Met het Corona-virus is het complotdenken gegroeid. Maar hoe raken mensen in de ban van samenzweringsscenario’s? Ik zie denkfouten en concludeer: ‘allemaal onzin’. Maar dan redeneer ik nog even door en herken ineens met schrik de complotdenker in mijzelf.
Loop even mee op mijn denkpaadje. Aan het begin van mijn wandeling denk ik: leuke stof voor een eerstejaars college ‘Zindelijk Denken’.
Neem nu dit actuele voorbeeld: complotdenkers zien 5G en Corona als oorzaak en gevolg. Telecom-masten worden bijgevolg in brand gestoken.
Wat zeg ik dan tegen de eerstejaars? Regel 1: denk niet dat als twee verschijnselen tegelijk voorkomen, dit betekent dat het ene de oorzaak is van het andere. Een leerboek methoden illustreert dit aardig met deze samenloop van omstandigheden: op een gegeven moment was er in Hamburg tegelijk een ooievaarsplaag en een geboortegolf.
Of een ander voorbeeld van complotdenkers: Bill Gates heeft zowel het computer- als het Corona-virus in de wereld gebracht, om eraan te verdienen.
Regel 2 voor de eerstejaars: kijk uit als een theorie wordt bewezen met beelden. Een sterke metafoor – bijvoorbeeld ‘virus’ – is een zwak argument. Wie roept dat religie een virus is (Craig James), heeft wel een goed verkopende boektitel, maar nog geen bewijs.
Een derde voorbeeld is dat complotdenkers gevestigde belangen bij voorbaat wantrouwen. Ironie: tegelijk zijn complotdenkers een gemakkelijke prooi voor trollen die uit eigenbelang desinformatie verspreiden op sociale media.
Regel 3: houd in de gaten dat betekenisgeving zich bijna altijd afspeelt binnen machtsverhoudingen. Die kunnen je beeldvorming besmetten. Wantrouw bijvoorbeeld schoolvorming in de wetenschap, want dat is een manier om exclusieve toegang tot geld en andere middelen te regelen. Machtsspelletjes dus!
Maar wacht eens, is dit nu kritiek op complotdenken of een aanmoediging?
Als wetenschapper word je in ieder geval getraind om bijna even wantrouwig te zijn als de complotdenker. Regel 4 in mijn college waarschuwt dat niet alles wat gedrukt staat in wetenschappelijke literatuur waar is. Lees dus met argwaan! Let op de onbewezen vooronderstellingen en de ontbrekende tussenstapjes in een redenering.
Nu moest ik toch even stil staan en me afvragen waar ik al loopdenkend was terecht gekomen. Want ik bleek dus zelf geneigd te zijn in complotten te denken – de rol van scholen in de wetenschap, en de argwaan over wetenschappelijke kennis. Dus complotdenkers hebben geen monopolie op hun manier van denken. Die werkt ook vanuit mijn eigen wetenschappersachterhoofd.
Om het plaatje compleet te maken, overviel me toen een gedachte waardoor ik snel een bankje moest zoeken om van de schrik te bekomen. Religie!
Ook al reken ik me tot de vrijzinnige gelovigen – die ontzag hebben voor de wetenschap – toch moet ik erkennen dat in mijn religieuze spel onbewezen vooronderstellingen een grote rol spelen. Bovendien is vrijzinnig zijn een manier om de macht van dogma’s en hun verdedigers te wantrouwen. En ook al is mijn geloofspraktijk nogal rationeel, ik moet het toch ook van beelden hebben, waar nogal eens bewijskracht aan wordt ontleend. In dit Pinksterweekend is het kernsymbool bijvoorbeeld ‘vuur’.
Daar zat ik dan met mijn aanvankelijk forse aanval op die foute complotdenkers… Wat had deze hele exercitie me opgeleverd?
Allereerst het bewustzijn dat iedere menselijke denker al aftastend langs valkuilen gaat. Verder de overtuiging dat deze denkende mens moeite heeft, ondanks Regels 1 tot 4, om te weten wat zindelijk en zinnig denken is.
Denken is samen zweren, een chronische hersenaandoening, ingebouwd in de mens. Ontstaat zonder virus.
Schrale troost: als we ons allemaal ervan bewust zouden zijn dat we zelf zo dicht bij het complotdenken zitten, dan tellen we als gewaarschuwd mens voor twee als er weer eens een samenzweringstheorie langs komt.