Mensen verschillen in de manier waarop ze betekenissen toekennen. Drie voorbeelden.
Ik fiets langs de kazerne van het korps mariniers in Doorn. Op het sportveld wordt gevoetbald. Ik geef op mijn manier betekenis aan wat deze commando’s hier doen. En denk aan de manieren waarop zij dat zelf doen. Voetbal is oorlog, zei Rinus Michels. Was oorlog maar voetbal.
De oorlog in Oekraïne is een maand oud. Elke dag komt wat daar gebeurt aan de orde, in de media, in gesprekken. Een terugkerende vraag is hoe één man zoveel macht kon krijgen dat hij deze oorlog heeft kunnen ontketenen. Wat gaat er om in het hoofd van die man? Hoe geeft hij betekenis aan winst en verlies, vooral van mensenlevens, maar ook aan vernielde steden? Wat is de betekenis van wat hij en zijn omgeving in gang hebben gezet?
Deze oorlog brengt stromen van vluchtelingen op gang. Die komen ook onze kant op. Nederlanders geven op hun eigen manier betekenis aan de noodzaak tot gastvrijheid. Giro 555 oogstte meer dan 150 miljoen. Maar vergelijk de huidige ontvangst met de manier waarop vluchtelingen van buiten Europa worden opgevangen. Bijvoorbeeld: op dezelfde giro 555 werd in 2013 bij een actie voor Syrische vluchtelingen 5 miljoen gestort.
Waar komen de verschillen vandaan? Elke cultuur geeft mensen een repertoire aan betekenissen mee. Daar horen ook kernwaarden bij. Verder is betekenisgeving een machtsproces. Macht is het vermogen het gedrag van anderen te bepalen, ook in hun manier van betekenis geven. Politieke en religieuze leiders zijn betekenisregisseurs. Ze beheren machtsmiddelen, zoals leger en politie, de absolute waarheid en gecensureerde media. Nieuwe omstandigheden dwingen tot aangepaste betekenisvorming. Individuen benutten speelruimte om af te wijken. Maar of dat lukt verschilt per land.
Zo gezien kan het spel van betekenis toekennen zelfs een gruwelijk geheim wapen zijn, eventueel een massavernietigingswapen. Zie holocaust, genocides.