Op internet komen onophoudelijk schrijfsels over zen en boeddhisme voorbij. Ze vervullen mij vaak met een lichte lusteloosheid. Veel auteurs laten zich weinig gelegen liggen aan de vermaning van Yuanwu: ‘Bestudeer het levende woord van zen, niet het dode woord.’ Toen ik enkele jaren geleden kennis maakte met de stukjes van ‘Posts of Zentrum-Blog’ van mijn collega Willem Scheepers werd ik aangenaam verrast. Wat een frisheid, wat een zeggingskracht. Hier was iemand aan het woord die zich wijdde aan ‘het levende woord’. Want alle stukjes van Willem ontstaan recht uit de praktijk van het gewone echte leven en monden er ook weer in uit. Hij weet blijkbaar bij uitstek dat er is niets anders is dan ons gewone leven, hoe ongewoon dat vaak ook is.
Als je op zijn site kijkt, blijkt dat er op zijn blog inmiddels 136 van die blogstukjes staan. Daarvan heeft hij er nu 66 gebundeld in een boekje met als titel zijn huismotto, dat ook in zijn centrumlogo is verwerkt: ‘Zitten als een berg stromen als een rivier’. Wat een verademing om het te lezen. Als ondertitel heeft hij ‘Zennotities voor onderweg’ gekozen. En daarmee zendt hij een knipoog naar Tao-zen-voorman Maarten Houtman (1918-2011) die ooit een boekje schreef met de titel: ‘Zen notities onderweg’. Ook Maarten was een man van het levende woord. In dat boek schrijft hij o.m.: ‘Voor velen is tot op de dag van vandaag meditatie iets verhevens, ver weg van het leven, een plicht in afzondering. Terwijl het juist een steeds intenser ontdekken is van wat er eigenlijk gebeurt, iedere dag opnieuw in het zogenaamde gewone leven!’
En dat is precies wat Willem in zijn blogstukjes doet. Geen moment verliest hij de hamvraag van zen uit het oog: wat is er gaande? Ik veer op bij elk stukje, omdat ik innerlijk ‘Oh ja’ zeg. Elk stukje levert een herkenning op, een erkenning. Ja, zo gaat dat, ja zo doe ik dat ook…Natuurlijk heeft ‘het levende woord van zen’ niets met woorden te maken, omdat Yuanwu het leven zelf bedoelt. Maar voor mij kunnen woorden die de verbinding met het leven leggen ook tot de levende woorden worden gerekend. En de stukjes van Willem voldoen ruimschoots aan dit criterium.
Hij schrijft in Zitten als een berg stromen als een rivier onbevangen echt over van alles en nog wat: over de noodzaak je toe te vertrouwen aan de diepte van je eigen leven, over het feit dat de zoheid -dat dingen zijn ‘wat het is’ – geen eindpunt, maar juist een startpunt is, over het belang steeds in verbinding met het Ene te blijven, over verlichting: de bereidheid totaal en voluit te leven, over de betekenis van ‘loze ruimte’, over de weg van de bodhisattva, over ’nobel of edel leven’, over contact met het ware hart, over Boeddha zijn, Toevlucht nemen, voorschriften en geloften, innerlijke revolutie, de poort van de trots, de fundamentele realiteit etc.
Je kunt het zo gek niet bedenken of Willem buigt het met liefdevolle stelligheid terug naar het leven zelf. Dat is immers het enige boek waar we echt wat aan hebben, Yuanwu: ‘Wanneer je inzicht verwerft in het levende woord, vergeet je het nooit meer. Wanneer je inzicht verwerft in het dode woord, kun je niet eens jezelf in veiligheid brengen.’