Chef liep in de Zwart Jansstraat in het Oude Noorden van Rotterdam. Hij kwam net bij een landelijk bekende opticien vandaan. Om z’n bril te laten stellen. Ineens zag hij de tekst, op nog geen vier meter afstand van de brillenzaak.
Hij moest er vreselijk om lachen. Is die tekst daar neer gekalkt door een klant van de brillenzaak, diens nabestaanden. Of door iemand die niks met die brillenzaak te maken heeft? Chef moest denken aan het boek De komst van Joachim Stiller, waarin ook vreemde dingen gebeurden. De schrijver schreef ‘goed kijken’ en niet ‘goed uitkijken’. Zette wel een uitroepteken achter de tekst. En wie loopt er nu met een krijtje op zak. Zou het een puzzeltocht zijn geweest, of zoiets?
Chef moest denken aan het boeddhisme ‘gegaan, gegaan, naar de overkant gegaan.’ Hij stak in één lijn over, de middenweg, autobestuurders, fietsers en elektrische fietsers stopten voor hem. Chef kende hun achtergrond niet, vond dat ook niet zo belangrijk. Ze zorgden op een respectvolle wijze dat hij de overkant haalde.
Goed kijken en luisteren, elkaar de hand toesteken, effe een bakkie doen. Respect. Ook buiten de Zwart Jansstraat.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds, zeggen de Franciscanen.
Moedig voorwaarts!