Er zijn van die ogenschijnlijk toevallige gebeurtenissen. Je denkt aan iemand en een minuut later gaat de telefoon: die iemand. Je doet een spelletje met dobbelstenen, je bestelt in gedachten drie zessen, en ja hoor, daar liggen ze. Een verklaring ontbreekt.
Eigenlijk past religie ook in dit rijtje, op zijn minst omdat ze overleeft terwijl het wetenschappelijke wereldbeeld haar had verdrongen. Immers, het bestaan van heilige wezens – God, goden, geesten – is niet wetenschappelijk aangetoond, en wonderen werden bedenksels.
Maar er is al ruim en eeuw een alternatieve wetenschappelijke duiding, de rebelse quantum-theorie. Daarmee valt misschien toch iets wetenschappelijk te zeggen over de hierboven genoemde onverklaarbare verschijnselen. Die theorie is weliswaar zo ingewikkeld dat zelfs vakmensen het niet helemaal door hebben, maar dat belet nogal wat leken niet om hun versie van die theorie los te laten op het onverklaarbare.
Zo wordt dat telefoontje verklaard met het quantum-inzicht dat op afstand en zonder aanwijsbare oorzaak er toch verbinding kan zijn tussen twee eenheden, dankzij een gedeeld bewustzijn. Ook wordt gezegd dat geest en materie elkaar via datzelfde bewustzijn kunnen beïnvloeden, dus kun je mentaal de dobbelstenen aansturen.
Een ander quantum-idee: onderzoekers staan niet los van de werkelijkheid die zij bestuderen, maar maken die werkelijkheid door hun onderzoek. Ze gebruiken metaforen, zoals golven, snaren, of zwarte gaten, en doen net alsof dat echte werkelijkheid is, terwijl het strikt genomen alleen om beeldvorming gaat. Maar wacht even, religie draait ook om verbeelde werkelijkheid. Wetenschap en religie spelen dus allebei met beeldvorming.
Spel is zo gezien het koepeltje boven religie en wetenschap. Steeds wordt een visie op de werkelijkheid geconstrueerd die aanspreekt en als echt wordt ervaren. Ook al blijft het in beide gevallen een aftasten, voor de speler voldoet dit serieuze spel aan de verwachtingen.