We zijn op viervijfde van de serie die ik naar aanleiding van een cursus Theologie schrijf. De inhoud van iedere les brengt mij op gedachten die ik wel wil delen. Vandaag:
Zending
Er is een tijd geweest waarin een priester eerst een rivier zegende, waarna een ander, met hulp van een schare gewapende kerels, alle inwoners van een dorp door die rivier joeg, waarna iedereen uiteraard gedoopt was en dus “christen”. Zoiets doen we tegenwoordig niet meer. En of het waar is – dat verhaal van die rivier – weet ik niet zeker, maar het illustreert wel dat het er ooit meer om ging zieltjes te winnen, dan harten. Harten waren mikpunten waar je een zwaard doorheen kon steken.
Tegenwoordig heeft bijna iedereen een missie. Is het geen eigen missie, dan is het wel de missie van een ander, meestal een organisatie. De vraag is: wat wil jij bereiken of wat wil de organisatie dat jij bereikt voor jezelf of voor de organisatie? Een mission statement beschrijft wat het te bereiken doel is. De christelijke kerk wil graag Gods Koninkrijk op aarde. Op de héle aarde wel te verstaan, dus niet alleen in een klein landje als het Vaticaan, Andorra, Liechtenstein of (iets groter) Nederland. Om dat doel te bereiken heb je allereerst een hele hoop mensen nodig die dáár voor openstaan. Je kunt ze niet meer zoals vroeger door een gezegende plens water jagen (sloot, beekje, rivier, meer, zee, oceaan) nee… je moet ervoor zorgen dat ze dat Koninkrijk van ganser harte willen. Daarom, het doorboren van harten met zwaarden… dat is zó middeleeuws! (Opgelet: het mag ook niet met kogels, granaatscherven, of wat dan ook. Het koninkrijk Gods heeft hele mensen nodig, geen aan flarden geschoten personen).
Helaas zien alle verschillende christelijke stromingen het allemaal nét een tikkie anders. Ze zijn het eens over de noodzaak en het nut (voor hen) van het hebben van een missie, maar vervolgens vullen ze details allemaal op hun eigen manier in. Daardoor hebben Jehova’s-getuigen een ander ‘mission statement’ dan bijvoorbeeld de Mormonen, en die hebben weer een wat andere dan Vrijgemaakte Gereformeerden, Katholieken, Grieks Orthodoxen, Kopten of … (vul maar in). Dat is enerzijds jammer, anderzijds maar goed ook, want ze beconcurreren elkaar heftig en dat schijnt goed te zijn voor de markt. Het maakt geloven goedkoper.
Mensen en organisatie met een missie hebben veelal ook een visie, maar dat is geen wet van Meden en Perzen, en kan derhalve worden herroepen. Je kunt dus ineens voor jezelf een visie ontwikkelen op de missie die je van bijvoorbeeld de kerk hebt overgenomen, of omgekeerd een missie ontwikkelen op een plots verkregen visie. Zo had ik vroeger géén visie op de doelen van het zendelingschap… reden om zendeling te willen worden. (Ik adoreerde als 14 jarige Albert Schweitzer.) In de loop der jaren ontwikkelde zich bij mij vervolgens een visie die haaks staat op de missionaire drang van welk dommamisme dan ook, en voor mij reden genoeg om voortaan af te zien van het iedere vorm van geloofsreclame. Want dát is wat je vaak, zo niet altijd, rond missionaire activiteiten krijgt:
reclame! Want wat is reclame? Niks anders dan een aanprijzing van goederen, diensten en/of denkbeelden. Nu zal de christelijke kerk niet met zoiets als “twee halen – één betalen” komen, maar wel met beloften en toezeggingen waarvan je nog maar moet zien of die ooit gerealiseerd worden: zitten aan Gods rechterhand, bijvoorbeeld, of een vrijstelling van branden in de hel. Gemakkelijker verkrijgbaar zijn: gemoedsrust, dankbaarheid, een kring van gelijkgestemden, hulp in spirituele nood … van alles eigenlijk, zolang het maar niet tussen de aanbiedingen in een supermarkt komt te staan of door een vakbond kan worden afgedwongen.
En in plaats van reclamefolders zoals van drogisterijen, fietsenverkopers, bouwmarkten of tuincentra, krijg je misschien een stichtelijk blaadje zoals de Wachttoren of de Open Deur. Het maakt eigenlijk niks uit. Het doel is vergelijkbaar: jou laten weten dat je het beste af bent bij …
Iedere groep en lid van zo’n groep heeft een missie! Moslims, hindoes, boeddhisten, christenen, atheïsten, communisten, complotdenkers; het maakt eigenlijk niet uit. Die missie is: gekend worden! En in het verlengde daarvan graag ook erkend en herkend. Er is niks ergers – voor verreweg de meeste mensen – om door niemand gekend te worden, alsof je niet bestaat en zelfs geen bestaansrecht hebt. Eerlijk gezegd denk ik dat ook voor mijzelf. Waarom schrijf ik anders stukjes voor het Boeddhistisch Dagblad? Hmm… mooi punt om op te mediteren. Misschien hoor je nog wat dat oplevert. Of niet.