De katholieke uitvaart van een dierbare gesprekspartner. Het koor zingt aan het eind ‘In paradisum’: ‘Jou voeren engelen in het paradijs’.
Ik merk dat ik er wat ongemakkelijk bij zit. Ik zing de poëtische Oosterhuis-liederen mee met mond en hart. De overweging spreekt me aan. Het ‘In paradisum’ raakt me. En toch…
Er zijn ogenschijnlijk drie manieren om met leven na de dood om te gaan. Je ontkent het leven na de dood, of je gaat er juist van uit. Of je geeft het de gunst van de twijfel: misschien, hopelijk…
Nadenkend over mijn ongemak realiseerde ik me dat ik door mijn spelverhalen langzamerhand bij een vierde manier ben uitgekomen. We spelen allemaal met mogelijkheden, ook in de betekenissen die we aan de dood verbinden. De drie bovengenoemde manieren doen dat zonder dat de speler zich van dat spel bewust is. De dodelijke ernst van de dood maakt het spel onzichtbaar.
Ben je je niettemin bewust van het serieuze spel, dan neem je de ernst serieus én zie je jezelf spelen. Voorbij ontkenning, geloof en twijfel ga je op in het spel. Dan kunnen engelen je meevoeren. Zelfs deze gelovige atheïstische twijfelende speler.
zeshin zegt
Dat geloof heeft u niet veel zekerheid gegeven. Ik denk dat geloof het zicht op de werkelijkheid vertroebelt. Je hebt er niet veel aan, dat geloof, je word er onzeker van.
Guy Dubois-Bailleul zegt
Is hetgeen we, elk moment, opmerkzaam zien en gelijkmoedig accepteren, niet voldoende ? Het Proces. Het ontstaan en het vergaan van alle fenomenen van moment-tot-moment. Die lege ruimte waarin alle manifestaties komen en gaan.
Piet Nusteleijn zegt
Wanneer de zon ondergaat, let op, we identificeren ons altijd met de zon, gaat de zon “onder” in de hemel (in paradisum).
Wanneer manifestatie zon “ondergaat” en verdwijnt gaat die zon onder in de Leegte.
We zijn zon én leegte.
Neem de vergelijkingen niet letterlijk. Dit is een troostrijk en helder geloof. Een zekerheid. Een mooi woordenspel.