Het regent en vanmiddag was het nog geen 30 graden. Dat is bijzonder, want april en mei zijn volgens de mensen die het weten kunnen de heetste maanden. 2 jaar geleden was het hier in deze periode weken lang rond de 40 graden en duurde het tot ver in juni voordat de eerste buien vielen. Dit jaar kunnen we nauwelijks van een droge tijd spreken. Iedere 2 à 3 weken is er wel een flinke plensbui gevallen. Voor ons is dat heel prettig. Behalve dat die buien voor wat verkoeling zorgen, ontslaan ze ons ook van de zorg om planten van voldoende water te voorzien. Veel bomen zijn sowieso al zo groot geworden dat ze het wel een paar weken zonder water redden, maar er staat ook nog veel kleiner spul, dat meer moeite heeft met langdurige droogte.
Ook de temperatuur is redelijk dit jaar en komt nauwelijks boven de 35 graden. Dat vinden wij tegenwoordig best aangenaam. In combinatie met de regelmatige neerslag zorgt die mildere temperatuur ervoor dat we in een voor mei uitzonderlijk groene omgeving leven. In eerdere jaren begon het landschap in maart al te vergelen, om pas na het losbarsten van de regentijd weer frisgroen te kleuren. En wat de levensvreugde nog het meest verhoogt is dat de ernstige smog achterwege blijft. We zijn eraan gewend dat de bergen in januari uit het zicht verdwijnen en pas na de eerste regens weer tevoorschijn komen, maar dit jaar zijn ze op een enkele dag na gewoon zichtbaar gebleven. Waar we ooit in mei al eens een AQI (Air Quality Index) van bijna 300 gehaald hebben schommelt hij nou tussen de 20 en 40. In Thailand wordt een AQI onder de 50 als goed beschouwd; in Europa wordt een grenswaarde van 25 gehanteerd. Hoe dan ook: wij zijn er blij mee.
Maar zoals gezegd: het regent en omdat het inmiddels toch al donker is, is Mieke in bed gekropen om een film te kijken. Ik zit achter de computer wat foto’s te bewerken. Dan klinken er vreemde geluiden buiten. Het duurt even voordat ik doorheb wat er aan de hand is. Surya, het paard, is aan het proberen haar voerbak los te trekken. Ik pak een lamp en loop naar buiten, maar daar kan ik weinig anders doen dan bevestigen dat Surya om een of andere reden met haar voerbak aan het klooien is. In het donker en in de stromende regen kan ik daar in ieder geval niets aan doen. Ik ga weer verder met mijn foto’s.
Dan prikt er iets tussen mijn tenen. Ik herken het gevoel. Het is niet ontzettend pijnlijk, maar wel reuze-irritant. Het is de beet van een piepklein miertje, dat wij millimetermiertje gedoopt hebben. Vooral in het begin van de regentijd zijn deze beestjes volop actief en meestal zijn ze dan ook meteen met honderden tot duizenden tegelijk. Ze bijten niet, behalve wanneer ze zich bedreigd voelen, en dat laatste is nogal gauw het geval. De prik de ik voel komt van een millimetermiertje dat onbezorgd over mijn voet wandelde, maar zich vervolgens vastliep tussen twee tenen. Dat voelde reuze-bedreigend aan en dat moest ik met een beet bekopen.
De prik is zoals gezegd heel irritant, en jeukt, maar dat gevoel trekt, nadat ik het miertje tussen mijn tenen uit geveegd heb snel weg. Dan volgt er nog een prik. En nog een. En alweer een paar. En nog een stuk of wat. Ik vrees dat ik zojuist bij Surya’s wei in een kolonie millimetermiertjes heb gestaan en er daar een stel van mee naar binnen heb genomen. Ik stap even onder de douche om mijn benen af te spoelen, maar zodra ik weer zit begint het prikken weer. Met een lamp inspecteer ik de vloer en precies waar ik mijn voeten heb staan als ik aan de computer werk blijkt iets te liggen dat de miertjes lekker vinden. Vanaf daar loopt een mierensnelweg naar het midden van het vloerkleed en daarvandaan een supersnelweg naar buiten. Vlak voor de deur ligt een dode kikker en daaromheen krioelt het van de mieren.
Het is duidelijk. Om het probleem op te lossen moet de dode kikker opgeruimd worden en als man neem ik dan natuurlijk mijn verantwoordelijkheid. Ik sla mijn lungi om, pak een stuk wc-papier, raap de dode kikker op en gooi hem over het hek, om te voorkomen dat de honden het lijk weer terugbrengen. Dan begint het op veel meer plekken te prikken. Mijn lungi had over mijn stoel gehangen en daarbij de grond geraakt en je raadt het al: hij zat onder de miertjes. Die waren massaal op mijn benen gesprongen en hadden daar de weg omhoog gekozen. Bijten deden ze niet… totdat ze zich vastliepen. Ik geloof dat het niet nodig is om nader in detail te treden.
Ik had het kunnen weten. Wie kwaad doet aan andere wezens zal daar vroeg of laat de prijs voor moeten betalen. In onze vorige blog beschreef ik hoe we het legsel van een mierenkolonie via een omelet verorberd hadden… nu maak ik kennis met de wraak van de mieren. Na een lange douchebeurt had ik me ervan bevrijd.
Insecten die we nog moeten proberen zijn onder meer kakkerlakken, sprinkhanen, pissebedden en vogelspinnen. Ik weet niet of ik daar wel aan durf te beginnen.
Suzanne zegt
Altijd wanneer ik zie dat er een bericht van jullie is, word ik blij.
Zo ook vandaag! Dank!🙏🏻
François la Poutré zegt
Van zo’n reactie worden wij dan ook weer blij. Dank je wel.