Gisteren haalde ik een pakje op bij de Etos. En droeg een mondkapje. En informeerde bij een verkoopster waar de reinigingsdoekjes voor de huid lagen. Ze toonde mij bleekdoekjes om het huis te reinigen. Nee, zei ik. Is het voor de huid of voor het huis, vroeg de vrouw. Ik riep luid: ‘Voor de huid,’ die mondkapjes vervormen al mijn woorden. Even later bood ik de verkoopster mijn excuses aan voor het geroep. Dat is ze wel gewend, zei een collega van de verkoopster.
Buiten op straat stapt een goedgeklede en wildvreemde man op mij af. Goedemiddag, zegt hij tegen mij. Kennen wij elkaar, vraag ik. Ja, natuurlijk, anders waren we niet in gesprek, zegt hij. Ik heb je al een tijdje niet gezien, merk ik op. De man lacht en loopt door.
Heerlijk, die krankzinnige ontmoetingen.
Moedig voorwaarts!