Taal is een rijk voorzien dwaalbos, vol interessante uitdrukkingen en zegswijzen. Omdat ik zeer regelmatig over spel schrijf, dacht ik intussen het hele spelvocabulaire wel ongeveer te hebben benut. Maar dan veer ik ineens op als ik in een tekst de uitdrukking ‘iets klaar spelen’ lees. Die had ik nog niet ingelijfd!
Maar wat wordt er gezegd als iemand iets klaar speelt? En wat voor wolk van betekenissen hangt er omheen?
Kennelijk gaat het om iets waarvan je niet verwachtte dat het zou lukken. Iemand brengt iets verrassends tot stand. ‘Dat doet hij toch maar even!’.
Tegelijk wordt gesuggereerd dat daarvoor wel een bijzondere weg is bewandeld. Misschien is er gewiekst gebruik gemaakt van slinkse handelingen. Op de lijn ruist machtsgebruik, misschien wel machtsmisbruik. Het onmogelijke kon alleen met een extra dosis macht gerealiseerd worden.
Een ander setje betekenissen zit in het woordje ‘klaar’. Er wordt kennelijk iets afgerond. Dat wat bereikt wordt, vestigt zich. Het gaat erbij horen. Het spel is daarmee gedaan.
En dan is er natuurlijk het spelen. Dat veronderstelt altijd een dubbel perspectief. Er wordt gekeken vanuit twee mogelijkheden, een bekend uitgangspunt en een wenselijk eindpunt.
‘Iets klaar spelen’ herinnert kortom aan een paar eigenschappen van het spel:
– de alternatieve blik,
– de onverwachte betekenistoekenning,
– het gebruik van machtsspelletjes
– en het gegeven dat het spel zichzelf beëindigt als er resultaat is.
Piet Nusteleijn zegt
Je hebt het goed voor mekaar gekregen, dat heb je maar weer ’s fijn geflikt…Zó…héé.
Dat heb je maar goed klaargespeeld.
Met groet.