Ik schrijf op een blad papier of op een computerscherm. Beide zijn een fractie van een millimeter dik. De echte diepte van wat ik schrijf gaat dieper, alleszins dieper dan een fractie van een millimeter. Hoeveel dieper hangt af van de reikwijdte van mijn geest als schrijver en van u als lezer. De grappen van een komisch duo werken maar als de ene voldoende materiaal aangeeft dat de ander met een onverwachte bocht van de geest kan afwerken. Een grap is een geestelijke klap die je niet zag aankomen.
Humor maar evengoed een diep inzicht verwoorden het onverwachte, onverklaarbare. Vanuit een diepte onder het blad of achter het scherm komt iets omhoog, komt iets naar voor, iets dat zwelt als brooddeeg. Of eerder: het groeit en het is onvoorzien, zoals er plots een baby in een moederbuik kan zitten, terwijl de moeder anticonceptie gebruikte.
De anticonceptie die mij vaak hindert om een inzicht te verwoorden, is over-enthousiasme op het moment van geboorte en kritiek achteraf op het verfrommelde, roodgevlekte kind. Eerst lijkt wat ik schreef geweldig, dan banaal, een overrijpe peer die op de grond is gevallen. En inspiratie krijgen is dan nog het gemakkelijke deel. Daarna moet ik de ingeving immers zien te vertalen in de meest aangewezen vorm. Hoe krijg je een driedimensionale inhoud samengeperst in letters op een tweedimensionaal oppervlak?
In het zenboeddhisme is een van de voornaamste mogelijkheden om verlicht te worden het besef van wat leegte is. Leegte is de volheid van het leven, ervaren door een open geest. Een geest die alle concepten durft laten varen. Alle voorstellingen van de realiteit en alle te strak geplande activiteiten creëren een kloof tussen ons en de realiteit. Achter die kloof ligt de volheid van ongrijpbare energieën die dit universum creëren. Peilen naar die volheid vraagt de stilte die men beoefent tijdens het vissen. Schrijven is zichzelf vergeten. Meestal snap ik pas wat ik schreef nadat ik het herlees. Misschien ben jij, lieve lezer, sneller van geest dan ik.