Vandaag sprak ik met de voorzitter van de klankbordgroep van de Kloosterbunker. Hij vertelde dat zijn familie uit onder andere de zilverstad Schoonhoven kwam.
Het was de late avond van 5 december 1970. Ik had die sinterklaasavond dienst op de redactie van mijn persbureau. Het vroor stevig. Wegen waren spekglad. Er kwam een melding binnen van een auto te water- in een vaart aan de Kleiweg in Rotterdam. Ter plekke zag ik brandende lichten onder water, de auto lag op z’n kop in de vaart. Politie en andere hulpdiensten waren nog niet gearriveerd. Soms zijn journalisten ook maar mensen. Het water was koud toen ik bij de auto kwam, de voorruit lag eruit. Door dat gat trok ik Mary, een jonge vrouw, uit de wagen en sleepte haar naar de kant waar inmiddels ook de politie was gearriveerd. Opnieuw zocht ik naar inzittenden. Ik trok aan een arm van een man, die door het over-de-kop-slaan van de auto onder een soort vlonder terecht was gekomen. Hij wilde zich waarschijnlijk wel oprichten maar de jonge vrouw zat er bovenop. Zo stierf hij. Mary kwam uit Schoonhoven.
Ik ben veel nare dingen al vergeten- mogelijk heb ik ze verdrongen. De voorzitter haalde het ongeluk op die sinterklaasvond weer naar boven.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
