Gisteravond hoorde ik cabaretière, schrijfster en columniste Claudia de Breij in Zomergasten van de VPRO zeggen hoe angstig ze was geweest op de avond van haar live Oudejaarsconference op de tv. Angst om af te gaan, mogelijk haar tekst te zijn vergeten, maar ook bang voor van buiten komend geweld. Ik heb me goed moeten beveiligen, zei ze, en was blij dat het voorbij was. Ze sprak met interviewster Janine Abbring over terrorisme, extremisme en aanslagen in de wereld.
Als ik ’s morgens opsta schuif ik het gordijn in de slaapkamer wat opzij zodat de sanseveria op het tafeltje naast het bed voldoende licht krijg. De planten op het balkon krijgen flessenwater en ik maak een bak koffie om daarna de dag met meditatie te beginnen. Het zijn gewone alledaagse dingen in mijn leven. Dat ritme en die eenvoud heb ik nodig om niet te verzuipen in de hedendaagse angst waar aanslagen in Europa gewoon dreigen te worden. In ieder geval niet een heel Journaal meer beheersen. Meditatie geeft me rust maar het nu is terreur.
Op het moment dat ik dit schrijf, aan het eind van de ochtend, zie ik vanuit de Bunker bij het hoge flatgebouw in de straat hier tegenover ambulances staan, brandweer en politie ook, waarschijnlijk recherche en de officier van dienst van de brandweer. Politiemensen rennen heen en weer, de straat is afgezet met een rood wit lint. Toen ik de sirenes van de ambulance hoorde, dacht ik gelijk aan een aanslag. Maar even later zag ik de zonder sirene aangevoerde brandweermensen een luchtkussen oppompen en maakte in mijn geest terrorisme plaats voor een springer. Hoe ernstig ook, het luchtte me toch op. Met een aspirant springer kan je praten, met een terrorist niet. Die wil doden. Wat opvalt is de stilte die er heerst in die straat. Het is de stilte van het wachten op wat komen gaat. Ik hou u daarvan niet verder op de hoogte.
Ik zag het weekeinde beelden op de tv van een demonstratie tegen terrorisme in Barcelona. De vijfhonderdduizend mensen in de stoet riepen: Wij zijn niet bang, ik ben niet bang. Het was een stoet van radelozen, ontstaan nadat tientallen mensen vorige week in hun stad gedood en gewond raakten na een aanslag door mensen die wij terrorist noemen. Het zijn mooie woorden tegen machetes, bommen en geweervuur, een rivier van geweldloosheid. Helaas stoppen ze het geweld niet.
Ik vraag me af: waarom zou je niet bang mogen zijn maar ook de sanseveria wat licht gunnen.
Moedig voorwaarts!