Wie bij mij binnenkomt voor persoonlijk onderhoud, groet gewoonlijk een afbeelding van de Boeddha. Niet zo maar een Boeddha. Maar een Boeddha met een briefje voor zijn gezicht. Het zit vast met een pleister waarmee je schilderwerk afplakt. Er staat ook wat op dat briefje, namelijk doubt every thing. Want kunstvriend Ferdie die het heeft gemaakt, denkt, net als ik, dat dit alles betwijfelen, elk ‘ding’, een belangrijke boodschap van de Boeddha is. De boodschap dat je alles zelf moet onderzoeken, dat je niets voor zoete koek hoeft te slikken. Dat jij en alleen jij de ervaringsgrond bent die uit de twijfel het vertrouwen kan destilleren.
Er zijn verschillende soorten twijfel. De lastigste is de twijfel die recht uit ons egokorset komt, het pantser en filter dat we uit verkeerd begrepen veiligheidsoverwegingen in en om ons heen hebben opgebouwd. Dat soort twijfel kan behoorlijk knagen. Krampachtig, machtig en verlammend. Het is echt grote twijfel. Maar hij kan gezien worden en doorzien. Niet zelden is het weerstand, bijvoorbeeld tegen het zien en simpelweg toelaten van de dingen zoals ze zijn. Want open doen voor het leven zelf, staat haaks op de beveiligingsdrang van het ego.
Maar eenmaal doorzien, kan twijfel een voedende, onderzoekende, creatieve werking hebben. De werking van de verwondering. De werking van het open laten. Twijfel kan de opstap zijn naar het ondervinden van wat klopt, wat voor jou ‘waar’ is. Elke goede leraar maant zijn leerlingen zelf uit te vinden wat klopt en is zodoende constant bezig zichzelf overbodig te maken.
In het zenboeddhisme kennen we zelfs een trits van gemoedstoestanden die essentieel zijn voor het ontdekken van onze wakkere geest. Ze worden wel Grote twijfel, Grote inzet en Groot vertrouwen genoemd. De Grote twijfel is hier even belangrijk als de andere twee. Ze houden elkaar in evenwicht en lopen in elkaar over. Ze komen voort uit ons Groot bewustzijn. En die Grote twijfel is heel wat anders dan de grote verlammende twijfel van het ego. Grote twijfel komt voort uit het inzicht dat we het niet weten. Niet kunnen weten. Dat is enorm bevrijdend, maar het ego knarsetandt.
Gewoonlijk worden we heen en weer geslingerd tussen de twijfel van ons ego en de Grote twijfel van dat grotere bewustzijn. Maar wonderlijk genoeg kan het waarnemen van dit proces tot rust leiden. Als je leert alles wat er in je opkomt (twijfel, wanhoop, angst, woede, verdriet, jaloezie, genegenheid, mededogen, betrokkenheid, liefde etc. etc.) volledig te aanvaarden zoals het is, resteert vertrouwen dat gevoed wordt door het besef van niet-weten. Dan kan je doen wat je te doen hebt.
Dit proces heet overgave aan het leven zoals het is. Jouw leven. Opendoen! Er is geen alternatief. Dit onder ogen zien is de bevrijding waar menigeen naar op zoek is. Op het moment dat je het ervaart, realiseer je je dat het er altijd al was.
Daarom wordt het plaatje van de Boeddha in mijn spreekkamertje gedragen door een andere afbeelding: Die van Prajnaparamita. Eigenlijk is Prajnaparamita een begrip en geen mens. Toch is er op Java een gepersonifieerd beeld van gemaakt, dat rond 1820 in de buurt van Malang is gevonden. Het staat bekend als ‘de moeder der Boeddha’s’. Een perfecte kopie werd in 1992 tentoongesteld tijdens de Indonesische sculptuurexpositie Het goddelijk gezicht van Indonesië in de Amsterdamse Nieuwe Kerk.
Prajnaparamita betekent ‘wijsheid voorbij alle wijsheid’, een begrip dat centraal staat in het Mahayana boeddhisme. Van alle franje ontdaan is dat niets anders dan de stroom van ons leven zoals het zich van moment tot moment voordoet. Wijsheid voorbij alle wijsheid komt rechtstreeks voort uit niet-weten. Met je hoofd kun je die wijsheid van het leven zelf niet achterhalen. Maar uit het niet-weten en onze Grote twijfel rijst een ander soort ‘weten’ op. En daarmee kan je Prajnaparamita verstaan. Zen is daarvoor opendoen.