Het plofje was goed hoorbaar in de stille Kloosterbunker van het Boeddhistisch Dagblad. We dronken net zwijgend onze koffie op, toen het Lieveheersbeestje op de vensterbank viel. Plof.
Het leek een jong dier. De vleugeltjes gespreid, onzeker om zich heen kijkend, waggelend lopend. Wij zijn ons aan het trainen in het niet-weten en niet-handelen. Echter, gelijk kwam de gedachte voorafgaand aan handelen op: wat doen we met het diertje. Houden we het binnen in de droge, te warme ruimte, met het gevaar dat ze in de stofzuigermond terecht komt en de rest van het leven in de donkere hel van de Siemens stofzak (2400 zuigkracht) moet verblijven of openen we het raam om vrijheid binnen te laten.
Het Lieveheersbeestje- wat een naam eigenlijk, maakte zich uit de voeten en verdween spoorloos. We laten het maar zo. De Lieve Heer als leermeester. De grote vraag is: hoe kwam het diertje binnen en met welke boodschap.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!