Vandaag was ik op plekken waar ik al lang niet was geweest. In een stad, dorpen en kleine gehuchten. In een boshut sprak ik met een oude vriendin, ze wil verhuizen maar toch ook niet. Ze weet niet wat ze kan verwachten in een nieuwe omgeving, maar in de huidige voelt ze zich ook niet thuis. Ik was bij een plek waar een houtvester mij vroeger een sterre hout verkocht, een paar sterre toch wel, om mijn houtkachel brandend te houden. Per seizoen, vanaf de herfst tot en met het voorjaar, stookte ik veertien kuub hout weg. Ik was in een gehucht waar ooit een lid van de IRA onder een kerktoren stond om zijn maten die op de vlucht waren voor de Nederlandse politie op te halen. Maar de politie was er eerder dan zijn maten. Ik kwam langs een kleine herberg in een bos waar ik als OR-voorzitter gastheer was voor de ondernemingsraden en directie van de Nederlandse Dagblad Unie. Ik was bij een abdij met herinneringen aan een man die ik daar ooit bezocht. Ik was vandaag in Het Dorp van Wim Sonneveld. Het deed me goed om daar te zijn, in die stad, de dorpen en gehuchten. Behalve met de oude vriendin sprak ik met niemand. Ik was helemaal alleen. Keek om me heen met de blik van een kind en verwonderde mij dat alles net zo leek als vroeger. Het vroeger van de gemoedelijkheid. De mooie stilte.
Het jaar 2017 – de tachtigste dag – heimwee naar gemoedelijkheid
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, heimwee naar Chef, de Kloosterbunker, Bunkerstad, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen, het abonnement op te zeggen- wat niet kan. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren. De politiek de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan.