“Mag ik je stompen zien?”, vroeg de vriendin die op bezoek was. Ik schoot in de lach en trok m’n broek uit.
“Ze zijn mooi”, mijmerde de vriendin. Ik was vanuit mijn rolstoel op het bed gekropen om de amputatiestompen van m’n benen beter aan haar te laten zien.
“Mag ik ze aanraken?”, vroeg ze.
“Nee”, antwoordde ik. “En kijken kost een tientje. Je moet betalen.”
Ik vroeg me af of de vriendin een devotee was. Dat zijn perverts die kicken op amputaties.
In de keuken zat room mate X. zoals gebruikelijk in zichzelf te oreren. Vanochtend vertelde ze dat een pastoor een duivelsuitdrijving bij haar kwam doen.
Room mate X. denkt dat ze bezeten is door een klopgeest. Een van haar oma’s komt uit India.
Ze schreeuwde: “Ik ben hier in een levende hel terechtgekomen.”
“Dat valt wel mee”, zei ik. “Het kan veel erger.”
Gisteren had ik te horen gekregen dat mijn indicatie voor deze beschermde woonvorm mogelijk niet verlengd wordt door de gemeente. Ik zou een te licht bipolair geval zijn. Daar wil ik best de humor van inzien, maar zo kom ik op straat te staan. In een elektrische rolstoel, dat wel.
Dat vertelde ik allemaal aan de vriendin die op bezoek was.
Ze zei: “Als ze je eruit zetten, trek je maar bij mij in. Op voorwaarde dat je m’n hond wordt.”
Geef een reactie