Ariyavasa Sutta: ‘En welke vijf hindernissen laat een ariya achter zich?
Een ariya laat zintuiglijk verlangen (P. kamacchanda); afkeer, haat en boosheid (P. vyapada); luiheid & loomheid (P. thina-middha); rusteloosheid & piekeren (P. uddhacca-kukkucca) en twijfel (P. vicikiccha) achter zich.
Dit zijn de vijf hindernissen die een ariya achter zich laat.’
De Vijf Hindernissen zijn verontreinigende eigenschappen die de dhammanuvatti beletten tot ontwaken te komen. Ze verhinderen de beoefenaar om wakker te worden.
De Boeddha gebruikt in de sutta’s de metafoor van vijf (P. panca) gordijnen (P. nivarana) die het licht buitensluiten.
Telkens één van deze hindernissen in yogi’s geest opduikt belemmert het hem/haar om innerlijke vrede te ervaren. Het verstoort zijn/haar harmonie en brengt hem/haar uit balans. Het duwt hem/haar telkens terug in zijn ‘ikje’ en ontvoert hem/haar in zijn/haar eigen virtuele gedachtenwereld van likes en dislikes. Met mentale onrust en agitatie tot gevolg wat zijn/haar spirituele ontwikkeling tot stilstand brengt.
De observatie, het onderzoek, de beheersing en de finale vernietiging van de Vijf Hindernissen vormen dus een conditio sine qua non om tot samadhi te komen.
Wanneer de observatie en het onderzoek zich toespitsen op het etherische, zelfloze karakter (het ontstaan, bestaan en vergaan) ervan heeft de beoefenaar de sleutel voor hun beheersing én vernietiging stevig in handen.
Eenmaal de panca nivarana vernietigd zijn kan de dhammanuvatti de gemoedstoestand van samadhi binnentreden.
Slechts wanneer deze hindernissen overwonnen zijn komt de geest tot rust, verblijft de beoefenaar in kalmte en gloort wijsheid aan de horizon.