Deze gebeurtenis vond zaterdag plaats in een grutterswinkel in een dorpje nabij Roosendaal, gelegen vlak langs de weg naar de grens met België, aan het eind van de bebouwde kom, en naast een woonhuis met Poolse arbeidsmigranten die op een verderop gelegen kwekerij werken. In de winkel waren behalve de eigenaar en ik niemand aanwezig. De eigenaar zat achter de kassa achter een kunststofscherm. Hij demonstreerde mij flesjes met aloë vera gel, medische handschoenen en niet-medische maar wel drie laags mondkapjes, bestemd voor rijden in het openbaar vervoer hoewel ik nooit met het openbaar vervoer reis. Buiten de coronatijd vind ik die voertuigen al smerig van aard. Ik weet hoe ze worden schoongemaakt. Lichaamssappen worden verspreid, de boel niet gereinigd. Ik kocht de kapjes, handschoenen en gel.
Is de grens met België nu wel of niet open, vroeg ik de eigenaar. De Belgische regering had een dag eerder onder druk van Nederlandse grensburgemeesters – die stellen dat de Belgische lockdown families aan beide zijden van de grens in tweeën hakt, bekend gemaakt dat Belgen en in België wonende Nederlanders weer hun familie in buurlanden mochten bezoeken. Hoe je kon aantonen dat die familie ook jouw familie is werd er niet bij gezegd. België blijft een grappig land.
Ik weet het niet, zei de eigenaar, het schijnt dat je over de grens in een straal van 15 kilometer je familie mag bezoeken. Politie in burger controleert of het een familiebezoek is. Dat bracht het gesprek op politie en geweld. Ik zei dat ik de Nederlandse politie ondanks het etnisch profileren en een eenmalige wurgklem een stuk humaner vond dan de Belgische en zeker dan de Amerikaanse.
Een arbeider van een pakketdienst kwam de winkel binnen en gaf een pakketje aan de eigenaar. Hij hoorde waar we over spraken en zei op een gepaste afstand van 3 meter: ‘Die Nederlandse politieagenten zijn allemaal watjes. Ze durven niet op te treden en zouden eens wat meer geweld moeten gebruiken. De gevangenissen zitten vol met migratietuig en de straffen zijn veel te laag. Dus ram er maar flink op los als politie.’ Hij raakte zichtbaar opgewonden. ‘Zal ik u eens een flinke klap verkopen, dan ervaart u hoe erg en vernederend het is om geslagen te worden’, zei ik. De arbeider maakte aanstalten mij te bestormen. Ho, ho, sprak de eigenaar, afstand houden met de corona.
‘Weet u dat straffen nauwelijks helpt. Als je 5 jaar in een gevangenis zit kan je nauwelijks meer resocialiseren.’ ‘Nou en’, zei de arbeider, hoe zou jij het vinden als je bestolen zou worden. Waarom neem je het voor dat tuig op?’ ‘Ik praat diefstal en andere misdrijven niet goed, die moeten zeker bestraft worden. Het gaat om het geweld dat de politie mag gebruiken. In Amerika schieten agenten mensen die hardlopen in de rug. En als je zwart bent van voren en vanachter, je bent daar als zwarte altijd verdacht. Hoe zou u het vinden als ik uw pakketje pak en er hard mee weg ren. En de politie op mij, een ongewapende maar rennende dief, zou schieten? Overigens, de Nederlandse politie schiet niet op vluchters.’ ‘Oh nee’, zei de arbeider, ‘waarom ren je dan hard weg?’ ‘Dat komt omdat ik net uw pakketje gejat heb,’ zei ik. ‘Van mij mogen ze u gewoon afknallen,’ zei de man.
‘Ik vind dat u er onaangename opvattingen op na houdt,’ zei ik tegen de in geel en rood geklede arbeider. Hij bewoog zich weer mijn richting uit. Ho, ho, riep de eigenaar.
‘Je kan hier zo de orde herstellen door de doodstraf in te voeren,’ zei de pakketbezorger. Kunt, zei ik. Wat, zei de arbeider. ‘U zegt kan, beter is kunt.’ Hij beende naar buiten richting pension voor arbeidsmigranten. Op straat hoorde ik hem tegen een vrouw zeggen: ‘Je kan hier zo de orde herstellen door de doodstraf in te voeren.’
Moedig voorwaarts!
Wulf zegt
Inderdaad, de doodstraf is geen straf. Straf is ten behoeve van gedragsverandering, om iets voor een volgende keer wat van geleerd te hebben. Het is hooguit afschrikking voor anderen maar het werkt niet. De mens heeft niet het recht om te beschikken over het beëindigen van andermans leven. Over levenslange gevangenisstraf ben ik nog niet uit.
Henk van Kalken zegt
Wouw de Goedmoedige Reus een populistische arbeider een lel verkopen? Kent ik dat zo zegge…?