Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog stond de Duitse bezetter voedseldroppings toe in het Westen van Nederland. Tienduizenden burgers dreigden te sterven van de honger of lagen al dood op straat.
Een van die droppings vond plaats boven Terbregge, toen een agrarisch gebied bij Rotterdam. Het voedsel werd ter plekke verzameld en later uitgedeeld. Even ter eigen bate meenemen was verboden. Mijn zus Gré, toen een kind van zeven jaar oud, was er ook bij toen de pakketten uit de hemel kwamen vallen, afgeworpen door geallieerde piloten.
Ze vertelde mij laatst dat zij een blik met kaakjes kon bemachtigen en dat thuis aan mijn moeder gaf. Mijn vader was toen als dwangarbeider afgevoerd door de Duitsers. Het was maar een blik met kaakjes dat mijn moeder ook deelde met haar ouders. En hoe blij en dankbaar ze toen waren.
En toen werd het stil tussen ons: we dachten aan Gaza en konden dat leed niet onder woorden brengen.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!

BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
Geef een reactie