Dit is de middelste deel van een reeks schrijfsels met wat gedachten, en zeker deze keer discussiemateriaal, over het raakvlak van maatschappelijk engagement en boeddhisme. Met voor deze helft zo min mogelijk dharma-taal; verderop komt de boeddhistische kant van het raakvlak meer aan bod. Een aantal fundamenten, zoals het mensen aanspreken als individu en onderliggende ethiek/metta, kon je in het eerste en tweede schrijfsel lezen.
Het thema deze keer is (anti-)racisme en discriminatie. En als kaaskop met een gekleurde schoonfamilie en dito pleegkids kun je van mij op dit vlak niet alleen indirecte observaties maar ook eerstelijns ervaringen verwachten. Reactiemogelijkheid komt morgen bij deel 3b.
Ervaringen
Okay, ik begin met twee indirecte ervaringen (van/bij vrienden) in Nederland en dan mijn eigen ervaringen als kaaskop in mijn tweede vaderland, Zuid-Azië. Als eerste één der weinige immigrantenjongens in het boerendorp waar ik opgroeide, en waar ik op mijn eerste baantje een goed contact mee kreeg. En met hem meevoelde als hij rotopmerkingen naar zich toegeslingerd kreeg, of erger, omdat hij mediterraan (Libanees) was. Tot mijn verbijstering bleek hijzelf, en ook de familie thuis, een pesthekel te hebben niet zozeer aan kaaskoppen maar aan…Surinamers. Alles wat je maar slechts aan mensen kon bedenken wist hij te melden over de destijds-net-ex-Rijksgenoten die hij tegengekomen was, en de anderen die zijn familie blijkbaar kende…
Ten tweede een zeer nabije boeddhistenvriend van me, kaaskop en homo. Met zijn eveneens vrij wit ogende vriend kan hij uitstekend samen lopen, soms hand in hand, in ‘mediterraan ghettogebied’ Amsterdam-West. Maar als hij datzelfde doet in overwegend creools/Antilliaanse wijken in Amsterdam dan is het huis bijna te klein, en krijgen ze kritische blikken en soms meer over zich heen. Zelf gediscrimineerd worden qua ras lijdt er bij sommigen blijkbaar niet toe dat ze snappen hoe dom het is anderen weer te discrimineren qua seksuele geaardheid…
En ten derde mijn eigen ervaringen in Zuid-Azië. Het beeld is het scherpste wanneer mensen me gewoon als reiziger zien, en op dat moment nog niet weten dat ik met een lokale dame getrouwd ben dus mezelf eerder als parttime burger van het gebied zie. Als ik dan probeer te praten over de lokale cultuur en bijvoorbeeld boeddhistische waarden, dan zijn de reacties iets te vaak één van de volgende twee extremen. Wat voorkomt, maar veelal verborgen, is het vooroordeel dat wij Europeanen steenrijk zouden zijn; dus dat men op de één of andere manier hengelt naar financiële gunsten inplaats van gewoon een gelijkwaardig gesprek te zoeken. Wat vaker voorkomt is het vooroordeel dat ‘Alleen wij Aziaten gekwalificeerd zijn om iets te adviseren over onze cultuur/economie’. Met soms zelfs ‘Jouw voorouders zaten bij de VOC, Ujukarin, en hielpen onze regio leegroven, dus houd je mond totdat wij wat miljarden aan compensatie van jullie gekregen hebben’.
Mochten deze vooroordelen naar kaaskoppen nog niet genoeg zijn dan kan ik ook nog uit tientallen jaren ervaring melden dat de onderlinge discriminatie/racisme in deze en vele andere exotische landen diep zit, nóg dieper dan die naar kaaskoppen toe. Waar je ook praat over pakweg het verhuren van een huis/winkel of het toestaan van een liefdesrelatie, het eerst genoemde criterium is ‘alleen aan/iemand van onze eigen clan en vooral niet iemand van religie/volksgroep x, y of z. Die zijn niet te vertrouwen, en als je er iemand van binnenhaalt dan is binnen maanden je hele buurt door hen overgenomen’. En regelmatig ben ik bij verre familie en kennissen arbeidsverhoudingen tegengekomen voor huispersoneel (overigens vaak uit hun eigen etnisch-religieuze groep) die wij in Nederland moderne slavernij zouden noemen. Toch boeiend hoe dezelfde mensen dan schadevergoedingen claimen omdat hun voorouders als slaaf behandeld zijn – de ironie ten top.
Het is veelal een situatie van ‘we zijn wel 1 land maar leven zoveel mogelijk langs elkaar heen’. Analoog aan de situatie in Suriname zo’n 50-60 jaar geleden, die nu overigens veel beter is. Maar de oude situatie werd bevestigd door Surinaamse vrienden en door mijn grootvader die aldaar enkele jaren werkte: ‘als nabij je huis na een ongeluk gewonden op straat lagen, dan keek je eerst van welke etnische groep ze waren. Als het iemand van jouw groep was hielp je; als het die anderen (namelijk Javanen/creolen/hindoestanen/chinezen of zo) waren bleef je erbuiten, die moesten maar door hun eigen gemeenschap geholpen worden.’
Tussenstand en bronnenkeuze
Het moge duidelijk zijn: discriminatie van mensen op basis van groepslidmaatschap, waaronder racisme, zit heel diep geworteld in de geesten van alle mensen. En zal zich vooral uiten waar jouw groep/denkstijl een meerderheid is en die van de anderen een minderheid; vandaar bijvoorbeeld dat (de volgersschare van) vrijwel elke wereldreligie in land a anderen onderdrukt en in pakweg land b en c weer door een andere groep wordt onderdrukt – boeddhisten niet uitgezonderd! En dito voor huidskleur/ras; dat in Nederland de niet-kaaskoppen meer risico hebben om racisme te ondervinden komt door die minderheidssituatie, maar zoals je al las onderdrukken ze elkaar minstens even hard! Een mooie uitspraak van een mediterrane moslim-Nederlander toen BLM vorig jaar opkwam was ‘wacht eens even, wij waren toch de meest onderdrukten hier en niet de creolen’?
Ik vind het dan ook uitstekend als iemand mij erop aanspreekt ‘Ujukarin, op dit en dit punt denk en handel jij discriminerend of misschien zelfs een tikkeltje racistisch.’ Zolang die persoon dan maar erkent dat dit een gezamenlijk probleem voor hem/haar en voor mij is, omdat zhij op andere vlakken weer discrimineert. Als dit de pot-verwijt-de-ketel effect, in een andere religie bekend als ‘Laat hij die zonder zonden is de eerste steen werpen’, ontkend wordt dan slaat dat voor mij de deur naar dialoog dicht. Want dan gelden er blijkbaar andere regels voor die persoon dan voor mij, zoals Orwell schreef: alle-dieren-zijn-gelijk-maar-sommige-dieren-zijn-gelijker-dan-anderen?
En slaag je wél in een dialoog, dan zijn er heel wat wegen om elkaar te helpen minder discriminerend te denken. De seculier/psychologische methoden bijvoorbeeld, door aan te tonen dat het om vooroordelen gaat en geen gefundeerde oordelen. Denk aan oudere campagnes zoals ‘jongens met grote voeten moeten van onze meisjes afblijven’. Een andere weg is de spirituele, met boeddhistische lessen/technieken die ik in schrijfsel 4 nader zal noemen.
In deel 3b komt een aantal onder ‘antiracisten’ populaire stellingen, en mijn repliek erop. Voor de formuleringen heb ik, om eventuele eigen vooroordelen/framing te verminderen, zoveel mogelijk geput uit publieke sites zoals van geclaimd-antiracistische bewegingen: politieke partijen Bij1 en DENK en actiegroep Kick Out Zwarte Piet. Hoewel dezen zelf soms weer inspiratie claimen van het Amerikaanse Black Lives Matter-front (BLM) haal ik die club er niet bij. De situatie in de USA tussen alle partijen/bevolkingsgroepen is nog beduidend gepolariseerder dan bij ons, en specifiek bij BLM beïnvloed door de naar Europese maatstaven extreme inkomensongelijkheid en door de typisch-Amerikaanse vrijheid van állen, ook kandidaat-verdachten, om zware bewapening te dragen. Waar men de Nederlands/Belgische politie ook van beschuldigt, schietgraagheid zit daar nauwelijks bij – de verdachten zijn namelijk veelal zelf niet bewapend.
Nog iets meer over de polarisatie: de neiging om iedere man die kritiek heeft op sommige feministische punten een misogynistisch onderdrukker te noemen, en iedere kaaskop die kritiek heeft op de vorm van het ‘antiracisme’ gelijk voor racist uit te maken, is negatieve polarisatie. Luister naar argumenten inplaats van je in te graven in hokjesgeest. Dat luisteren en de brug opzoeken is creatief niet reactief, het anagram uit schrijfsel 1. En die hokjesgeest, wij-van-het-gelijk-versus-alle-anderen, is weer gerelateerd aan de ‘cancel culture’: gewoon alleen maar praten met je eigen groep, en voor anderen de deur dichthouden behalve dan misschien wat wederzijds geschreeuw. De Amerikaanse Loretta Ross zit misschien qua mening nog vrij ver van de mijne, haar omschakeling van polariseren naar de dialoog zoeken waardeer ik.