Bevind ik mij op de weg van verlichting, of op de weg naar verlichting? Is verlichting doel of een weg? Deze vraag verkende ik aan de hand van een ontmoeting met een bijzonder wezen (boeddha – hond) tijdens een reis door Tibet[1]. Nu stel ik me vragen als ‘hoe ben ik op de weg van verlichting geraakt’? ‘Wat waren reisgidsen, wie fungeerden als richtingaanwijzers die me op cruciale momenten op een richting wezen, welke signalen vertelden me dat het goed was om een bepaalde afslag te nemen’?
Het begon in de jaren tachtig van de vorige eeuw met het lezen van diverse reisgidsen, zoals de periodiek ‘Bres’ en boeken als ‘Helen of delen’, ‘De grote sprong’ en ‘Innerlijke leiding’ van onder meer Hans Korteweg en J. Voigt c.s. en het af en toe volgen van een lezing. Maar een reisgids die mijn ogen en hart opende voor het meditatieve pad was het boek van Jos Stollman ‘Zenmeester Jezus’. Een zeer inspirerende interpretatie van het ‘Thomas-evangelie’ waarin de figuur Jezus niet als goddelijke verlosser wordt neergezet, maar als een zenmeester ‘avant la lettre’ die zelf de mystieke weg is gegaan. Bij elk van de uitspraken (logia) uit het ‘Thomas-evangelie’ geeft Stollman een meditatieve oefening. Ik genoot.
Het was in 1998 dat mijn geliefde zich liet zien als helper op mijn weg van verlichting. Zij deed mij een weekend meditatie cadeau, ‘want je bent overstresst door je werk’. Uit dat weekend stamt mijn gewoonte om dagelijks de stilte in te gaan. Aanvankelijk zeer ‘verantwoordelijk’: twee keer daags precies 20 minuten en in halve lotus-zit op een ‘echt mediatiekussen’. Tot ik ontdekte dat mijn ijzeren mediatie-discipline contraproductief werkte in het bewerkstelligen van innerlijke rust en vrede. Tot het moment dat iets in me vertelde ‘mediteren is geen kwestie van dwang en discipline, maar van het jezelf gunnen’. Toen kon ik aanvaarden dat een meditatie korter (of langer) mag zijn dan de westerse 20-minuten-norm en dat er geen boeddha overboord is als je eens een meditatie overslaat of op een stoel, tafel of in de sauna je beoefening doet. Voetballen hebben veel jongens ook niet direct op een officieel veld geleerd, maar soms door de bal te trappen tegen een blinde muur, of door met elkaar te spelen en oefenen op een grasveldje bij huis.
Ik stond vanaf dat inzicht meer ontspannen in mijn werk, werd creatiever en werd minder snel ongerust dat er iets niet goed zou gaan. De formulering van mijn missie in mijn werk (een opdracht in het meditatie weekend) was ook zeer behulpzaam. Ik werd ontspannener, maar ook succesvoller in mijn professie, met als nevengevolg een toenemende vraag gepaard gaande aan een toenemende workload (ik zeg niet graag nee) en navenante stress door overbelasting. In de zomer van 2005 was ik de uitputting nabij. Dagelijks mediteren ten spijt.
En daar waren weer twee helpers, mijn geliefde en onze oudste zoon: ‘het wordt tijd dat je een sabbatical neemt’. Ik luisterde en maakte me voor de zomervakantie in dat jaar een maand extra langer vrij. Maar waarheen, wat te doen? Verschillende opties passeerden de revue. Naar Santiago de Compostella, delen van het Pieter-pad? Een lange fietstocht?
Tot op zaterdagmiddag 7 januari 2006 mijn geliefde, mijn liefste helper, mij een advertentie uit de krant aanreikte met de woorden ‘dit is echt iets voor jou’. Een advertentie voor een reis naar Nepal en Tibet onder de noemer ‘Discover Buddhism’. Dat was het! Gebeld, het verhaal klonk aanlokkelijk en het klikte met de begeleider aan de telefoon. Dus niet geaarzeld en gelijk ingeschreven. Het zou een reis worden waarin we eerst anderhalve week logeerden in een Tibetaans boeddhistisch klooster in Kathmandu, lessen gingen volgen van lama’s en daarna door zouden gaan naar Lhasa om met de bagage op de rug van yaks een tocht te maken door een stukje van de Himalaya, langs een aantal kloosters. Onder andere het Tsurpu klooster uit mijn vorige relaas ‘Lichtpuntjes op mijn weg’.
Op de zaterdagmiddag van inschrijving was ik helemaal opgewonden, ik ging naar Tibet! Aan het eind van die dag, in de auto op weg naar een etentje bij een collega, zei ik in mijn opgewondenheid tegen mijn lief ‘en morgen kijk ik eerst naar 7 years in Tibet’ om er schoolmeesterachtig aan toe te voegen ‘weet je wel op basis van dat boek van Heinrich Harrer’. Eén minuut voor zes. Om gelijk er aan toe te voegen; ‘ik wil even naar het nieuws luisteren’.
Het eerste bericht in het radionieuws van zes uur luidde: ‘Vandaag is Heinrich Harrer op 93-jarige leeftijd in Oostenrijk overleden’. Ik kreeg kippenvel en wist gelijk ‘dit is het signaal dat me vertelt dat ik een goede afslag ga nemen.
De reis ‘Discover Buddhism’, de voorbereidingen via enkele lezingen bij een Tibetaans boeddhistisch centrum, het lezen van boeken over boeddhisme en de ervaringen in Nepal en Tibet voelden als thuis komen, spiritueel thuiskomen.