Ik schreef al eerder over een ficus die bij mij in de Kloosterbunker op een bankje voor het raam staat. De plant werd zo groot dat hij tegen het plafond dreigde te groeien en begon onderaan blad te verliezen. Ergens vorig jaar, ik geloof na de zomer, sneed ik de top eraf en zette die in een pot met aarde op de bank voor het raam en de onttopte moeder ficus in een andere ruimte in de Kloosterbunker. Soms had ik de neiging om dit ficus kind in de afvalbak te deponeren, er zat geen beweging in, de stek leek wel van plastic.
Nu, na meer dan een half jaar, krijgt de ficusstek een nieuw blad en ontwikkelde zich een fragiele wortelkluit. Al die tijd stonden de vijf oude bladeren van de stek fier zijwaarts en liet ik de plant bijna uitdrogen om af en toe een groeistoot te forceren door wat water en mest te geven. Mijn vriendin, de kleindochter van de zeevisser, zegt dat de plant een schoolvoorbeeld is van een uitstekende kweker. Dat kan kloppen, ik ben de kleinzoon van de dahliakweker Johannes Vink.
De moeder ficus groeide na de amputatie aan de top maar verloor ook veel blad. De top staat nu in een pot met aarde in een andere ruimte en de opnieuw ingekorte moeder op de vensterbank. Bovenaan de gecoupeerde stam groeien nu twee zijtakken, echter, de wedergeboorte is niet goed gelukt, de bladeren hebben minimale afmetingen, ongeveer een tiende van het origineel. Wel grappig. Misschien is moeder het gezaag en gehak in haar stam moe en produceert ze nu een merkwaardig kind dat ogenschijnlijk niet de moeite waard is om gezien te worden. We wachten het af.
De boodschap is dat geduld loont en dat ik nu drie ficussen heb.
Ik had eigenlijk willen schrijven over het voornemen van minister Schouten van landbouw en veedieren, die als dochter van een boer andere boeren beloofd heeft dat zij meer geld voor hun producten zullen krijgen door het eten in de winkels duurder te maken. Ik gun boeren best wel ietsje meer voor hun producten maar heeft het ministerie de boeren niet gedwongen tot grootschaligheid om zo’n bedrijf lonend te maken. En nu zou het weer ouderwetser moeten, kleiner en duurder?
Er zijn provincies in ons land waar het gezucht en gesteun van varkens, geiten, kippen, ganzen en konijnen in te kleine onderkomens- flatgebouwen met tienduizenden dieren, je in het hart raakt. De meeste van die dieren worden gefokt voor de export, ze gaan al of niet dood de grens over en worden met stinkende vrachtwagens of kerosine slurpende vliegtuigen vervoerd. Wij als burgers die meer moeten betalen voor onze bloemkool en aardappels zitten met de stank en overlast, de fokker met de inkomsten.
Daar zegt Schouten niks of niet zoveel over.
Moedig voorwaarts!