Chef was een keer in een boeddhistische gompa in België en stapte, alvorens de ruimte binnen te gaan, uit zijn schoenen. Zonder de veters los te maken van die bootschoenen die hij op 29 maart 2010 kocht en sindsdien nooit meer uit heeft gedaan, behalve als hij in zijn mand ligt of op blote voeten door de Kloosterbunker loopt. Daaraan herken je een echte boeddhist, zei de gastvrouw, terwijl ze geanimeerd naar Chef en de los om zijn voeten bengelende schoenen keek. Altijd klaar om blootsvoets gewijde ruimtes binnen te gaan.
Van die schoenen is waar, maar Chef zal zich nooit een boeddhist noemen. Hij vindt zich een volger van de dhamma en de Boeddha is zijn beste vriend. Meer niet, niet minder. De Boeddha is dood maar zal wel geleefd hebben, denkt Chef, daar zijn bewijzen voor, stukken steen en zo. Getuigenissen van mensen uit die tijd. Er zal ook wel veel bij verzonnen zijn in de loop der tijd. Mensen houden wel van aandikken en oppoetsen.
Het is niet zo belangrijk. Sinterklaas leefde ooit echt en wordt nu ook nog nagevolgd. Ze doen net alsof hij bestaat, elk jaar weer worden tienduizenden ouders voor enkele weken liegbeest.
Het boeddhisme is net als de schoenen van Chef, soms wil je er even van verlost zijn, schop je ze uit. Maar als je op pad gaat, de middenweg op, zijn die leren omhulsels wel makkelijk, beschermen ze ook. Deze schoenen hebben geen geheugen, zijn er altijd in het nu. Maar ze brachten Chef naar trouwerijen, feesten en partijen, stervenden, begrafenissen en crematies. En naar boeddhistische oorden. Nooit zeiden ze: Doe het zelf maar, wij stoppen en staken. Eigenlijk zijn het roodbruine boeddhisten. De Boeddha laat je met zijn leer ook nooit in de steek, zelfs als je niet in zijn bestaan gelooft.