Geluk is er en is te meten, daar is Chef van overtuigd. De ‘geluksprofessor’ Ruut Veenhoven, verbonden aan de Erasmus Universiteit, zegt zelfs dat in onze moderne samenleving mensen steeds gelukkiger worden, al lijkt dat haaks te staan op de nare berichten over armoe, dakloosheid, werkloosheid en dreiging. Veenhoven doet aan geluksonderzoek, geluk in de zin van levensvoldoening.
Chef heeft zich vanmorgen aangemeld op de site van www.gelukswijzer.nl. Een keer per maand ontvangt hij vanaf nu een mailtje en kan hij aangeven hoe gelukkig hij zich die dag voelt. Voor vandaag bedacht hij zich een acht toe en voor de afgelopen maand een zeven, er moesten wat kleine hobbels weggewerkt worden. Als cijfers niet bestonden zou Chef zich een gelukkig mens noemen. Andere Cheffies op deze site varen in hetzelfde water. Ook zij gaven zich een acht en een zeven voor geluk. Chef is al ouder, leeft al langer. Daarom is hij in staat te vergelijken, de geluksmomenten in zijn leven te meten, een cijfer te geven. Hij weet ook dat shit vaak overgaat, of minder shitterig wordt.
Waar Chef wel last van heeft is verlatingsangst. Dat kan zich al uiten in minimale situaties, als hij de kassa bij Appie verlaat, de zwerver met wie hij even een praatje maakte de rug toekeert. Het leven is voortdurend afscheid nemen en Chef krijgt daar steeds meer moeite mee. Maar hij zal het er mee moeten doen.
De Gelukswijzer wordt momenteel aangestuurd door een team bestaande uit: prof. dr. Arnold Bakker (Universiteit Maastricht), dr. Martijn Burger (EHERO), Pieter van Haren (VGZ), Peter Hermus (Risbo), drs. Guy Van Liemt (Erasmus Universiteit), dr. Wido Oerlemans (TU Eindhoven) en prof. dr. Ruut Veenhoven (Erasmus Universiteit, EHERO). De wetenschappelijke leiding berust bij Martijn Burger, de zakelijke leiding bij Guy van Liemt.
Chef vindt zich zelf een optimist. Elke dag weer kijkt hij verwonderd en blij om zich heen en weet dat alles goed zal komen. Always look on the bright side of life,’ zong de Britse groep Monty Python in 1979 al. En nu blijkt dat ze daarmee niet alleen een catchy hit te pakken hadden, maar ook nog eens een wetenschappelijke waarheid. Jaren nadat de mannen met dat nummer de hitlijsten bestormden, werd er namelijk aan de University College Londen onderzoek gedaan naar optimisme. Daar ontdekten wetenschappers namelijk dat optimisme een mens gezonder maakt. Personen bij wie het glas meestal halfvol is, hebben namelijk minder kans op depressies en hart- en vaatziekten. Scandinavische wetenschappers ontdekten vervolgens zelfs dat optimisten gemiddeld vijf jaar langer leven dan mensen die het leven standaard somber inzien.
Chef weet het, er zijn ook raspessimisten, sommigen verdienen er hun brood mee, met die levenshouding. Er is hoop, al vind Chef pessimisten wel leuk. Volgens wetenschappers aan de Universiteit van Maastricht is optimisme aan te leren. Voor ongeveer 25% is ons optimismeniveau genetisch bepaald. Daar valt dus helaas weinig aan te veranderen. Ook hoe iemand opgegroeid is, bepaald hoe optimistisch iemand is. Als je een vervelende jeugd hebt gehad of het glas bij je ouders altijd halfleeg was, is de kans dat jij een enorme positivo wordt nou eenmaal een stuk kleiner.
Maar, ontdekten ze, door oefeningen kunnen we onszelf wel trainen optimistischer te worden. De onderzoekers deden experimenten gebaseerd op de BPS-theorie. BPS staat voor ‘best possible self’. Alle studenten die aan het onderzoek deelnamen, kregen de instructie om zich elke dag minstens vijf minuten te concentreren op positieve ervaringen. Bijvoorbeeld door vlak voor het slapengaan na te denken over de leuke gebeurtenissen van die dag. Later kwam daar nog een opdracht bij. Alle deelnemers aan het onderzoek werden gevraagd hun perfecte toekomst te beschrijven. Vervolgens visualiseerden ze die toekomst elke dag op een vast moment. Een soort dagdromen dus eigenlijk. Na een aantal weken bleek dat de proefpersonen inderdaad optimistischer waren geworden.
Lachen is ook gezond, letterlijk. Chef lacht veel maar heeft een morbide humor. Wetenschappers stellen: Lach en leef langer en gelukkiger.
Lachen zorgt ervoor dat stress verhogende hormonen als adrenaline, cortisol en dopamine onderdrukt worden, terwijl stoffen die je stemming een boost geven juist vrijkomen. Zoals endorfine, dat ook nog eens de bloeddruk verlaagt én als pijnstiller werkt.
Het eten van chocola zorgt ervoor dat gelukshormonen als serotonine en endorfine geproduceerd worden. Maar wie zoekt naar een snelle oppepper voor het humeur hoeft niet meteen een hele reep naar binnen te werken. Britse onderzoekers ontdekten namelijk dat lachen het beloningssysteem in de hersenen nog veel meer prikkelt. Een simpele glimlach haalt zelfs hetzelfde niveau van hersenstimulatie als tweeduizend chocoladerepen. Chef eet veel chocola, en zijn kleinkinderen ook.
Mensen die veel en vaak (oprecht) lachen leven langer. Dat stellen psychologen van Wayne State University in Detroit. Zij bestudeerden 196 foto’s van Amerikaanse honkbalspelers uit 1952. Die foto’s werden ingedeeld in drie categorieën: geen glimlach, een gedeeltelijke glimlach (waar alleen de spier van de kaak naar mondhoek werd aangespannen) en een oprechte glimlach (waar naast de spier rond de mond ook de spier rondom de ogen werd aangespannen). De groep spelers zonder glimlach bleek gemiddeld het kortst te leven (73 jaar). Terwijl de 64 spelers met de gedeeltelijke lach en de 23 spelers met een oprechte lach respectievelijk gemiddeld 75 en 80 jaar werden.