In de buurt van Bangkok is een trein op een bus gebotst, waarbij 20 mensen zijn omgekomen. Zo’n ongeluk spreekt in Nederland flink tot de verbeelding. Zelfs het Boeddhistisch Dagblad, toch geenszins een brenger van sensatienieuws, wijdde er een bericht aan. En zoals meestal als het over het Thaise verkeer gaat, werd daarin gemeld dat de wegen hier tot de dodelijkste ter wereld behoren.
Is dat zo? Statistieken liegen (meestal) niet. Per 100.000 inwoners komen in Thailand jaarlijks 38 mensen om in het verkeer. Daarmee staat het land op een weinig benijdenswaardige 3e plaats, achter de Dominicaanse Republiek en het eilandstaatje Niue, dat de ranglijst aanvoert met 68 doden per 100.000 inwoners. Niue heeft echter maar zo’n 1500 inwoners, dus die eerste plaats wordt gehaald met 1 verkeersdode per jaar. In Nederland sterven jaarlijks 4 tot 5 mensen per 100.000 inwoners in het verkeer.
Is het dus volstrekt onverantwoord om in Thailand te rijden? Nou, nee, dat ook weer niet. Zo’n 80% van alle slachtoffers zijn brommerrijders. Of beter gezegd, motorrijders. En veelal zijn dat jongere, onervaren verkeersdeelnemers. Onder jongeren is het verkeer hier doodsoorzaak nummer 1. Er bestaat geen gedegen rijopleiding en evenmin een strikte controle op naleving van de verkeersregels. De motoren schieten je links en rechts voorbij, niet zelden zitten er 3 mensen op en degenen die een helm dragen zijn in de minderheid. Goed beschouwd is het merkwaardig om te zien dat veel brommerrijders wel degelijk om hun veiligheid geven, want ze dragen een mondkapje, maar bescherming met een valhelm tegen het veel grotere risico van een ongeluk gebruiken ze niet.
Ook voor het autorijbewijs ontbreekt een structurele opleiding. Om het rijbewijs te halen moet een theorie-examen afgelegd worden, waarin vooral gevraagd wordt naar zaken als “hoe hoog is de boete als je zonder rijbewijs rijdt?” en “welk licht gebruik je om aan te geven dat je linksaf wilt slaan?” Op een afgesloten terrein moet je dan nog laten zien dat je voor- en achteruit kunt rijden en de auto kan inparkeren en dat is het dan wel zo’n beetje. Aan het verkeer is merkbaar dat men niet weet hoe er in bepaalde situaties gehandeld moet worden. Invoegend verkeer op de snelweg staat regelmatig stil, omdat er niet geleerd is dat je juist snelheid moet maken. Gevolg daarvan is overigens wel dat er door de bank genomen veel minder hard gereden wordt dan in Nederland. (Althans, toen wij er nog woonden; nu houdt iedereen zich natuurlijk keurig aan de 100km/u.) Als wij 90 rijden worden we niet veel ingehaald. We omschrijven het Thaise verkeer dan ook als een rustige chaos.
Deel van het verkeersprobleem hier is geldgebrek. Voor klaverbladen en fly-overs zijn simpelweg geen middelen. Het alternatief is U-draaien. Wegen kruisen nooit direct een snelweg. In plaats daarvan is er een paarhonderd meter van waar de kruising zou moeten zijn een U-draai. Moet je de snelweg oversteken, of rij je al op die snelweg maar moet je rechtsaf (er wordt hier links gereden) dan rij je eerst door tot de U-draai, keert daar om en slaat vervolgens linksaf. Op zich een goed systeem, maar hier gebeuren wel de meeste ongelukken en deels komen die ook weer doordat men niet geleerd heeft de snelheid aan te passen. Auto’s sukkelen vaak met een slakkengangetje de snelweg op en stoppen dan op de rechterbaan omdat ze niet de linkerbaan op durven te gaan.
Ten slotte is er een groot gebrek aan handhaving. Tegen het verkeer in rijden, parkeren op de vluchtstrook, inhalen waar dat echt niet verantwoord is, het gebeurt hier allemaal en er is nauwelijks controle op. Omdat het ook geenszins vanzelfsprekend is dat de weg mooi vlak is, met goede belijning en verlichting leer je hier wel om continu scherp te blijven. In Nederland kun je redelijk voorspellen wat andere weggebruikers gaan doen, maar hier is dat onmogelijk. Zit er een bocht in de weg, dan houden we er altijd rekening mee dat iemand die van de andere kant komt gewoon aan het inhalen is. Staat er een auto te wachten om de snelweg op te gaan, dan kan het best gebeuren dat die wacht tot je er bijna bent en dan alsnog de weg op kruipt. Je leert met het meest onmogelijke rekening te houden.
Bij het ongeluk met de bus speelden verschillende factoren een rol. De overweg had geen slagbomen. Er was wel een knipperlichtinstallatie, maar als die niet knippert is dat geen enkele garantie dat er geen trein aankomt. Klimaat en gebrekkig onderhoud zorgen voor veel kapotte verkeerslichten. Verder zijn de overwegen hier vaak heel beroerd aangelegd. Het wegdek zit er vol hobbels en kuilen. Soms hebben omwonenden zelf een overweg geknutseld. De bus moest stapvoets over de overweg hobbelen en reed dus lang in de gevarenzone. Een van de overlevenden vertelde dat ze net stond te dansen. Er was blijkbaar een goede sfeer die mogelijk de chauffeur heeft afgeleid.
De Engelstalige Thaise krant Khaosod English meldt dat er veel media-aandacht is voor de beschermende amuletten die overlevenden droegen. Ook staat er vlakbij de overweg een pilaar met nummer 13 erop. Er moet dus wel sprake zijn van hogere machten. Opvallend hieraan is dat nummer 13 traditioneel helemaal geen ongeluksgetal is; die kwalificatie is overgenomen van het Westen.
Het geloof in beschermende amuletten en meer nog in voorbestemdheid is wel een verklaring voor de zorgeloosheid waarmee men zich hier in het verkeer stort. Pradith, een vriend van ons hier in Nong Noi, is een tijdje geleden met zijn brommer met aangeknutseld aanhangertje onderuit gegaan. Over de vraag hoe hij er aan toe was was hij bijna verbaasd: “ik heb toch de Boeddha”, zei hij, wijzend op zijn amuletten. Zelf hechten wij toch iets meer waarde aan onze gedegen rijopleiding.
Onder de hier verblijvende westerlingen wordt veel geklaagd over het Thaise verkeer, waarbij uiteraard hoog wordt opgegeven over het goed georganiseerde verkeer in het thuisland. Veel gehoord daarbij is dat de Thai zich niets aantrekken van de regels. Niet zelden rijdt de klagende farang na het drinken van zijn biertjes zonder helm op naar huis. De suggestie dat het verschil in het zich houden aan de verkeersregels een kwestie van volksaard zou zijn is dus niet erg geloofwaardig. Als de handhaving in Nederland wegvalt, gaat het verkeer daar snel op het Thaise lijken. Wat dat betreft is het wel aardig om te beseffen hoe in Nederland met de coronamaatregelen wordt omgegaan. Dat geeft wellicht een veel beter beeld van de volksaard.
Joost zegt
Beste mensen,als fervent lezer van jullie avonturen in Thailand vroeg me af waar jullie ongeveer zitten. Op google maps krijg ik een flink aantal Nong Noi. Misschien dat jullie me een beetje op weg kunnen helpen.
Met groet, Joost.
François la Poutré zegt
Grappig dat we met de kaart erbij gelezen worden. Nong betekent moeras en noi is klein. Er zijn ongetwijfeld heel veel kleine moerassen in Thailand, dus logisch dat de naam vaak voorkomt. Wij zitten in de buurt van Lampang in het noorden.