Ik ben al lang geleden opgehouden met de zin van het leven te zoeken, ik begrijp niets van het leven. Nog minder begrijp ik van de wereld, van mijn kat die mij elke dag een vers hapje komt brengen. Als ik niet reageer eet ze het zelf maar op.
Van iemand die mensen doodschiet in een tram. Van rouwende familieleden, van een drugsverslaafde extremist. De gemeente is achter ons zencentrum een paddenpoel aan het creëren, een grote bulldozer heeft het terrein kapot gereden en een infrastructuur voor een paddenpoel aangelegd. De buizerdfamilie die in de boom voor de tempel woont komt nieuwsgierig kijken. Ze cirkelen rond boven de poel in aanbouw. Ik begrijp er niet veel van.
Morgen, zondag houden we in ons centrum in Bemmel open huis en ik heb ongenadig op mijn duim geslagen bij het vastspijkeren van het aankondigingsbord op de dijk. Plotseling is alles haarscherp ik laat los wat ik in mijn handen heb, loop naar de keuken pak de verbandkist en draai een verbandje om de gehavende duim. Ik sjok met kloppende duim de dijk weer op en spijker alsnog het bord vast.
Waarom? In de hoop dat er zondag mensen komen die mij de zin van het leven kunnen laten zien. Die mij kunnen laten zien waarom zitten op een kussentje zinvol is. Die genieten van een Shakuhachi concert, verwonderd zijn door een theeceremonie. Gewoon even zitten bij de vijver in de tuin. Nee, je hebt er niets aan, het valt niet te begrijpen, je kunt er niets mee, maar het doet me goed. Een beetje balsem voor mijn gewonde ziel.