Chef vroeg vanmorgen aan ons: Is er ook een zorgdienst voor planten voor mensen die er af en toe of vaak niet zijn, afwezig zijn. Zeg maar een oppascentrale voor planten.
Wij weten dat niet.
Chef heeft planten aangeschaft voor het groen, de verzorging en om de luchtvochtigheid in de Kloosterbunker te bevorderen. Van een vriend kreeg hij een papyrus. Geliefd bij hippies in de jaren zeventig. Chef had er toen wel tien. Alle planten krijgen een keer per week water, de vier sanseveria’s een keer in de drie weken. Regelmatig is Chef weg- is de Kloosterbunker leeg, en laat hij de planten de planten. Ze kunnen wel een paar dagen zonder hem. Maar de papyrus niet, die zuipt in een etmaal een overpot met anderhalve liter water leeg.
Deze week was Chef bezig om de gele punten aan de bladeren van de papyrus weg te knippen. Eigenlijk zou er iemand voor de plant moeten zorgen, bedacht hij, als hij er niet is. Anderhalve liter water per dag, dat is het enige dat de plant nodig heeft. De mensen die hij kent als mogelijke verzorger zijn te oud, ziek, zwak en misselijk, of jong, geen vrije tijd, geen zin en allergische voor planten, zeggen ze.
Als er geen oppascentrale voor planten is, overweegt Chef een systeem te ontwikkelen dat automatisch de plant water geeft. De reservoirtjes in de vorm van een vissenkop zijn te klein. Hij bedacht ook een beroep te doen op de WMO, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning, maar dat lijkt kansloos.
Dat een met liefde gegeven en ontvangen plant zoveel teweeg kan brengen.
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.
Vrede en alle goeds.
Moedig voorwaarts!
François la Poutré zegt
Ze bestaan hoor, oppascentrales voor planten. Er zijn mensen die niets anders doen dan van het ene naar het andere oppasadres reizen en daar dan weer een tijdje verblijven. Sommigen hebben zelfs geen eigen woonplek meer. Ze zorgen voor planten, dieren en je huis in ruil voor onderdak. Wij maken er af en toe gebruik van.