• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst

Boeddhistisch Dagblad

Ontwart en ontwikkelt

Header Rechts

Veertiende jaargang

Zoek op deze site

  • Home
  • Agenda
    • Geef je activiteit door
  • Columns
    • Andre Baets
    • Dharmapelgrim
    • Bertjan Oosterbeek
    • Dick Verstegen
    • Edel Maex
    • Emmaho
    • Goff Smeets
    • Hans van Dam
    • Jana Verboom
    • Joop Hoek
    • Jules Prast
    • Paul de Blot
    • Rob van Boven en Luuk Mur
    • Ronald Hermsen
    • Theo Niessen
    • Xavier Vandeputte
    • Zeshin van der Plas
  • Nieuws
  • Contact
    • Steun het BD
    • Mailinglijst
  • Series
    • Boeddha in de Linie
    • De werkplaats
    • Recepten
    • De Linji Lu
    • De Poortloze Poort
    • Denkers en doeners
    • De Oude Cheng
    • Meester Tja en de Tao van Niet-Weten – alle links
    • Fabels door Goff
    • Cartoons van Ardan
    • Tekeningen Sodis Vita
    • De derwisj en de dwaas
  • Over ons
    • Redactiestatuut van het Boeddhistisch Dagblad
    • Redactieformule van het Boeddhistisch Dagblad
  • Privacy

Home » Boeddhisme » “Onder de dekens fluisteren mandarijn-eenden met elkaar”

“Onder de dekens fluisteren mandarijn-eenden met elkaar”

9 april 2025 door gastauteur

Naarmate de verwarring van wereldleiders steeds zichtbaarder wordt en verschrikkingen navenant zijn toegenomen, groeit de behoefte aan schoonheid. Om de lente dichterbij te halen, liep ik al weken bij iedere zonnestraal de tuin in op zoek naar de eerste tekenen van het ontwaken van de natuur. Eigenlijk is dit al heel vroeg in de winter te ontdekken als je onder het afgevallen blad kijkt en de knoppen in aanzet ziet wachten op de zon. De morel is nu ook uit haar diepe winterslaap ontwaakt. Ikkyū schreef het ontroerende gedicht Lentewind om hier woorden aan te geven. Maar eerst het levensverhaal over deze legendarische zenmeester uit het Japan van de 15de eeuw.

Ikkyū werd geboren uit een liefdesrelatie van keizer Go-Komatsu van de noordelijke tak van de keizerlijke dynastie met een hofdame van de zuidelijke tak[1]. Door de rivaliteit tussen beide takken, liep het leven van het nog ongeboren kind  gevaar, vooral als de boreling een zoon zou zijn die aanspraak zou kunnen maken op de troon. De aanstaande moeder vluchtte daarom naar het zuiden. De geboorte van Ikkyū stond al in het teken van verboden passie en liefde; passie en liefde bleven de belangrijkste drijfveren in zijn leven. Toen Ikkyū vijf was, droeg zijn moeder de opvoeding over aan een klooster ver van de centra van macht waar hij kon ontsnappen aan de dreiging van het hof. Hij kreeg een klassieke, aristocratische opvoeding in de Chinese literatuur, kreeg les in dichtkunst en kalligrafie en leerde boeddhistische soetrateksten. In het vroege werk Lentepracht dat hij op vijftienjarige leeftijd schreef, zie je de contouren van hartstocht in zijn latere leven al doorschemeren(1980, 212):

“Hoeveel passies klampen zich vast aan de mouwen van deze zwerver?
Massa’s vallende bloesems markeren de passie van Hemel en Aarde
Een geparfumeerde bries over mijn kussen; slaap ik of ben ik wakker?
Hier en nu smelten samen in een onduidelijke lentedroom.”

Toen hij achttien was kwam hij in het klooster van Ken’ō, een kluizenaar monnik die als een vader voor hem was. Twee jaar later sloeg het noodlot toe. Ken’ō overleed en Ikkyū bleef radeloos achter. Hij wilde een einde aan zijn leven maken. Zijn moeder weerhield hem daarvan en haalde hem naar Kyoto.

Daar kwam hij in een kleine ondertempel van Daitoku-ji[2], het klooster, dat onder bescherming van de keizer, zijn biologische vader, stond. Hij bleef er negen jaar lang tot de dood van zijn leermeester Kasō Sōdon, die hem had aangewezen als opvolger, maar zover zou het niet komen. Ikkyū was inmiddels de dertig gepasseerd en in een cruciale fase van zijn leven beland. Kasō Sōdon was feitelijk zijn eerste échte zenleraar geweest en zeer toegewijd aan de weg. Hij had zelf ooit het overdrachtsdocument van zijn leraar geweigerd; Ikkyū zou zijn voorbeeld volgen[3]. Het gebeurde allemaal in een turbulente periode van de Japanse geschiedenis. De grootstedelijke tempels van de rinzai traditie waren tot in haar haarvaten verstrengeld geraakt met de politiek van het shogunaat en de politiek bepaalde de functies in het klooster. In de tempels werd in sake gehandeld en voor een certificaat van verlichting kon worden betaald. Kortom het leven in de grootstedelijke kloosters was door en door verstrengeld geraakt met de elite van het land en volkomen gecorrumpeerd geraakt. De dood van Kasō Sōdon plaatste Ikkyū voor een cruciale keuze: word ik abt en kies ik voor de zekerheid van het kloosterleven, of kies ik een onzekere toekomst? Ieder mens kan in het leven voor zo’n keuze komen te staan, het kan bijvoorbeeld als je je baan opzegt en je nog niet de zekerheid hebt van een volgende stap! Durf je die sprong te wagen? En als je dan vanuit je hart een keuze maakt, krijg je vleugels. Ikkyū verbrandde het zegel van overdracht en ging de vrijheid en een onzekere toekomst van een bedelmonnik tegemoet.

Liefde en compassie voor zijn medemensen waren de belangrijkste drijfveren in zijn bestaan. Ikkyū is bekend geworden om zijn onvoorwaardelijke liefde voor het leven. Hij verliet het kloosterleven en zwierf meer dan dertig jaar als bedelmonnik door het land, waar hij samenleefde met de mensen die hij op zijn pad tegenkwam in de dorpen, gehuchten en steden. Overal en waar hij maar ging kreeg hij volgelingen uit alle rangen en standen. Hij gaf onderricht in het Japans en maakte daarmee zen toegankelijk voor gewone Japanners. Dat was buitengewoon, want normaliter was de voertaal voor religieuze en literaire teksten Chinees. De rinzai traditie stond bekend als samoerai-zen[4] en de elite besteedde veel aandacht aan de kunsten zoals de dichtkunst, kalligrafie en schilderkunst. Ikkyū stond bekend als groot dichter en kalligraaf en hij betekende veel voor de ontwikkeling van de theeceremonie. Rond zijn veertigste, in de periode dat hij landelijke bekendheid had gekregen, werd hem gevraagd abt te worden van een klooster. Hij stemde ermee in, maar hield het slechts tien dagen vol. Hij verliet het klooster met de woorden: ”als je me zoekt, vindt me dan in bordelen, in het café of op de vismarkt.”

Op zijn oude dag kreeg Ikkyū een liefdesrelatie met Mori, een jonge blinde non voor wie hij talloze liefdesgedichten schreef en met wie hij samen muziek maakte, zij op de Japanse koto, een soort harp, hij op de shakuhachi, een bamboefluit. Iedere avond maakten ze muziek. Toen Ikkyū tachtig was, werd hij tenslotte hoofdabt van Daitoku-Ji, het klooster dat gelieerd was aan de keizer. In de jaren zeventig van de vorige eeuw volgden veel westerlingen daar een deel van hun zentraining. Het was het klooster dat met het keizerlijk hof was verbonden. Iedereen die op een sesshin van Maha Karuna Ch’an is geweest, kent het verhaal van Ton Lathouwers over Kobori, abt van één van de ondertempels van Daitoku-ji en neef van de vorige keizer, die toen Ton zijn slippers slordig had neergezet, de sandalen oppakte en in de rij naast alle andere zette met de opmerking dat ook slippers en sandalen met ons mee-mediteren. Ikkyū, onwettige zoon van de keizer was abt geweest van het hoofdklooster. Hij had er met Mori, zijn geliefde geleefd in een hut bij het klooster; hier volgt een gedicht[5] uit die periode:

“Elke nacht, vergezelt blinde Mori mij met een lied.
Onder de dekens fluisteren twee mandarijn-eenden met elkaar.
Wij beloven bij elkaar te zijn voor altijd.
Een oude man verheugt zich nu een eeuwige lente lang”

Om ongecompliceerd samen te leven met de mensen om hem heen, legde Ikkyū de voorschriften voor monniken over het celibaat -daar kom ik zo op terug- en vegetarisme naast zich neer. Er was de hogere waarde in het spel van je niet willen onderscheiden van de mensen met wie je samenleeft. Onder de Japanse bevolking werd veel vis gegeten en daarvan afwijken zou hem immers in een aparte positie hebben gezet.

Ikkyū vierde het leven en beschouwde liefde en hartstocht mits gelijkwaardig en ze tot wederzijdse vervulling leiden als de zuivere expressie van de ware leer. De ervaring van de liefde zelf is verlichting, welke liefde dan ook of het nu de heteroseksuele of homoseksuele liefde betrof, want liefde is een deugd, omdat het de zuiverheid van onze ware natuur in ons doet openbloeien, ons opent en samen doet vloeien met de ander. Ikkyū geeft hiermee een sacrale dimensie aan liefde, erotiek en de lichamelijke ervaring van seksualiteit die verbinding zoekt met de ander en alle anderen en opgaat in het Ene. Het is liefde die dualiteiten overstijgt en daarmee gaf hij een extra dimensie aan de betekenis van liefde waarin lichaam en geest versmelten in de verstrengeling tot één lichaam. Dit kwam ook in zijn liefde voor de natuur tot uitdrukking, zijn liefde voor muziek, poëzie, kalligrafie en in het ritueel van de theeceremonie. Zijn dagelijks leven was leven in aandacht voor de alledaagse dingen om hem heen. Hij droeg dat ook uit aan mensen om hem heen. Een anekdote over een rijk man vertelt hierover: een man vroeg Ikkyū voor hem een kalligrafie te maken om ermee te pronken voor zijn vrienden. Hij verwachtte een bijzondere tekst te krijgen. Ikkyū schreef: aandacht. De man keek verbaasd op. Ikkyū schreef: aandacht. Opnieuw keek de man hem verrast aan. Een derde keer schreef hij: aandacht. De man maakte een buiging.

De lente is twee weken gaande, bloesemtakken beginnen uit te botten. Het mysterie van de seizoenen geeft Ikkyū raak weer in het gedicht Lentewind:

“Breek je een kersenboom open dan vind je geen bloemen,
maar de zachte lentewind laat duizenden bloesems bloeien.”

Het gedicht nodigt uit tot geduld, want alles heeft zijn eigen tijd. Heb geduld, want ingrijpen werkt averechts, dan verstoor je de loop der dingen en komt het niet tot bloei. Alles heeft zijn eigen tijd nodig om te rijpen. Dat geldt ook voor ons mensen. Heb geduld, wacht en waak, zegt Rilke de dichter. Wacht en waak en leef de vragen want je bent nog niet in staat de antwoorden te leven. Want er is een diepere laag in ons, die open-bloeit als de tijd er rijp voor is, want de ziel is langzaam. We gaan allemaal onze eigen unieke weg en hebben tijd nodig. We kunnen onze innerlijke groei niet forceren. Doorgaan en vertrouwen, ook al is je leven een dorre woestijn. Want, zegt Rabbi Nachman van Bratislava (1772- 1810): “Zalig degene die het uitroepen in de dorre woestijn van hun eigen ziel, het is in hun hart waar de schoonste bloemen opbloeien.” Het uithouden in de woestijn, zei ook starets Silouan: “Blijf in de hel en wanhoop niet”. Velen hebben hier op hun unieke manier op gewezen. Ook mijn eerste leermeester zei: “niet mijn wil”.

De tak met haar knoppen krijgt bloesem en draagt vrucht, sterft af en in de volgende lente is er weer opnieuw de beloftevolle knop die bloesem draagt en opnieuw weer vruchten zal geven. Het is een metafoor voor ons eigen leven met hun wisselende perioden van voorspoed en tegenslag, angst en vrede, wanhoop en gemoedsrust, waarin genade ons kan toevallen. Verdragen en het uithouden bij ziekte, ongemak, ouderdomskwalen, verraad en tegenslag. Het was ook de leefregel van Nietzsche: ‘Amor Fati’, wat zoveel wilde zeggen als: wees moedig en heb je lot lief. Aanvaardt wat is en maak het tot de opdracht in je leven; onderzoek wat het jou hier en nu wil zeggen. Blijf bidden, blijf wachten en waken, en blijf vertrouwen dat die diepere laag in ons zal openbloeien. Daar raken we aan het wonder van het bestaan: de tak met de kersenbloesem, onze ware natuur.

[1] Er bestonden in die periode twee keizerlijke dynastieën die elkaar afwisselden en beconcurreerden.
[2] Wikipedia, Daitoku-ji.
[3] Er zijn meerdere versies beschreven over het leven van de jonge Ikkyū. Ik baseer me vooral op Thomas Hoover.
[4] De sōtō zen van Dōgen was meer toegankelijk voor gewone Japanners.
[5] Ik verwijs naar Het Mystieke Netwerk van Nico Tydeman met een uitgebreid verhaal over Ikkyū: Ikkyū Sojun, de Dharmameester van de liefde.
Literatuur:
Thomas Hoover. The Zen Experience. The historical evolution of Zen through the lives and teachings of its great masters. 1980.
Foto: Jocelyn Wong via Pixabay
Bron Zitten in verbondenheid / 6 april 2025- https://mahakarunachan.nl/onder-de-dekens-fluisteren-mandarijn-eenden-met-elkaar/
Tekst Elsbeth Wolf.

Categorie: Boeddhisme, Columns, Elsbeth Wolf, Zen Tags: aandacht, erotiek en de lichamelijke ervaring van seksualiteit, geduld, Ikkyu, Kobori, Lentewind, liefde, Maha Karuna, onder de dekens fluisteren mandarijneenden met elkaar, Rabbi Nachman, Ton Lathouwers, zitten in verbondenheid

Lees ook:

  1. Maha Karuna Ch’an – zitten in verbondenheid met alles en iedereen uitgebreid
  2. Liefde is een deugd
  3. Zitten in verbondenheid – Ieder moment opnieuw geboren
  4. ‘Zingen geneest de bronnen van het donker’

Elke dag het BD in je mailbox?

Elke dag sturen we je een overzicht van de nieuwste berichten op het Boeddhistisch Dagblad. Gratis.

Wanneer wil je het overzicht ontvangen?

Primaire Sidebar

Door:

gastauteur

diverse schrijvers 
Alle artikelen »

Agenda

  • Agenda
  • Geef je activiteit door

Ochtend- of avondeditie

Ochtend- of avondeditie ontvangen

Abonneer je

Elke dag gratis een overzicht van de berichten op het Boeddhistisch Dagblad in je mailbox.
Inschrijven »

Agenda

  • 13 juni 2025
    Kesa en Rakusu naaiworkshop
  • 19 juni 2025
    Stiltemeditatie Stichting Bodhisattva
  • 20 juni 2025
    Wijsheid: Bewustzijn & Gewaarzijn
  • 21 juni 2025
    JATAKA Het bange haasje
  • 22 juni 2025
    Waardig Sterven een universele verantwoordelijkheid
  • 23 juni 2025
    Maandagochtend meditatie in Amsterdam-West
  • 24 juni 2025
    Boeddhisme en meditatie (kennismakingscursus)
  • 24 juni 2025
    Dinsdagavond op even weken samen mediteren in Almere Buiten
  • bekijk de agenda
  • De werkplaats

    De werkplaats.

    Boeddhistische kunstenaars

    Artikelen en beschrijvingen van en over het werk van boeddhistische kunstenaars. Lezers/kunstenaars kunnen zich ook aanmelden met hun eigen werk.
    lees meer »

    Pakhuis van Verlangen

    In het Boeddhistisch pakhuis van verlangen blijven sommige teksten nog een tijdje op de leestafel liggen.

    Deconstructie van het godsbeeld van Pseudo-Dionysius

    Hans van Dam - 23 mei 2025

    Over het verschil tussen weten-wat-niet en niet-weten.

    De wolk van niet-weten

    Hans van Dam - 22 mei 2025

    Over beeldloze mystiek en mystiekloze beelden.

    ‘Het leven zelf is zazen’

    Wim Schrever - 28 april 2025

    De grote tragedie hier in het Westen is dat we onze eigen spirituele traditie zo snel hebben opgegeven en met het badwater -de religie- ook het kind -de spiritualiteit- hebben weggegooid. Terwijl een mens fundamenteel nood heeft aan spiritualiteit, aan zingeving.

    Geschiedenis als wapen deel 1

    Kees Moerbeek - 20 april 2025

    President Vladimir Poetin zei in 2014: ‘Onze collectieve herinnering bepaalt onze cultuur, onze geschiedenis en onze tegenwoordige tijd. En onze toekomst zal worden gevormd aan de hand van onze historische ervaring.’ Hij is het zelf die actief deze herinnering en ervaringen vorm geeft en propageert. Ivo van de Wijdeven schrijft dat in de Sovjettijd er nog werd gegrapt dat het land een zekere toekomst had, maar een onvoorspelbaar verleden. Onder Poetin is Ruslands geschiedenis als in beton gegoten. Er is maar één historische waarheid en deze is verankerd in de grondwet en de Nationale Veiligheidsstrategie.

    Jaloerse goden te slim af – de geschiedenis de baas…?

    gastauteur - 13 april 2025

    Hongersnood in een hermetisch afgesloten kuststrook die onwillekeurig aan de vernietigingskampen van weleer doet denken, besmet met meer dan een zweem van genocide… Regeert Adolf Hitler over zijn graf heen? Want bestaat Israël niet bij diens gratie? Zou zonder die bittere nazi-erfenis Palestina als land van drie monotheïstische religies niet nog gewoon zo heten? Is de grond er niet vervloekt, juist door godsdiensten die, gevoed vanuit één fictieve bron, vervolgens als protestbeweging steeds in chronologische volgorde aan haar voorgangster ontspruiten, waarmee de kiem voor een eeuwigdurende vete om de absolute waarheid is gelegd? En claimt niet elk van deze broeder- of zusterstromingen dat stuk met hun aller bloed doordrenkte aarde, aanvankelijk voor Abrahams JHWH, vervolgens voor Jezus’ Vader en ten slotte voor Allah – drie godheden die, in verbitterde onderlinge jaloezie verwikkeld, strijden niet alleen om religieuze hegemonie, maar ook om de profane en politieke macht?

    Meer onder 'pakhuis van verlangen'

    Footer

    Boeddhistisch Dagblad

    over ons

    Recente berichten

    • Het jaar 2025 – dag 169 – vragen
    • Derde bezetting OM Amsterdam door Extinction Rebellion gestaakt: ‘OM gaat reageren op eis vervolging ING-topman’
    • Boeddhistische ervaringsdeskundigen gezocht
    • In de serie over karma: Behoedzaam op weg …
    • Guy – dhammazaadjes – Meditatietechnieken

    Reageren

    We vinden het geweldig om reacties op berichten te krijgen en op die manier in contact te komen met lezers, maar wat staan we wel en niet toe op de site?

    Over het BD

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten.
    Lees ons colofon.

    Zie ook

    • Contact
    • Over ons
    • Columns
    • Reageren op de krantensite

    Het Boeddhistisch Dagblad is een onafhankelijk journalistiek webmagazine over boeddhistische thema’s en inzichten. Lees ons colofon.