Het kwam gisteravond op als kak – de drang om heel snel naar de wc te rennen en te ontlasten. Ik zat in Schaap tv te gapen en de aandrang was er ineens en anders dan anders. Mogelijk een virusje, dacht ik, na mijn derde bezoek aan de toiletruimte met borrelende darmen in een uur.
Vanmorgen leek alles weer normaal maar toen ik vanmiddag de deur uitging om in een supermarkt eten voor de komende weken te hamsteren (nee, niet bij Appie) begon het weer te borrelen toen ik het koelvak met roomboter passeerde. De geest is een raar ventje en begon gelijk scenario’s te schrijven van wat er zou kunnen gebeuren. Zoals: poepend bij de kassa in een grote plek drek. Zou je dan nog kunnen doen alsof er niks aan de hand is tijdens het afrekenen? Of de kassier nog een ‘leuke middag’ wensen. De geest fantaseerde door: totaal vervuild in de auto, in de lift, in het halletje van de Kloosterbunker. Broekhoest alom. Nagewezen door een menigte mensen.
Ik concentreerde me op mijn darmen, waar volgens sommige boeddhisten de natuurlijke staat van zijn, de boeddhanatuur is, en voegde ze toe: Geen gelazer in de tent, hoor. Eigenlijk had ik moeten zeggen: Geen gelazer in de broek hoor. Heel vroeger droegen de mensen geen onderbroeken, maar dat terzijde.
Op weg naar de lange rij voor de kassa merkte ik dat ik enkele artikelen vergeten was te hamsteren. Het geborrel nam toe maar toch liep ik naar het schap verderop in de supermarkt en laadde in. Ik trainde mijn geest.
Ik schatte in dat ik binnen 10 minuten weer buiten zou staan. Toen ik de boodschappen op een lopende band legde bij de kassa. Ik had ruimtegebrek omdat een klant achter mij al een kunststof balkje tussen zijn en mijn boodschappen op de band had gelegd en ik zijn ruimte nodig had. Zijn boodschappen waren in twee handen te dragen. En al borrelend zei ik: Wilt u misschien voorgaan? Dat was de voorgeprogrammeerde geest die altijd anderen met weinig voor laat gaan. De man wilde wel.
Er is lijden in het leven, zegt de Boeddha. Hij geeft richtlijnen om dat lijden te verzachten of mogelijk zelfs te voorkomen. Vanmiddag was mijn geest sterker dan geborrel. Na decennia van training eindelijk ook lichamelijk succes.
Moedig voorwaarts!
BIJSLUITER: het lezen van deze columns kan leiden tot groot geestelijk ongemak, woedeaanvallen, depressies, onbeheerst gedrag, angstaanvallen, maagzuur, zweten, ongeloof, twijfel aan eenieder, straatvrees, lange tenen en het geloof in het eigen gelijk. Bij de lezers. Scheldpartijen en een onbedwingbare drang om te reageren zijn waargenomen. Sommigen willen mij corrigeren. Of bedanken. Of prijzen. De drang om in verzet te komen is waargenomen, het abonnement op te zeggen. Sommigen besluiten de krant niet meer te lezen, of te boycotten. Er kwaad over te spreken. Te janken of te vloeken. De straat op te gaan om te demonstreren maar niet weten waartegen. Het boeddhisme de rug toe te keren. Of aan de drugs te gaan. En zo gaat het maar door.
François la Poutré zegt
In het kader van de het overbodig weten: ooit beging ik de stommiteit om aan de caissiere te vragen hoe zo’n plastic balkje nu precies heet. Wellicht was het nieuwsgierigheid die met mijn achternaam te maken heeft. Sindsdien weet ik dat het een beurtbalkje is. En sindsdien vraag ik me af waarom ik dat zo nodig wilde weten. Het is onmogelijk om het niet meer te weten.