Gisteren was het 4 jaar geleden dat mijn zwager Janus stierf. Hij lag in zijn bed in de woonkamer met zijn vrouw, mijn zus, kinderen en kleinkinderen om zich heen toen hij dit leven verliet. Hij was er eigenlijk al jaren klaar mee, terwijl zijn omstandigheden naar menselijke maatstaven toch redelijk gunstig waren. Mijn zwager was een aardig mens, geen zeurpiet, recht door zee. Een prima zwager, een echte vader, goede echtgenoot, zorgzaam en sociaal.
De leukste gebeurtenis die ik me van hem herinner was dat hij als opa op een bank zittend met een deel van zijn kleinkinderen om zich heen die zich als kleine welpen om en tegen hem aan gelegen hadden. Al of niet slapend, heel natuurlijk.
Vrijdag was het 20 jaar geleden dat mijn vriend Leo stierf. Ik leerde Leo in Frankrijk kennen en we correspondeerden met elkaar als ik niet in dat land was. Hij tikte zijn brieven uit met een tikmachine. Ze zitten in mijn archief. Leo was een vriendelijke en leuke man, een echte vriend. Hij stierf onverwacht, op een zandpad viel hij dood neer. De gendarmerie werd er bij gehaald maar hij bleek een natuurlijke dood gestorven.
Donderdag was het 13 jaar geleden dat mijn broer Frans stierf in een verpleeghuis in Groningen dat zo smerig was dat je er niet begraven wilde liggen. Mijn broer lag de avond voor zijn overlijden aan de beademing die verschrikkelijk veel herrie maakte. Mijn broer kreeg zoveel lucht in zich gepompt dat zijn borstkast maximaal uitzette en wij die aan zijn bed zaten niet wisten of hij al gestorven was omdat het apparaat maar bleef pompen en de verpleging zich niet liet zien. Mijn broer is niet oud geworden. Hij was ooit een zeeman die maanden van huis was op de grote vaart. Tijdens zijn leven hadden wij niet zoveel contact.
Mijn agenda wordt zo langzaam aan een dodenboek, een boek van leven en sterven.
Moedig voorwaarts!