Het studentenhuis in Tilburg waar ik drie jaar woonde. De benedenverdieping werd helemaal bezet door een corpsdispuut. De eerste verdieping, waar ik mijn laatste Tilburgse maanden aan mijn scriptie werkte, deelde ik met punkstellen, Ward uit Venlo en twee Surinaamse meisjes van wie er één per ongeluk een pannetje kokend water over mijn linkerschouder goot in een kleine afdelingskeuken.
Kunstenaar R. was er wel en niet tegelijk, en werd in zijn kamer in elkaar geslagen door een boze Tilburger. Op de tweede verdieping, aan de achterzijde, woonde ik twee jaar.
Op weg naar de huisarts, met een tweedegraads verbrande schouder, na het incident in de keuken, kwam ik die zondag op het Tilburgse Heuvelplein twee studiegenoten tegen die net dagenlang in complete stilte Thais hadden gemediteerd. Ze waren op weg naar een snackbar. Één van hen zei later dat een Thaise meditatieleraar hem misbruikte.
Ik was verbaasd. Op die leeftijd mediteerde ik nog niet. Ik had het Jezus- en Mariabeeld alleen nog decoratief in huis en zag geen reden ze in te ruilen voor een Boeddhabeeld.
Heeft Boeddha overigens een graf? Ik heb het in India niet gevonden, maar misschien had ik de Lonely Planet niet goed gelezen.
Geef een reactie