Het regent rond de Kloosterbunker, in Rotterdam, in Nederland. Vanmorgen stevige buien, vannacht ook, de druppels knalden tegen de balustrade van de galerij. Later in de middag wolken stuifregen, grijs en rimpelachtig.
Ik ben mijn hele leven lang al een binnenzitter dus ik geniet van de buien. Voor vandaag stonden de struiken op het balkon op de lijst van watergeven. Maar de stevige wind en de regen zijn mijn vervanger.
Eigen regen eerst, speelt door mijn hoofd. Ik bedacht dat niet, het was er ineens, die zin. Ik weet dat er landen, continenten zijn waar het erg heet is en geen druppel regen valt. Of dat er overstromingen zijn door hevige regenval. Mensen dood gaan, oogsten mislukken. Ik gun ze ook hun eigen regenbuien. Wetenschappers zijn bezig op een kunstmatige wijze regenbuien op te wekken of regenwolken daarheen te leiden. Woestijnen vruchtbaar te maken.
Lang geleden al, maar als ik op vakantie in de Franse Rhônevallei was, hoorde ik ’s nachts de knallen waarmee wijnboeren regenwolken beschoten in die hete zomers. Eigen regen eerst. Is dat hebzucht, een van de drie vergiften in het boeddhisme. De ander niks gunnen? Blijf van mijn regen af?
De geest is een raar ventje. Eigen geest eerst.
Moedig voorwaarts!
Moge iedereen gelukkig zijn, met name jij.