Gisteravond keek ik op de tv naar een eerder uitgezonden aflevering van De Kist. Een van mijn favoriete programma’s. Interviewer Kefah Allush rijdt in een kleine auto met een doodskist op het dak naar iemand die met hem over de dood wil praten. Soms wordt de kist naar binnen gesjouwd, vaker blijft ze buiten. Alle geïnterviewden schrijven een korte tekst op de kist.
Gisteren was de socioloog en zanger Henk Westbroek de gast. Ik voel verwantschap met de man. In zijn tuin heeft hij een zerkje liggen dat straks mogelijk zijn graf zal dekken. Ik heb al een graf in de bossen van Beekbergen, hoef alleen nog maar dood te gaan.
Henk kwam al jong in aanraking met de dood. Vrienden, klasgenootjes, zijn moeders, neven en nichten, ooms en tantes, ze gingen hem voor. Wel veertig, vertelde Henk aan Kefah. Daardoor werd hij een begenadigd spreker op uitvaarten. Zelf heb ik daar ook een ruime ervaring mee. Henk vertelde dat je altijd een beetje moet liegen over de dode. Je kunt hem niet een drol noemen, ook al was hij dat wel. Er moet ruimte zijn voor emotie, een traan en daarna opluchting. En dat creëer je niet door een drol een drol te noemen.
Als onbezoldigd uitvaartspreker bouwde ik mijn afscheidspeeches voor niet-familieleden zorgvuldig op. Ik hanteerde daarbij de vijf w’s in de journalistiek: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe. Ik was erg succesvol, wist een uitvaartzaal te boeien en te binden. Na afloop kwamen mensen naar me toe om me te bedanken en ze vonden dat ik zo mooi had gesproken over de dode. Twee jaar geleden had ik het helemaal gehad met die onwaarachtige, voorgekauwde speeches en besloot nooit meer een woord te spreken in uitvaartcentra. Wat zou ik genieten van de stilte, niet meer achter een lessenaar staan en af en toe de zaal inkijken, me niet meer hoeven te richten naar de kist om ook de dode bij het geheel te betrekken. Of te zeggen: goede vaart.
Op mijn uitvaart hoeft niemand iets te zeggen, doe dat maar tijdens mijn leven. En komen er toch verbale uitingen, lees dan maar een stuk tekst voor van Willem Wilmink, de Enschedese literator. Maar laat mij erbuiten.
Moedig voorwaarts!