“Het denken gaat vooraf aan alle dingen
Het heerst er over, het is er de oorzaak van.
Wie met een zuivere geest praat of handelt,
hem volgt het geluk op de voet,
als een schaduw die hem nooit verlaat.”
Ik heb het lang moeilijk gehad met deze uitspraak van Boeddha. Dit aspect van zijn visie leek me zo… geestelijk, zo ijl. Wat met ons lichaam, met al die onbewuste drijfveren, al die dwingende noden? Shabkar Lama, een Tibetaanse leraar, stelt het nog scherper: “Nergens anders kan een ervaring bestaan dan in de geest. Daarom is er niets anders te zien dan wat op het moment van inzicht gezien kan worden.”
Ik had westers wetenschappelijk nodig om me van mijn scepsis te bevrijden. Als we simpelweg een stap zetten, laat een EEG-scan zien dat onze hersenen zich al driekwart seconde eerder voorbereidden op de actie. Toch hebben we de indruk dat onze intentie er was voor we ons effectief begonnen te bewegen. Onze geest blijkt dus trager te zijn dan ons lichaam, maar wel druk bezig met achteraf verklaringen te zoeken voor acties waar we al instinctief mee begonnen waren.
Wetenschappelijk onderzoek bevestigt niet meer dan dat wij niet perfect zijn, wel beperkt, kwetsbaar, vergankelijk. Boeddha noemde het veranderlijkheid. “Observeer hoe een gedachte of een waarneming ontstaat, bestaat en vergaat,” stelde hij voor als meditatietechniek. Na een tijd mediteren merk je hoe vluchtig al die gedachten en waarnemingen zijn. We zijn gemaakt uit materie met per definitie onvolmaaktheden. Wanneer we één seconde lang een perfecte situatie beleven, is er de volgende seconde gegarandeerd iets wat de droom verstoort.
Een kat vraagt zich niet af waarom haar sprong naar een vogel niet perfect was. Als ze mislukt, probeert ze gewoon opnieuw, en leert van haar fout. Waarom maken wij ons zo druk over onze fouten? Het is een vorm van ‘hechten.’ Onze geest klampt zich vast aan zekerheden. Imperfectie geeft onzekerheid en die stoten we af. Daarom doen we niet alleen wat realistisch is, leren van onze fouten, maar streven we ook naar ideale situaties waarin geen fouten, geen imperfectie, geen lijden meer bestaan. We hechten ons aan perfectie, en is er iets meer geestelijk dan dat?
Niet toevallig kreeg ik over ‘alles is geest’ pas heel laat het inzicht dat Boeddha met ‘geest’ ons hele bewustzijn bedoelde. Terwijl ik als westerling geest toch vooral associeerde met het denken. Daarom klonk ‘alles is geest’ aanvankelijk zo abstract. Terwijl ons bewustzijn behalve ons denken ook ons voelen en ons lichaamsbewustzijn, onze verbeelding en onze wilsleven omvat. Daarom is de neiging om ons te hechten zo sterk. We hechten ons niet in de eerste plaats aan iets door onze gedachten erover. We hechten ons al binnen die driekwart seconde aan iets, door onze lijfelijke, instinctieve reactie erop. Dan pas beginnen we heel het spinnenweb van gevoelens, gedachten, voorstellingen en voornemens te weven. Een proces dat we pas goed kunnen observeren als we mediteren, als we wat zich in onze geest afspeelt vertragen en zorgvuldig observeren.
Wanneer ik mediteer, denk ik telkens weer: “hoe saai, al die gedachten en reacties in mijn geest, hoe vervelend toch al die krampen en kriebels in mijn lichaam.” Tot ik besef: ook dat is een gedachte. Als er veel rumoer is bij de buren, denk ik telkens weer: “hoe irriterend, al dat lawaai.” Tot ik besef: ook dat is een gevoel. Wanneer ik doe wat meditatie wezenlijk is, mijn lichaam en geest neutraal observeren, heel mijn innerlijke proces vertragen, komt er een moment van vrede. Vaak krijg ik dan een heldere ingeving, inspiratie, bijvoorbeeld voor een artikel als dit. “Hé, vandaag is het mediteren inspirerend.” Tot ik besef: ook dat is een gedachte.
Siebe zegt
“Als we simpelweg een stap zetten, laat een EEG-scan zien dat onze hersenen zich al driekwart seconde eerder voorbereidden op de actie. Toch hebben we de indruk dat onze intentie er was voor we ons effectief begonnen te bewegen. Onze geest blijkt dus trager te zijn dan ons lichaam, maar wel druk bezig met achteraf verklaringen te zoeken voor acties waar we al instinctief mee begonnen waren” (Xavier vandePutte)
Lopen is een voorbeeld waarbij het mentale bewustzijn na een tijdje nauwelijks meer een rol speelt. Thich Nhat Hahn wijst hier er op dat het opslagbewustzijn eigenlijk dan direct het gedrag, de benen en armen stuurt. Dus, al die beslissingen die je eens bewust moest nemen, toen iemand leerde lopen, blijven onbewust nu. Je wordt als het ware rechtstreeks gestuurd door het opslagbewustzijn. Zoals eens tennisser die eerst best nogal bewust zijn slag moet aanleren maar later daar totaal niet meer bij nadenkt. Het mentale bewustzijn gaat er dan tussenuit zeg maar.
Trouwens, alle bewuste ervaringen of gewaarwordingen, dus niet alleen bewust ervaren keuzemomenten, hebben volgens de leer een voorloop, een voorbereiding die bestaat uit voor/onbewuste citta (bewustzijn)momenten.
Het lijkt voor ons misschien alsof zien, ruiken, proeven door een en hetzelfde bewustzijn wordt gedaan maar de Abhidhamma, en ook de sutta’s, bestrijden dit. De Abhidhamma beschrijft het zo dat als er een kort moment gewaarworden is, bijvoorbeeld van een geur, dan valt geest daarna weer terug in een staat van voorbewustheid om bijvoorbeeld daarna iets te ruiken. Maar het is niet hetzelfde bewustzijn dat hier iets zag en rook. Het zijn verschillende momenten van bewustzijn.
Dus onze indruk dat er een constant aanwezig bewustzijn is dat dan weer eens een geluid, en dan weer eens een geur ervaart, bijvoorbeeld, precies dat is volgens mij de illusie van een getuige-bewustzijn.
Deze illusie van een getuige-bewustzijn schijnt te ontstaan doordat we niet gevoelig genoeg zijn voor het tempo waarin alles voorwaardelijk ontstaat.
Bedankt voor het inspirerende artikel.
groet,
Herman zegt
Alles is geest ? Door omstandigheden is kraakbeen in mijn oor kapot, en krijg ik onaangekondigd rare broze verontrustende geluiden vanuit dat kraakbeen, soms met pijnscheuten, en meestal gepaard met oorsuizingen. Ik weet, het is hoe je ermee omgaat, maar een lichaam dat gewond werd, dat pijn heeft, …. mijn bewustzijn alleen kan het amper tot soms niet aan. Ik heb mijn lichaam nodig als thuis om in te wonen, en alle theorieën over bewust en onbewust verdwijnen in het niet – mijn lichaam is de woonplaats van mijn geest, en mijn bewustzijn heeft het heel lastig nu …
Cornelis Heijkant zegt
Alles is denken, er is niets dat geen denken is. Wanneer ons kletsverstand zwijgt vertelt alles zijn eigen verhaal in eigen taal. Een bloem, een tafelpoot, een broodje kaas, het gelaat van een mens, ze vertellen zelf wat ze zijn. Irritatie over burenrumoer is dan ondenkbaar. Het is gewoon wat het is. Er is immers slechts een luisterend oor, gezuiverd van het oordelend verstand. Er is directe waarneming, zuiver bewustzijn of gewaarzijn. Dat is als niets voor het denken. Het denken kan er niet bij. Het denken heeft geen enkel benul van de werkelijkheid, net zoals de schaduw van een boom geen benul heeft van de boom zelf. Wij moeten leren ont-denken. Pas dan gaan we echt leven.
Boeddha: “Breng het denken tot rust, het is de enige manier om geluk te vinden.” (Dhammapada)
Huang Po: “Streef er vooral niet naar ooit een Boeddha te worden. Let er alleen op dat je door geen enkele gedachte geboeid wordt.”
Yolanda zegt
sterkte met je oor Herman
Herman zegt
Oprechte dank, Yolanda