een ‘christus’, letterlijk ‘gezalfde’, een verbeelding van een messias. De stichter wordt daarmee deel van het heilige.
Twintig eeuwen later zijn er ontelbaar veel versies van de christelijke Reli-driehoek, elk met een eigen benadering van de overstijgende gehelen die te denken en te lijden geven. En elke versie vult de lijdensweek weer anders in.