In de laatste druppel-column voor de zomer, meer dan twee maanden geleden, stelde ik een paar vragen. Ik ontving ruim twintig reacties, waarvoor dank! Die antwoorden waren niet representatief (bijna de helft kwam van theologen!), maar altijd van belang en heel divers.
Dit waren de drie vragen: Als jij ooit een beslissende keuze op levensbeschouwelijk terrein hebt gemaakt, voor welke inhoudelijke keuze stond je toen? Was er een aanleiding? Welke afweging heb je gemaakt?
De kortste samenvatting van de reacties is dat elk antwoord een eigen plekje heeft op een spectrum. Aan het ene uiteinde staat ‘Ik kies’ en aan het andere ‘Ik heb helemaal niet gekozen’.
Is er wel gekozen, dan is er vaak een aanleiding, zoals een ingrijpend verlies, het eindelijk breken met een knellend kader, een conflict, of juist een verzoening. Nogal eens krijgt de keuze extra nadruk doordat men tegen de voorkeur van de eigen omgeving in gaat. Kiezen kan ook een grondhouding zijn: ‘ik zoek en vind in mijn leven wat bij mij past, ik probeer en kijk wat goed voelt, en daar kies ik voor’.
In twee reacties werd het voorbeeld van de kinderdoop genoemd: wel of niet? Ouders kiezen voor de pasgeborene, of laten de keuze aan de jongvolwassene. In het laatste geval kiezen ze er dus voor om niet te kiezen.
Keuzes blijken niet altijd op basis van redelijke argumenten gemaakt te worden. Intuïtie speelt een rol, maar ook emotie, zoals bij verliefdheid of morele verontwaardiging. Aanvankelijke rationele kritiek kan gaandeweg zelfs afzwakken en leiden tot aanvaarding.
Had men niet het gevoel iets te kiezen, dan accepteerde men bijvoorbeeld wat van huis uit mee kwam, of uit de traditie, of werd men meegevoerd door de loop van de gebeurtenissen. Men schreef: ‘het overkwam me’, ‘de weg kiest mij’, of ‘de weg komt mij tegemoet’. Nogal eens spraken anderen het verlossende woord.
Soms is het niet-kiezen principiëler. Als het leven een zoektocht is, dan gaat die voort. Zou je kiezen, dan stopt de pelgrimage. Soms betreft dat het godsbegrip. Is dat niet echt te benoemen, dan is er eerder openheid dan keuze.
Ook is er de ervaring van gekozen of aangeraakt worden: ‘er gebeurde iets dat ik niet kan beschrijven’. Of: ‘ik voelde een niet te plaatsen behoefte’. Er kan ook sprake zijn van een bekeringservaring. Sommigen gebruiken woorden als overgave, vertrouwen, geborgenheid, geheim en mystiek.
Heel praktisch schreef iemand dat een keuze pas doordringt als die handen en voeten krijgt. Ook praktisch: ‘je hebt weinig speelruimte, de dingen zijn nu eenmaal zo’.
Overigens blijkt uit sommige reacties dat kiezen en niet-kiezen naast elkaar kunnen voorkomen, in een vaak gecompliceerde mix.
Volgende week een paar conclusies! Reacties op de drie vragen zijn nog steeds welkom!