Omdat Dhamma de zó-heid van de dingen is—de natuur van de dingen—kan er nooit tegenspraak zijn tussen wetenschap en Dhamma. Dit zou immers een contradictio in terminis zijn.
De Dalai Lama heeft steeds verklaard dat wanneer wetenschappelijke bevindingen in tegenspraak zijn met hetgeen in de geschriften staat, de volgelingen van de Boeddha die nieuwe informatie onvoorwaardelijk moeten accepteren.
Zulke stellingname staat in schril contrast met de dogmatische religies, die, door hun dictatuur van het Grote Gelijk, reeds eeuwen wanhopig achter de feiten aanstrompelen…
Siebe zegt
Boeddha leert dat er geen sprake kan zijn van de ontwikkeling van een vrucht in de baarmoeder en geboorte vanuit een baarmoeder als er geen derde element (naast eicel en zaadcel) aanwezig is. Dit derde element is pure noodzaak. Anders geen ontwikkeling van vrucht en geboorte (MN93, MN38, DN15). Dit derde element is de bewustzijnsstroom die al eindeloos lang in samsara ronddoolt.
Dat moet zich verenigen met de bevruchte eicel. Soms wordt er in de context van wedergeboorte ook naar verwezen als gandhabba. Maar het punt is, alleen een bevruchte eicel en een baarmoeder is onvoldoende voor geboorte (lees de suttas maar).
Het derde element brengt alles op gang zeg maar.
Wat zegt de wetenschap op dit punt? Stel dat de wetenschap bevruchting en de ontwikkeling van de vrucht in de baarmoeder kan verklaren zonder enig beroep op dit derde element, wat betekent dit dan? Zien zij dan iets over het hoofd, of moeten we als boeddhisten dit hele idee van de noodzaak van een derde element maar zien als magisch denken, gebrek aan werkelijke kennis, fantasie van mensen die ook niet precies wisten hoe dit werkt?
Ik ben te weinig thuis in deze specifieke wetenschap (embryologie?) maar ik vermoed zomaar dat er geen beroep wordt gedaan op dit derde element om alles te verklaren. Ben er wel benieuwd naar. Zijn hier kenners? Of mensen die goede artikelen hierover weten?