Goede voornemens maak ik nooit bij het naderen van de jaarwisseling. Een koe hoeft maar een scheet te laten en ze vallen in het water. Ik doe mijn best om te doen wat zich op enig moment aandient, of te laten. Ik heb ook geen afvinklijstje om het verloop van zaken te controleren.
De afgelopen dagen schreef ik wel zaken en gebeurtenissen over van agenda 2020 naar agenda 2021. In die Moleskine-agenda’s worden op de dag zelf geen feest-of herdenkingsdagen genoemd, zoals Kerst, Pasen, carnaval of einde van welke oorlog dan ook. Die moet de gebruiker zelf maar invullen. In dat opzicht is deze agenda wel een beetje boeddhistisch, de maker reikt aan, de gebruiker doet de rest.
In de kakelverse agenda- dit jaar een oranje, zet ik ook geboorte-en sterfdata van mensen die ik ken of gekend heb. Allemachtig, mijn overleden vriend Leo zou al 94 jaar oud zijn en mijn opa uit 1889 is zoveel jaar dood. En de ooit baby mijn oudste kleinzoon is ook al tien jaar oud. Elk jaar diezelfde verbazing, alsof ik het niet zelf opgeschreven heb. De een kan ik me beter herinneren dan de ander. Mijn opa was een Friese zwijgzame man die zijn liefde voor zijn kleinkinderen op een praktische wijze beoefende door ze fietsen en schaatsen te leren, vertederend op hun rug te kriebelen en ze te verwennen met Pasen, Kerst en oud-en nieuw en alle dagen daartussenin. We waren dol op hem. Hij was een baptist, een bij momenten godvrezend man, die de maaltijd altijd met gevouwen handen en ogen dicht tot mijn grote verbazing begon met: Heer, zegen deze spijze, amen. Maar ik zag nooit aan wie hij dat vroeg.
Zo roepen al die data in de agenda herinneringen bij mij op. Het schoot plots door me heen. Hoe zullen mensen mij later herinneren? Sta ik in hun agenda’s vermeld? Wat voor sporen laat ik na door mijn bestaan? Waarom ben ik hier, leef ik? Is het leven een schijtende merel, met zang en stront, zoals de uitgetreden priester en psycholoog Hein Thijssen dat eens in een interview dat ik met hem had verwoorde.
Ik denk al tientallen jaren na over het nut en de aard van mijn bestaan. En heb het antwoord nooit gevonden. In de kern is het zinloos, vind ik. Een koan waarop ik het antwoord niet weet. Nooit zal weten. Ik ben lid van een onzinnige organisatie: het leven. Nee, ik ga het niet hebben over het redden van de planeet of het gescheiden inzamelen van afval. Een bommetje hier of een natuurramp daar. Daar heb ik niet of nauwelijks invloed op.
Nou ja, toen ik bestuurslid was van de Milieuraad Enschede heb ik dat wel geprobeerd. Belde de dierenbescherming als koeien in de winter tot hun knieën in de wei in de sneeuw stonden. Maar dat kon geen kwaad, zei de DB, omdat de poten van koeien nauwelijks doorbloeding hebben. In mijn hippietijd voerde ik actie- ik was ook lid van de Kabouterbeweging en Oranje Vrijstaat- tegen de atoomwapens die in het Staelduinse bos bij Hoek van Holland zouden zijn opgeslagen. En liep in twee grote demonstraties mee tegen de komst van kruisraketten. Actievoerders konden bij mij terecht voor een maaltijd of een douche. Ik was bewogen en bevlogen. Tanken bij Shell deed ik jarenlang niet, vanwege zijn aanwezigheid in Zuid-Afrika en daardoor de steun aan het Apartheidsregime. Is dat zinvol, problemen bestrijden die door anderen worden veroorzaakt? Mindfulness en mindlessness.
Als er geen mensen zouden zijn, was ook de Boeddha niet geboren. Of zou hij als onbevlekte boreling het naar zijn zin hebben gehad op een lege-zonder-mensen-planeet? Wel een heel bijzonder gevoel van leegte. Is het boeddhisme eigenlijk niet een grote IM’er, een ingezonden mededeling in de vorm van een advertentie?
Een stemmetje in mij bleef maar wroeten. Je hebt door je werk als journalist sommige mensen toch wel gelukkig gemaakt. Stemmetje twee: Maar ook ongelukkig. En je werk in het vertegenwoordigend overleg dan, bij die grote uitgevers. Dat was toch zinvol. Stemmetje twee: Het was ook vaak handjeklap. En je hebt leuke kinderen en kleinkinderen, reikte stem één mij aan. Stem twee zweeg. Het is waar, ik ben trots op mijn kinderen en blij met mijn kleinkinderen. Soms voel ik me wel een goede vader en altijd een leuke opa. Een aardige partner ook, maar ook knorrig. Maar het is geluk op de vierkante meter. In Congo weten ze daar niets van af.
Stem één: Je hebt leuke mensen om je heen, vrienden, boeddhisten, zelfs je ex-partners. Stem twee, een beetje slijmerig: Dat is waar, met de nadruk op ex. Stem één: En je zoektocht door het leven dan, vanaf je pubertijd. Je bent toch geen hersendode kwezel.
Ik nam het gesprek over: Die tocht eindigde aan de kust op het strand omdat ik niet bij machte was om de watermassa van de zee uiteen te jagen, zodat ik mijn levenspad kon vervolgen. In de verte zag ik het onbekende, waar ik door al dat water niet bij kon. En het is waar, ik zocht me rot naar ik weet niet wat. Honderden dingen, twintig huizen, mooie banen, reizen, dieren, vrouwen, vrienden en kennissen, mensen die van mij houden en ik niet altijd van hen. Het kwam en het ging. Het leven als een grote mettameditatie, terwijl ik helemaal geen zin heb om al de mensen om mij heen onder te verdelen in vrienden, neutralen en vijanden. Altijd maar die keuzes maken. En als ik wedergeboren word begint het allemaal weer opnieuw, die vraag naar het waarom van het bestaan.
Maar wat blijft er van die dingen, zaken en mensen over als je hartstikke dood bent, mengde stem drie –mijn grote egovriend- zich in het gesprek. Welke sporen laat je na, zeurpiet? Ik werd stil en zag mezelf verdrietig in een lege kamer staan, met in de hoek een grote kartonnen doos. Met erin mijn nalatenschap. Ik stelde me voor wat anderen daarin zouden aantreffen, na mijn verscheiden. Alle stemmen in mij zwegen.
Moedig voorwaarts!
Ger zegt
Je hoeft niet herinnerd te worden. Wat je nu doet telt. Maak je geen zorgen om je nalatenschap ,Daar heb je geen invloed op dus waarom je nu al zorgen daarom.
Leef nu,geniet en doe wat jou het beste lijkt op dit moment.
Didier zegt
Elke dag lees ik, als beginnend, zoekende boeddhist in wording dit Dagblad en jouw bijhorende teksten. Deze vond ik in het bijzonder heel herkenbaar. Het doel van mijn commentaar? Mijn waardering uiten voor je werk en de vruchten die ik er van pluk.
Hopelijk valt zoiets onder het “juiste spreken”.