Ik ben geen deskundige op het gebied van de Lotus-Soetra, maar dat hoeft toch ook niet? De soetra brengt mij op allerlei gedachten en die wil ik met lezers van het BD delen. We naderen het einde van de soetra, maar zijn nog niet aan het einde. Misschien nog drie afleveringen? Of vier? Eerst maar eens 46:
Voorbeeld doet volgen
Het 27ste hoofdstuk van de Lotus-soetra verhaalt over een majestueuze koning, zijn twee zoons en hun moeder. Prachtig verhaal. De koning heeft bijvoorbeeld een schare van 84.000 hofdames en zijn zoons voeren voor zijn ogen een show op waar Hans Klok stikjaloers op mag zijn: “Zij stegen op tot hoog boven de hoogste bomen en demonstreerden daar allerlei bovenmenselijke krachttoeren. Zij verplaatsten zich hoog in de lucht heen en weer, gingen zitten en stonden weer op, gingen plat in de lucht liggen en lieten vlammen uit hun voeten komen en waterstralen uit hun hoofd … “ Enzovoorts. Dat die zoons dat allemaal konden, kwam doordat hun geloof puurder was dan dat van hun vader, dat weliswaar een nobel geloof was, maar desondanks ketters. Met andere woorden: het ene geloof is het andere niet, kies dus het zuiverste en houd je er aan! De zoons zijn pa op dat pad een stap voor. Zoiets. De heren beoefenen de paramita’s (volmaaktheden) nauwgezet: naastenliefde, deugdzaamheid, volharding, lankmoedigheid, ingetogenheid en wijsheid. De jonge prinsen zijn verder door en door goed en trekken zich bovendien niets aan van wat anderen allemaal over hen zeggen. Ze zijn heilig onverschillig. Kortom: de jongens zijn doodsaaie schoonzoons, tenzij je van illusionisten houdt. Waarschijnlijk zien ze dat zelf ook in en ze stellen voor zich als koninklijke familie geheel uit de wereld terug te trekken in een soort klooster. Ik zie dat Willem Alexander, Maxima en de drie A’s nog niet doen. En dat is ook niet de bedoeling, denk ik. Wat proberen de schrijvers van de Lotus-soetra duidelijk te maken?
De ongeloofwaardigheid ligt er in de Lotus-soetra zo duimendik bovenop dat ik alle verhalen daarin beslist niet letterlijk neem. Volgens mij zijn de verhalen die in het Joodse, Christelijke en Islamitische geloof rondgaan niet ongeloofwaardig genoeg, waardoor er nogal wat mensen zijn die denken dat ze wel echt waar zijn. En daar begint dan de ellende, want als je gelooft dat je ongeloofwaardige verhalen toch letterlijk moet nemen, mis je de werkelijke betekenis ervan. En die betekenis is niet in woorden te vatten. En ik ga daar nu ook geen poging toe doen. Ik zou op Tijl Uilenspiegel lijken, die een zak openhield om die met zonlicht te vullen.
Wat dan wel? Het lijkt erop dat hoofdstuk 27 iets te zeggen heeft over verschillende geloven binnen relaties. Allerlei relaties. Hier te lande zei men vroeger: twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen! Dat betekent zoveel als: wanneer twee personen van een verschillend geloof trouwen, gaat dat geheid fout! Het waren nog niet eens zo lang geleden vooral protestanten die het opperden wanneer er een katholieke schoonzoon of -dochter de familie in dreigde te komen. Ik zie het als een soort ‘self-fullfilling prophecy’ omdat er kennelijk gewoon van uit werd gegaan dát het fout ging. En dus ging het ook fout. Je moet als andersdenkende bijzonder sterk in je schoenen staan om overeind te blijven tegenover een afwijzende koude kant. (Ik durf dit te zeggen, omdat ik het persoonlijk van zeer nabij heb meegemaakt.) Tegenwoordig halen mensen het spreekwoord nog wel eens aan wanneer het gaat over moslims, atheïsten, communisten … kortom: over alle soorten mensen die er een andere denkwijze / geloof / opvatting op na houden dan die welke hier als traditioneel Nederlands geldt. Met de komst van vluchtelingen, arbeidsmigranten, buitenlandse studenten en ander volk dat hier niet thuis hoort (let op: niet mijn woorden!) leeft het spreekwoord helemaal op! De Lotus-soetra zegt dan: als jij vindt dat je zoveel beter bent dan die ander, laat dat dan zien! Doe wat jij zo stellig beweert dat het juiste is dan ook – desnoods als enige – zelf. Houd je niet in. Laat in jouw gedrag zien dat je wijs bent, en dat je de consequenties van jouw doen en laten accepteert. Volhard! Toon naastenliefde. Wees deugdzaam. Leef ingetogen en treedt andersdenkenden met lankmoedigheid tegemoet. Het gaat er niet om de ander te bekritiseren in zijn of haar geloof, maar om de ander in eigen doen en laten te tonen waar jij in gelooft. Niet lullen, maar poetsen. Als je dat doet, spreken jouw daden voor zich. En wanneer je dat dag in dag uit doet, en niet alleen wanneer het je toevallig goed uitkomt, of omdat je er toevallig even aan denkt… dan overtuig je iedereen van de kracht van jouw denkwijze / geloof / opvatting. Hoe dat heet, is totaal onbelangrijk. Er is immers maar één waarheid, één werkelijkheid, één Eeuwige Boeddha …
Op de dag dat deze bijdrage in het BD verschijnt, zitten we midden in de aanloop naar Kamerverkiezingen. Er doen ik weet niet hoeveel partijtjes mee, die allemaal iets geloven, beloven, bekokstoven, klaarstoven of iets in die geest. Ze hebben allemaal het beste met Nederland en de Nederlanders voor. Althans, dat neem ik aan. Laat maar zien dan, denk ik.
Voor ik op een partij stem, wil ik tenminste op een of andere manier kunnen vaststellen dat wie A zegt zelf ook A doet, en niet B. Ik ben er nog niet achter.
(wordt vervolgd)