Een van de meest prangende vragen die sinds de oprichting van de Sangha is gesteld, is in hoeverre boeddhistische monniken betrokken moeten zijn bij de wereld. Door de aanhoudende crisis in Myanmar is die vraag meer dan ooit relevant.
‘Dit wordt een verantwoordelijkheid van monniken in onze huidige tijd, [en] de politiek is het platform waarop in onze tijd belangrijke morele strijd wordt gevoerd.’
‘Wat betreft het idee dat monniken politiek actief worden, denk ik niet dat het gepast is – denkend aan de situatie in dit land, de Verenigde Staten – voor monniken om campagne te voeren voor kandidaten, om kandidaten te steunen, om zich zelf kandidaat te stellen voor een politieke functie. Maar ik denk dat in onze huidige situatie mensen naar religieuze leiders kijken, naar geestelijken, in het christendom naar priesters en dominees, en in de joodse godsdienst naar rabbijnen, om iets van een morele stem te zijn, om de kanalen te zijn voor het uiten van een gewetensvol standpunt dat overeenkomt met en gegrond is in de godsdienst die zij aanhangen. En het lijkt mij dat dit een verantwoordelijkheid wordt van monniken in onze huidige tijd, [en] de politiek is het platform waarop grote morele strijd wordt gevoerd in onze tijd.
Ook in dit land, bijvoorbeeld, de vraag of mensen gezondheidszorg zullen krijgen, of er een universeel systeem van gezondheidszorg zal komen, zodat mensen niet door ziekenhuizen en artsen geweigerd hoeven te worden, omdat ze de gezondheidszorg die ze nodig hebben niet kunnen betalen; of we actie gaan ondernemen om de klimaatverandering aan te pakken, om de hele verwoesting van het geofysische systeem van deze planeet te voorkomen; of we een einde gaan maken aan het politiegeweld. Dit zijn dus morele kwesties, zeer kritieke morele kwesties, en ik denk dat het een deel van de verantwoordelijkheid wordt, misschien niet van elke monnik, zeker niet van elke monnik, maar van bepaalde monniken die goed op de hoogte zijn van deze kwesties, die een diepe basis of gronding hebben in de Dharma, en die bereid zijn naar buiten te treden en te spreken, en te pleiten voor wat ik een moreel perspectief op deze politieke kwesties zou willen noemen.
Niet om de macht van één groep tegenover andere groepen te bevorderen. Maar om datgene te veroordelen wat veroordeeld moet worden, omdat het indruist tegen fundamentele ethische principes, om beleid te veroordelen en te bekritiseren dat gewone mensen onnoemelijk veel schade en lijden toebrengt, en om op te komen voor alternatief beleid, dat het welzijn en geluk van mensen kan bevorderen. Ik zou dus zeggen dat dit zeker een verantwoordelijkheid is van bepaalde leiders binnen de kloosterorde. En dus als monniken naar voren komen en zich uitspreken en dit soort zaken aan de orde stellen, opnieuw niet vanuit het oogpunt van het bevorderen van bepaalde machtsbelangen, maar om te pleiten voor moreel gefundeerd beleid en programma’s, dan is dat, zou ik zeggen, een dringende noodzaak binnen het boeddhisme van deze tijd.’
Luister naar de Podcast met Bhikkhu Bodhi: https://insightmyanmar.org/complete-shows/2022/5/14/episode-104-the-venerable-bhikkhu-bodhi-returns