Ik ken een boeddhistische leraar die zegt het gebrabbel van hele kleine kinderen te kunnen verstaan. Een babyfluisteraar. In het boeddhisme is juiste spraak -het bewaken ervan- een groot en verstandig goed. Ik vraag me af of die kleintjes ook al hun spraak bewaken? Of kennen ze die eigenschap nog niet? Is hun gebrabbel een oefening in het zonder beperkingen leren spreken? Zoals hardop de krant lezen een oefening kan zijn in het ontwikkelen van gedachten, zoals de filosoof Bas Haring stelt.
Zelf denk ik dat die hele kleintjes nog een behoorlijk vrije geest hebben, niet belemmerd door allerlei ismes. Ik denk, dus ik ben. Ik ben dus ik denk? Dat komt later pas.
Moedig voorwaarts!