Spiritueel Ontwaken—wakker worden—is het loslaten, het oplossen, het verdampen, het vernietigen van ons geconditioneerde gewoontepatroon waardoor we als een separaat ‘ik’ kijken naar ‘ónze’ objecten. En er ons mee identificeren.
Waardoor we ons de legitieme eigenaars van ons ‘ik’ wanen. Waardoor we als het ware geobsedeerd zijn om, steeds opnieuw, de dingen te veranderen in functie van onze—elk moment wijzigende—persoonlijke verlangens of afkeer.
Ontwaken is het loslaten van onze hechting (P. upadana) waardoor we ons begeven in de flow, in het proces. Het is het loslaten van de identificatie met óns ‘verhaal’; met óns individueel persoonlijk ‘drama’. Het is het ‘ontzielen’ van de componenten (P. khandhas) die het ‘ik’ vormen—dit raamwerk van onwetendheid, verlangen en afkeer. Het is het wegpellen van het valse, begoochelende ‘zelf’-gevoel.
Verlichting resulteert uit onze bereidheid om de confrontatie met onze vergankelijkheid aan te gaan. En de hierop volgende aanvaarding ervan. Het komt neer op de transformatie van dogmatisch geloof naar niet-weten.
Niet-weten: savoir qu’on sait jamais.
Verlichting is het loslaten van dualiteit, het loslaten van concepten, het loslaten van de illusie van het zelf. Het is de ervaring van het niet-duale. Het is de experiëntiele gewaarwording van de heelheid van alles met alles. Interbeing. Inter-zijn.
Het is langzaam smelten…, langzaam oplossen…, meegaan in de continue flow van energie… Het besef van het permanente ontstaan, bestaan en vergaan van de dingen. Het is het ‘zien’ van de golf die ontstaat uit de oceaan, oprijst, vergaat en opnieuw oceaan wordt.
In de Zhuangzi, het meesterwerk van het Taoïsme, staat te lezen:
‘Voor hen die de vreugde van de natuur kennen, is leven (geboren worden) een spontaan gebeuren en sterven de transformatie van de schepsels.’