Meestal worden ze rond Het Journaal uitgezonden, de bedelcampagnes voor zieke en gewonde dieren. Ze duren geen 30 seconden maar veel langer en ik denk dan: dat geld voor het maken en uitzenden zou je beter kunnen besteden aan het herstel van de zieke en gewonde dieren.
Er zijn binnen- en buitenlandse zieke dieren. In het buitenland worden dieren onder andere ziek omdat er door de corona geen toeristen meer komen die met en op die dieren rijden, zodat ze, de dieren, nu in de versukkeling raken.
Het meest wind ik me op over een Nederlandse fondswervende commercial Geld-en-Dier waarin financiële steun wordt gevraagd om dierenambulances te laten rijden, dierenartsen in te schakelen en gewonde dieren weer op te lappen zodat ze weer het veld of zerk in kunnen om daar door jagers te worden afgeknald. Of onder de wielen van voortjakkerende auto’s op de A15 terecht te komen of door de nieuwe roedel wolven op de Veluwe te worden verscheurd.
De commercial is bedoeld om mensen geld te laten geven, ik had bijna geschreven geld uit de zak te kloppen, een maandbedrag van 1,85 euro, om het werk van Geld-en-Dier mogelijk te maken. Een dierenarts vraagt om steun, een ooievaar heeft een gebroken vleugel, een grote herstelde vogel wordt uit een mand weer vrijgelaten en een dierenambulance rijdt rondjes door dorpen. Zo tonen de beelden. Allemaal voor die 1,85 euro per maand. En dreigend: stort je niks dan kunnen we niet doorgaan.
Ik heb helemaal niks tegen het redden en verzorgen van dieren. Mijn dochter heeft twee migranten honden te verzorgen, ze is er gek op, en een vriendin van mij heeft uit Rusland een hond over laten komen. Een andere vriendin heeft ook een migrantenhond uit een ver land. Die dieren hebben het goed, krijgen medische zorg en lekker eten, een knuffel ook. Mijn ouders vingen tientallen katten op en zelf bood ik ook honden in nood een tijdelijk veilig onderdak.
Waar ik moeite mee heb is het valse sentiment, dat er een organisatie wordt opgericht en dat er dan achteraf gebedeld wordt om financiële steun. Als je jezelf niet in leven kunt houden richt dan niks op. Waar ik ook moeite mee heb is dat mensen totaal vervreemd zijn van de natuur en geen moeite doen zich daar in te verdiepen. Dat er jaarlijks miljoenen dieren gewond raken en sterven omdat dat gewoon de natuur is. En dat wij mensen willen ingrijpen in dat proces, de natuurlijke gang van het buitenleven willen beïnvloeden, door die gewonde dieren in ambulances, gelukkig zonder gillende sirenes, op te halen, op te lappen en weer vrij te laten, hun dood tegemoet.
Veel mensen weten niet eens dat de melk die ze drinken afkomstig is van een slavernij koe, denken dat de melk in een fabriek wordt gemaakt. Ze doneren wel aan Geld-en-Dier terwijl hun 90 kilo zware en kolossale hond zijn kont niet kan keren in de te kleine woonkamer.
Altijd als ik dit soort commercials zie krijg ik beelden voor ogen van imposante kantoren, al of niet bij een gracht, goedbetaalde bestuurders, dure folders en krantjes, een uitstekende PR-afdeling en een incassoapparaat waar ik zelf ook een tijdje slachtoffer van was.
Het zit zo. Ik was voor mijn overleden oudste zus de executeur testamentair. Zij was bij haar leven donateur van AchtPoters die zich ook het lot van dieren aantrok. Zij vroeg aan mij in een gesprek of ik het geld dat na het betalen van rekeningen en uitvaart over was aan die AchtPoters wilde doneren. Zo gezegd, zo gedaan. Omdat ik haar eigen bankrekening had laten opheffen betaalde ik die maandelijkse donaties in haar naam vanaf mijn eigen bankrekening. En dat hadden ze goed in de smiezen bij het incassoapparaat. Bijna elke week kreeg ik wel een brief met het verzoek om zelf ook te doneren aan AchtPoters. Soms zat er in de envelop ook een speeltje, ik werd er beroerd van. Ik heb een groot wantrouwen tegen dit soort bedelorganisaties. Ik begon de ongeopende enveloppen terug te sturen, schreef erop: is verhuisd, haat dieren, haat jullie ook, staat onder curatele, is gevlucht, maar het hielp niks. De bedelbrieven bleven komen.
Ik hecht heel erg aan het leven, maar kon niet anders. Het was op een zondag, mijn vriendin, de kleindochter van zeevisser Thijmen, zat in een fijne leunstoel in de Kloosterbunker een boek over Vollenhove te lezen, toen ik haar zei: ‘Ik ben dood’. Ze keek me verwonderd aan want zo zag ik er niet uit. Nee, zei ik, ik ben dood voor de AchtPoters, ze worden steeds agressiever, niks helpt, geen verzonnen verhuizing of haten, ze blijven bedelbrieven sturen. Okay, zei mijn vriendin, ik zal je helpen. Ze stelde een tekst samen voor de AchtPoters waarin ze mijn overlijden aankondigde en of ze geen brieven meer wilden sturen. Het bericht werd verstuurd via een neutraal mailadres. Enkele dagen later condoleerde AchtPoters haar met dit vreselijke verlies en was ik vrij, vrij, helemaal vrij.
Ik weet, je mag niet liegen en ik creëerde daarmee negatief karma, maar ik vraag geen vergiffenis, dan maar een jaartje langer in de hete blaartrekkende boeddhistische hellen.
Overigens: ik kende de eerste dierenambulance bedenker Aart Bosschieter. Hij reed met een altijd opgewekt humeur rond om dieren naar de dierenarts te brengen in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Hij bood zijn diensten aan op basis van dana, belangeloze goedgeefsheid, maar stak ook zelf veel geld in zijn ambulancewerk.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
Ruud van Bokhoven zegt
Mooi geschreven Joop, precies het onderwerp dat ook dagelijks mijn beeldscherm als lange reclame voorbij schuift en waarbij een vrouw met weemoed staat te klagen dat ze er niet aan moet denken dat ze er mee zouden moeten stoppen en dit nu allemaal betaald wordt uit privé kosten.
Voor dieren veel doen vind ik een goede zaak, maar dagelijks zo’n dure reclame lijkt mij betalen voor de ondernemer(s), oftewel pure oplichterij.
En de dieren waar het om gaat, die zien er niets van.
Yolanda Knoop zegt
Heel herkenbaar! Ik zie ook de slechte, vaak oude bedel filmpjes voorbij trekken. De ene keer huisdieren dan weer zielige ezeltjes of beren. De namen van de goede doelen wisselen, maar de opzet geeft het gevoel dat het allemaal in dezelfde portemonnee terechtkomt.