Elk moment is een moment van ontstaan. Elk moment is een moment van vergaan. Ontstaan en vergaan zijn de twee drijfkrachten die het bestaan beheersen. Geboorte en dood vormen kruis en munt van het leven. Een Januskop.
Alles wat samengesteld is, moet ooit vergaan om nadien—in een andere vorm (in een andere energetische samenstelling)—opnieuw te ontstaan. Als de vereiste oorzaken (P. hetu’s) en voorwaarden (P. paccaya’s) ervoor zich manifesteren. Dit is de eeuwige kosmische energie zoals ze belichaamd wordt door Shiva Nataraja in de hindoeïstische kosmologie.
Vergankelijkheid is de sleutel tot inzicht: beseffen dat het níet onze vergankelijkheid is die ons doet lijden, maar wél ons verlangen om bestendig te zijn. De dhammanuvatti moet beseffen dat verlangen (begeerte) géén énkele substantialiteit in zich draagt. Dat verlangen ontstaat en vergaat. Dat écht inzicht—échte wijsheid—erin bestaat in jezelf te realiseren dat élke vorm, élke ervaring vergankelijk is. Anicca.
Elk ogenblik beseffen dat niets eeuwig is. Dat alle dingen, alle geconditioneerde verschijnselen samengesteld zijn uit én afhankelijk van de interactie van de vier elementen (P. dhatu’s). Aarde. Water. Vuur. Lucht. Dat het hele universum één doorlopende manifestatie van energie is. Dat er géén énkele vastheid bestaat. Geen stabiliteit. Geen zelf.
Het hele universum is in voortdurende beweging. Van de grootste interplanetaire ecliptica tot in het kleinste onderdeeltje. Dit is de natuurwet. Dhamma. Alles vloeit in mekaar. Een proces. Een flow. Een flux. Het diepe, heldere besef van afhankelijk ontstaan (P. paticca samuppada) dat elke begoocheling ontwortelt en doorsnijdt.
De Boeddha zei:
‘ Wie paticca samuppada ziet, ziet de Dhamma.’
Ervaar deze vergankelijkheid in élk moment. Observeer je adem. Jouw persoonlijk basecamp. Aandachtig. In elk moment bevrijdt de adem zichzelf. Wrikt zich los uit de omknelling van zijn omhulsel. Autonoom. Onbewust. Spontaan. Zonder ‘ik’.
Ervaar hoe geen enkele adem gelijk is aan de vorige. Noch aan de volgende. Ervaar dit proces van ontstaan en vergaan. Bevrijd jezelf. Je adem toont je de weg. Zolang je leeft.
Vseslav Botkin zegt
“Als een illusie, als een droom, als de stad van Gandharva:
zo zijn ontstaan, voortduren en vergaan verklaard.”
Arya Nāgārjuna, Mūlamadhyamakakārikā 7.34
Siebe zegt
Er zijn boeddhisten die benadrukken dat echte wijsheid het zien van het vergankelijke karakter van alle zintuiglijke ervaringen zijn.
Anderen zien dit als een soort inleidende wijsheid tot het eindelijk ontdekken van het transcendente, het niet desintegrerende, het ongeconditioneerde, het lege, het constante, de haven, het eiland, het wonderbaarlijke, de andere oever, vrijheid, het niet problematisch etc. (SN43.14-43) De contemplaties van anicca, dukkha en anatta worden door hen gezien als ‘poorten tot bevrijding’ (Patisambhidamagga). De geest gaat door inzicht in het anicca, dukkha en anatta karakter van verschijnselen, steeds meer die dimensie binnen die al leeg is, tekenloos, verlangenloos, ongericht, zonder neigingen, hartstocht loos. Dus de Tilakkhana functioneren als poorten.
Sommige boeddhisten erkennen dit niet en geloven dat er verder niks te realiseren valt dan bij een laatste dood uitgaan als een kaars. Zij geloven dat er alleen maar geconditioneerde verschijnselen zijn en staten.