Zo af en toe duiken in mijn sangha-netwerk (dus misschien ook wel in jouw buurt) discussies op in de trant van
- ‘Ik heb niet genoeg tastbare vooruitgang gemaakt met de beoefening, ik ga maar eens bij een andere leraar shoppen’ of
- ‘Bij sangha xyz claimen de volgelingen, en zijzelf soms ook, dat lerares abc stroombetreedster is. En dat is essentieel voor een sangha om te overleven dus ga ik daar maar eens lessen volgen’, of
- ‘Tja we hebben dat gedragsregel-incident rond senior volgelingen pqr weliswaar netjes opgelost maar onze leraar is toch wel een tijdje wat te laks met haar geweest en probeerde het incident eerst te sussen. Dus hij kan geen echt Inzicht hebben en is daarmee ongeschikt mijn leraar te zijn, ik moet wel verder gaan rondkijken naar de perfecte leraar’.
Misverstanden
Allemaal goed en aardig, maar zowel bij de betreffende spirituele vrienden/innen als de genoemde lerares wordt er iets van de dharma fundamenteel verkeerd begrepen – of men nu een bepaald stadium in de zeven-ketenen-naar-verlichting van de Pali teksten claimt of een bepaalde Bodhisattva Bhumi van het mahayana. Allemaal zijn het ‘niveaus van verlichting’ die in de soetras ook wel als inzicht worden aangeduid; Verlichting zelf wordt dan gedefinieerd als totale compassie en totale wijsheid.
Laten we voor dit verkeerde begrip eens kijken naar de grotere bodhisattva voorschriften zoals Asanga ze formuleerde. ‘Basisovertreding’ nummer 15 luidt: ‘onterecht realisaties claimen’ ook wel vertaald als ‘toestaan dat anderen je onterecht realisaties toeschrijven’. En dit is ook min of meer in lijn met wat Boeddha zelf deed als tijdgenoten hem vroegen wat hij nu precies was; los van de vraag of hij nu wel of geen ik of ego meer had vermeed de Boeddha ook zoveel mogelijk alles dat naar opscheppen kon neigen. Alleen in specifieke gevallen, bijvoorbeeld indien uitgedaagd door Brahmaanse priesters, kwam Boeddha wel eens met ‘leeuwengebrul’ uit de hoek door uit te leggen dat alleen zijn niveau van verlichting het echte was.
Zeer kort samengevat geldt dus: elke hedendaags boeddhist die een bepaald niveau van verlichting of inzicht claimt, heeft du-moment van dit uitspreken bewezen dat inzicht niet te hebben.
Zoals je ziet zijn fraaie paradoxen geen monopolie van de “zennies”. En dit doet me verder reflecteren waarom dit misverstand zo vaak de kop opsteekt. Je komt dan terug op de aloude uitspraak van Chögyam Trungpa in ‘Cutting through Spiritual Materlalism’: het probleem is dat het ego alles kan omzetten naar iets dat aan zich ondergeschikt is, zelfs spiritualiteit. Waarmee spirituele ervaringen en kennis dus niet meer ingezet worden om het ego (het idee van een onveranderlijk en vaststaand zelf) af te breken en te vervangen door Universele Verbondenheid, maar om dat ego te versterken. Bijvoorbeeld:
- Inplaats van geld en materieele macht verzamel je nu Vajrayana-initiaties alsof het padvindersinsignes zijn.
- Of kies je alleen leraren uit waarvan gezegd wordt dat ze inzicht hebben, want dat verhoogt nadrukkelijk je eigen aanzien.
Marketeers in sanghas, want ook daar is dit metier doorgedrongen, maken natuurlijk gretig misbruik van deze consumentistische wens en versieren elke leraar en retraite met mooie opgeklopte claims over inzicht-hebben-en-verspreiden. - Of inplaats van de door de leraar aanbevolen oefening nu gewoon eens 2 jaar vol te houden om het een kans te geven een stukje beeld-van-onveranderlijk-zelf af te breken, stop je al na 3 maanden omdat je toch sneller resultaat eist.
- Dit is gerelateerd aan de perceptie van ‘lagere’ (samatha) versus ‘hogere’ (vipassana) meditaties; de termen gebruik ik hier in de klassieke theravada-zin, voor andere scholen gelden andere termen zoals voorbereidende oefeningen (denk aan de Mula Yogas in Tibetaanse scholen) versus geavanceerde oefeningen. Wederom: de spiritueel materialist in jou en mij trekt zich niets aan van adviezen van de leraar over hoe lang welke oefeningen te doen, en zelfs of er wel zoiets bestaat als lager en hoger. Nee, hij/zij neemt slechts korte tijd genoegen met de lagere oefeningen en voelt zich daarna veel te goed voor dat soort kiddie-practices :-)
- Of tot slot, de klassieke Aziatisch-boeddhistische valkuil: inplaats van zelf veel in het dagelijks leven te oefenen of in ieder geval ethisch te handelen probeer je uit te blinken in devoot gedrag in de tempels en in (liefst breed bekend gemaakte!) donaties aan instituties-van-pracht-en-praal en anderen die namens jou gaan beoefenen. De aflaat van de late Middeleeuwen is er niets bij….. :-(
Het doet denken aan een Indiase beeldspraak: ‘Wie in de woestijn naar water graaft en bij de eerste rotslaag stopt om 100 meter verderop opnieuw te beginnen en dan weer die rotslaag zal tegenkomen, is als de spiritueel zoeker die weigert zijn eigen ego te willen doorbreken’. En om nog wat links met andere dharma-concepten te geven: het is bhava-candra inplaats van dhamma-candra, oftewel dorst naar ‘hebben’ van iets inplaats van dorst naar het grote loslaten. En dat koppelt dan weer naar het hart van het levenswiel, begeerte als één der kernvergiften die dat ego vormen.
Correcte benadering rond inzicht
Dus de kunst is om relatief zeker te zijn dat je op het juiste spirituele pad zit zonder dit materialistische claimgedrag. Zoals veel van de dharma is het verkrijgen van die zekerheid iets minder ‘precies’ in mensentaal uit te drukken dan de boven genoemde verdraaiingen van het pad, want er zit gewoon een stukje intuïtie bij; maar ik zal toch een poging doen.
Ten eerste is er de individuele dimensie en meet-aanpak. Zoals je simpele eigen ervaring of het mediteren, studeren, rituelen doen en zo je langzaamaan een beter mens maakt dan voorheen. En dan ‘beter’ natuurlijk gedefinieerd in de zin dat je dichterbij ideaalbeelden zoals Boeddha, de Dalai Lama, Moeder Theresa of Gandhi komt en verder af van beelden zoals een Hells Angel of een racistische dan wel geclaimd antiracistische volksmenster.
Die inviduele dimensie moet ook herkenbaar zijn in wat anderen over jou zeggen – binnen je spirituele vriendennetwerk maar juist ook erbuiten (familie, werk, buren enzo). Sommigen zullen het oneens zijn met hoe je jouw tijd indeelt doordat je bijvoorbeeld meer naar retraites gaat en minder met hun optrekt, en/of oneens met pakweg je nieuwe vegetarisme, maar ze zouden wel moeten beamen dat je nu meer ethiek, vriendelijkheid en zachtheid bezit. Zoniet dan zou ik vraagtekens zetten bij je beoefening.
Beide vormen van de individuele dimensie vindt je ook terug in wat Boeddha zelf formuleerde in de Mahaprajapati en Kalama soetras. In de eerste gaat het kort samengevat om hechtingsloosheid, eenvoud, matigheid, tevredenheid, rustzoeken en energie. De tweede richt zich naast het aansporen-tot-zelf-denken (en vinden van wijze vrienden) ook op leven volgens de vijf voorschriften, en afwezigheid van haat: ‘En zo, Kalamas, leeft een edel mens zonder verlangen, zonder boosheid, zonder verwarring, altijd oplettend en aandachtig. Met een geest vol liefdevolle vriendelijkheid, verheven en uitgestrekt over de hele wereld. Met een geest vol mededogen en gelijkmoedigheid, de gehele wereld omvattend.’
Een laatste individuele stukje is dat je weliswaar zeker niet het volledige Inzicht van Boeddha bezit, maar wel zo af en toe (op en buiten het kussen) glimpjes ervan – ‘inzichten’ dus zonder hoofdletter. Het krijgen van dhyana-ervaringen kan daarbij helpen. Maar omgekeerd werkt het niet: koppelen van stukjes inzicht, aan bijvoorbeeld de tummo (innerlijke hitte) meditatie beheersen of je eigen aura (Jalus) gezien hebben, aan ‘ik ben verlicht, erken dat nou maar’ is de door Asanga beschreven metersdiepe valkuil.
De collectieve dimensie en meet-aanpak is minstens even belangrijk om te bepalen of je op het juiste pad bent. Die houdt o.a. in
- Dat je een sangha hebt, een stabiele set spirituele vrienden/innen inclusief eventueel ‘leraren’die als klankbord fungeren en waar je ook van kunt leren. Zie o.a. https://boeddhistischdagblad.nl/achtergronden/70351-dharma-overdracht-goeroes-en-spirituele-vriendinnen/ en https://boeddhistischdagblad.nl/achtergronden/70394-70394/
- Dat die sangha een collectieve beoefening kent. En deze beoefening dient minstens glimpen van inzicht te leveren; dát is essentieel om te overleven van deze sangha/traditie, niet de (sowieso onbewijsbare) claim van stroombetreding van een enkele persoon.
- De beoefening omvat een consequent en gebalanceerd systeem met samatha- (kalmerende) en vipassana (inzichts) beoefeningen; deze tweedeling vind je niet alleen bij theravada maar ook bij pakweg zen, Puur Land en vajrayana.
- Binnen dat gebalanceerde systeem kunnen ‘nieuwere’ technieken zoals ‘insight dialogue’, ‘liberation unleashed’, ‘direct pointing’ en allerlei mindfulness-spinoffs een plaats krijgen als ze wat aan dat systeem toevoegen. Natuurlijk ter beoordeling van de lerarengroep in de betreffende traditie. Doch geen ervan is m.i. in staat om zelf een volledig systeem van boeddhistische meditatie te vormen, daarvoor zijn ze veel te partieel ingestoken.
De conclusie: zicht op inzicht
Het moge duidelijk zijn: de dharma beoefenen eist niet alleen op lange termijn toewerken naar stoppen met hebzucht, haat en onwetendheid. Maar ook op veel kortere termijn herkennen waar je vanuit de hele maatschappij geconditioneerd bent naar consumentisme. Dit is een lichtere vorm van hebzucht, welke ook je blik op het boeddhisme geheel verkeerd kan kleuren. Namelijk naar spiritueel materialisme, het ‘grijpen’ naar iets dat in de ogen van je ego resultaat-op-het-pad is en juist veelal het tegendeel vormt.
Dat betekent niet dat de zorgen die in het begin van het betoog genoemd zijn geheel onterecht zijn, en dat we maar blind vertrouwen moeten hebben in de Boeddha en ieder die claimt namens hem je leraar te zijn. Zo af en toe een ‘realiteitscheck’ of je nog goed bezig bent is prima, zoals ook de boven genoemde kalama soetra stelt. Boeddha raadde altijd Ehipassiko aan – kom en probeer voor jezelf. Werkt een beoefening die je precies volgens advies (en dus ook lang genoeg) gedaan hebt niet voor jou, probeer wat anders zonodig bij een andere leraar binnen of buiten het boeddhisme. Want uiteindelijk zul je toch afstand van dat ego willen gaan nemen, met welke voor jou werkende techniek ook; Mahaprajapati Gotami stelde de juiste vraag aan Boeddha en kreeg een antwoord dat nu nog steeds zeer toepasselijk is!