Verdriet en pijn worden geboren uit wat ons lief is.
Buddhavacana
Ruzie in de sangha van Kosambi (deel 1).
In zijn negende missioneringjaar (-520) verbleef de Boeddha in Kosambi. Hoe pijnlijk moet het voor hem geweest zijn toen hij bij de stadspoort de totaal beschonken bhikkhu Sagata zag liggen.
‘Om verlichting te bereiken moet je een penis hebben’
Deze gedachtenkronkel heeft zijn ingang in Tibet gevonden mede door de teksten van Indiase leraren en werd door latere, mannelijke leraren niet in vraag gesteld en zonder problemen overgenomen.
Viert een boeddhist Kerstmis?
Dit is een veel gestelde vraag. Viert een (bekeerde) boeddhist de feestdagen die traditiegetrouw in zijn/haar land bestaan?
Wij zullen ons hier van roddelen onthouden…
Het juiste spreken (samma vaca) is een onderdeel van het edele achtvoudige pad en vormt samen met het juiste handelen en de juiste wijze van levensonderhoud de geleding moraliteit (sila).
Kandaraka-sutta: over de vier typen van personen in de wereld
Als individu ben je nooit alleen; er moet altijd op de één of andere manier rekening gehouden worden met anderen. Doe je dit niet, hou je geen rekening met anderen, dan plaatst de Boeddha die persoon onder type twee: “zij die anderen kwetsen, kwaad doen”.
‘We moeten de dood regelmatig en een beetje kunstmatig in onze meditatie brengen’
Als je, je tijdens een volgende meditatie plots bewust word dat je sterft, heb je niet de tijd om dit fenomeen in alle rust , zonder je erbij betrokken te voelen, van op een afstand, als een toeschouwer, een getuige, te bekijken.
‘Als de bel gaat, sta op’
Nog voor de gedachte ‘ik heb geen zin om nu al op te staan’ opkomt, staat de jonge Toshi al naast zijn bed. Hij stapt uit bed ‘zonder na te denken’, zonder het opkomend gevoel van tegenzin de kans te geven zich te ontwikkelen tot een negatieve gedachte.
‘Heer Gotama, ik zeg het volgende, ik heb volgende visie: “Ik keur alles af”.
Gotama: “Deze visie van jou, Aggivessana , dat je alles afkeurt, keur je die dan ook af?”
Karma in de tijd van de Boeddha
Onvermijdelijk wierp de leer van de wedergeboorte de vraag op naar het subject van de wedergeboorte: wie of wat is het dat wedergeboren wordt?
Aldus heb ik gehoord – de Boeddha in het land van de Angutarapa’s
Het pad dat de Boeddha beschrijft wordt gekenmerkt door loslaten, opgeven en overstijgen.
Toets hier het gedrag van je leraar aan…
Hoe kan je weten dat iemand, een leraar bijvoorbeeld, de realisatie heeft bereikt die hij/zij beweert te hebben of die hem/haar door anderen wordt toegeschreven?
Vrij van smetten…
“Vriend, wat de persoon betreft die een innerlijke smet heeft en dit niet weet hiervan kan verwacht worden dat hij geen wilskracht zal ontwikkelen, hij zich niet zal inspannen, geen energie zal ontplooien om die smet te verwijderen. Hij zal vol passie, vol haat, vol verwarring, met een smet, met bezoedelde geest sterven.
‘De dwaas acht zich een overwinnaar, als hij met ruwe woorden spreekt’
Boosheid is een barrière waardoor geestelijk goed functioneren wordt belemmerd; want het is de tegenstelling van vriendelijkheid, bescheidenheid, welwillendheid, mededogen etc.
Siddhattha Gotama, de boeddhist
Zoals de Boeddha voorspelde bestaat de klankkast van de trom ondertussen volledig uit vervangstukken…
André Baets – omgaan met de (eigen) dood
De Boeddha komt in de Pali-Canon, als hij met nabestaanden praat, soms schijnbaar hard en gevoelloos over. De Verhevene was geen mooiprater en troostte niet met holle woorden, maar met de waarheid, hoe onbarmhartig die ook mocht klinken
André Baets – besmette kost
‘Besmette kost waar een luchtje aan zit’ is een omschrijving van het Pali woord ‘amagandha’ wat letterlijk ‘geur van rauw vlees (hebbend); vieze geur, kadavergeur, rotte geur, stinkende substantie’ betekent.
Koninklijke Bibliotheek archiveert Boeddhistisch Dagblad
Met het Nederlands Boeddhistisch Archief zijn ook vergaande gesprekken gaande over archivering van het Boeddhistisch Dagblad.
Buddhavacana: Kalama-Sutta
De kalama-Sutta. André Baets over waarschijnlijk de meest geciteerde uitspraak van de Boeddha op websites, blogs en briefkaarten.
Het lijkt wel alsof de Boeddha ons carte blanche geeft in het bepalen van wat goed en slecht is. Laten we even de tekst er bij nemen.
De Verhevene over de slacht en het eten van vlees
Het getuigt van Gotama’s praktische inzicht dat hij van de monniken niet verlangde dat ze strikt vegetarisch leefden. Een totaal vleesverbod zou voor een monnik moeilijk op te brengen zijn daar hij, als bedelmonnik, aangewezen is op wat de gever hem biedt. De monnik eet wat in zijn bedelnap terecht komt.
‘Ik sta in brand! Ik sta in brand!” en viel ter plekke in de Grote Hel.
Yakkha’s zijn angstaanjagende geesten die in verlaten streken, duistere bossen of diepe spelonken wonen. Ze zijn boosaardig en lelijk om te zien. Maar ze kunnen zich ook ontpoppen als welwillende wezens, wanneer men aandacht aan hen geeft en hen respectvol benadert. Dan kunnen ze zelfs mensen beschermen in plaats van hun schade toe te brengen.
André Baets – inzicht hebben in het ontstaan en vergaan
Een spirituele vriend is iemand waar je niet alleen iets kan van leren; je moet er ook van leren. Samen met enkele gelijkgestemden zitten keuvelen over de Dhamma, instemmend knikkend bij wat er wordt gezegd en elke tekortkoming van de ander bedekken met de mantel der vriendschap is niet wat de grondbetekenis van kalyana-mitta, een spirituele vriend is
Hoe vang je een aap?
In de Boeddhistische verhalen en afbeeldingen komt de aap regelmatig voor. Bijvoorbeeld in de bhava-cakka, het wiel van wording (soms vrij vertaald als ‘levenswiel’), waar we in de buitenste ring een aap zien die van de ene tak naar de andere slingert.
‘Hoe zou hij dan met zijn lichaam een slechte daad kunnen verrichten?’
‘Evam me sutam’, aldus heb ik gehoord. Samanamandika-Sutta MN 78 (1)